Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[gedaagde]
gedaagde sub 1
zij die verblijvenin de onroerende zaak of een gedeelte daarvan aan het adres [adres] te ([postcode]) [plaats 1], van wie de naam en woonplaats niet bekend zijn en ook redelijkerwijs niet kunnen worden achterhaald;
gedaagde sub 2
niet verschenen
hierna gezamenlijk te noemen: de gedaagden
1.Het procesverloop
2.De feiten
Artikel 6
14. Als Ymere een gerechtvaardigd vermoeden heeft dat de huurder in strijd handelt met het verbod van de leden 10 en 11, zal Ymere de huurder daarmee confronteren. Als de huurder stelt het verbod niet te overtreden, is hij gehouden het bewijs te leveren dat hij de woning volledig en onafgebroken zelf bewoont en heeft bewoond en er onafgebroken zijn hoofdverblijf heeft gehad. In een rechtszaak draagt de huurder daarvan de bewijslast.(…)
“
Inleveren vóór donderdag 8 juni 12:00 uur.”
“(…) Zij toonde mij een door haar ondertekende huuropzegging met als datum 1 juni 2023. Bij deze vernietig ik deze huuropzegging vanwege een wilsgebrek. (…)”
3.De vordering en het verweer
- de buitengerechtelijke incassokosten van € 925,00;
- de proceskosten en de nakosten.
4.De beoordeling
Misbruik van omstandigheden
Ontbinding en ontruiming
Tussen partijen is in geschil of [gedaagde] tekort is geschoten in de nakoming van de huurdersverplichtingen omdat zij geen hoofdverblijf heeft in het gehuurde en de woning aan derden in gebruik wordt gegeven. Vooropgesteld wordt dat iedere tekortkoming van een partij in de nakoming van een van haar verbintenissen de wederpartij de bevoegdheid geeft om de overeenkomst te ontbinden, tenzij de tekortkoming, gezien haar bijzondere aard of geringe betekenis, de ontbinding met haar gevolgen niet rechtvaardigt (artikel 6:265 BW).
Omstandigheden van het geval
De ouders van [betrokkene 3] zijn om het leven gekomen, zodat [gedaagde] de zorg voor hem op zich heeft genomen. Hiertoe heeft [gedaagde] met het Nidos een overeenkomst gesloten. Als de subsidiaire vordering wordt toegewezen, zal [gedaagde] haar verplichtingen uit deze overeenkomst niet (meer) kunnen nakomen en zal [betrokkene 3] in alle waarschijnlijkheid niet bij haar kunnen blijven. Een constante en rustige woonomgeving is daarnaast voor beide kinderen van groot belang. [gedaagde] heeft ter zitting verklaard dat er bij ontruiming geen opvangmogelijkheden zijn voor het gezin. Zij zullen in dat geval in de daklozenopvang terecht komen. Desgevraagd heeft [gedaagde] aangegeven dat beide kinderen op dit moment naar school gaan in [plaats 2] en het daar, gelet op de omstandigheden, goed doen. Ontbinding en ontruiming met alle gevolgen voor de kinderen van dien acht de kantonrechter gelet op hetgeen omtrent de (ernst van de) wanprestatie in deze vast staat, niet gerechtvaardigd.