In deze bodemzaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 10 juli 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen PRL Bouw B.V. en Syspro Risk Solutions B.V. PRL Bouw vorderde betaling van € 25.000,00 voor meerwerk dat zij had uitgevoerd in het kader van een verbouwingsproject voor Syspro. De procedure begon met een dagvaarding op 8 augustus 2023, gevolgd door een conclusie van antwoord van Syspro en een mondelinge behandeling op 4 juni 2024.
De kern van het geschil lag in de vraag of de meerwerkkosten, die PRL Bouw in rekening had gebracht, terecht waren. Syspro betwistte de vordering en stelde dat PRL Bouw geen goedkeuring had gevraagd voor de extra werkzaamheden voordat deze werden uitgevoerd. Syspro had eerder aangegeven geen meerwerk te willen accepteren en had PRL Bouw verzocht de werkzaamheden conform de oorspronkelijke offerte uit te voeren.
De kantonrechter oordeelde dat PRL Bouw onvoldoende had aangetoond dat de extra werkzaamheden als meerwerk moesten worden aangemerkt en dat er geen overeenstemming was bereikt over de uitvoering van dit meerwerk. Hierdoor kon PRL Bouw de kosten voor het meerwerk niet bij Syspro in rekening brengen. De vordering van PRL Bouw werd afgewezen en zij werd veroordeeld in de proceskosten van Syspro, die op € 1.086,00 werden begroot. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.