Op 9 juli 2024 heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland een beschikking gegeven in een geschil tussen twee rijschoolhouders, [verzoeker] en [verweerder]. [Verzoeker] heeft sinds 2010 een rijschool met de naam 'Rijschool [naam]', terwijl [verweerder] sinds januari 2024 een rijschool heeft onder de naam 'Roadassist 2'. [Verweerder] maakt gebruik van de naam '[naam]' in haar reclame-uitingen, wat volgens [verzoeker] leidt tot verwarring bij klanten en collega's. Ondanks herhaalde verzoeken van [verzoeker] om de naam '[naam]' niet meer te gebruiken, heeft [verweerder] hier geen gehoor aan gegeven.
Tijdens de procedure heeft [verzoeker] aangevoerd dat het gebruik van de naam '[naam]' door [verweerder] in strijd is met artikel 6 van de Handelsnaamwet, omdat dit verwarring wekt. [Verweerder] heeft zich verzet tegen het verzoek en stelde dat zij de naam '[naam]' gebruikt omdat dit haar eigen voornaam is. De kantonrechter heeft vastgesteld dat beide partijen in dezelfde regio opereren en dat het gebruik van de naam '[naam]' door [verweerder] inderdaad tot verwarring leidt. De rechter heeft geoordeeld dat [verweerder] de naam '[naam]' niet meer mag gebruiken zonder de toevoeging 'by Roadassist' en dat de naam '[naam]' niet groter of opvallender mag zijn dan de toevoeging.
De kantonrechter heeft het verzoek van [verzoeker] toegewezen en [verweerder] veroordeeld in de proceskosten. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat [verweerder] onmiddellijk moet voldoen aan de uitspraak.