Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De zaak in het kort
2.Het verdere procesverloop
- rapport van deskundige A. Deleroi van Base Value B.V. (hierna: Deleroi) van 8 december 2023;
- bericht van mr. W. Raas van 19 december 2023 waarin zij er op wijst dat partijen nog op beide deskundigenrapporten moeten reageren;
- de conclusie na deskundigenbericht zijdens Q-Park van 8 februari 2024;
- de conclusie na deskundigenbericht zijdens Wereldhave van 8 februari 2024.
3.De verdere beoordeling
(,.,.) Omdat het gevolg van dit uitzonderlijke gebrek is, dat Q-Park ruim een jaar – van 11 oktober 2019 tot 21 november 2020 – geen gebruik heeft kunnen maken van de derde en de vierde verdieping van de parkeergarage, is de kantonrechter van oordeel dat hier sprake is van een zodanig uitzonderlijk, afwijkend en onverwacht gebrek met zodanig verstrekkende gevolgen in de vorm van een sluiting van twee verdiepingen gedurende ruim een jaar, dat dit niet een gebrek vormt waarmee partijen bij het aangaan van de huurovereenkomst rekening hebben gehouden noch hebben kunnen houden, zodat dit ook niet een gebrek kan zijn waarvoor partijen de bedoeling hebben gehad de aanspraak op huurprijsvermindering uit te sluiten. Omdat Q-Park heeft verzocht de huurovereenkomst in die zin te wijzigen dat een huurprijsvermindering wordt bepaald, is art. 6:258 BW van toepassing. (…)De kantonrechter heeft vervolgens een deskundige benoemd om voorlichting te geven over de vraag wat in dit geval een redelijke huurprijsvermindering zou zijn.
Antwoord: De sluiting van een deel van de parkeergarage, waardoor de parkeercapaciteit van 401 plaatsen werd verlaagd naar 154 plaatsen, heeft het huurgenot van de parkeergarage vooral op drukke momenten (en vooral voor de parkeerder) beperkt. Dit is afhankelijk van verschillende factoren. Ter onderbouwing zijn enkele gevolgen omschreven die niet allemaal meet- en aantoonbaar zijn.
Antwoord: De deskundige heeft naar grondige analyse geconstateerd dat een huurverlaging wel toepasselijk is voor de periode van oktober 2019 tot en met 21 november 2020. Dat betekent dat twee jaren een aangepaste huurberekening van toepassing is. In totaal komt de deskundige op een samengestelde huurverlaging van € 92.667,- exclusief btw.
Antwoord: Het huurgenot is ook na openstelling van de derde parkeer laag nog niet optimaal. Dit komt omdat de constructie van de vierde laag nog aanwezig is.De visuele gebreken (corrosie op de draagstructuur) kunnen parkeerders een onveilig gevoel geven. Dit kan niet worden aangetoond aan de hand van parkeergegevens. Wat veel zichtbaarder is geworden, is dat de omzet en bezettingsgraad van parkeergarages stijgen, vooral in 2022 na Corona. Dit suggereert dat de exploitant meer inkomsten had kunnen genereren als het vierde laag nog steeds in gebruik was geweest. Dit kan niet worden bewezen, maar het is wel mogelijk. Als dit het geval zou zijn, zouden de extra inkomsten worden verdeeld via de variabele huur.
Antwoord: De deskundige ziet geen harde feiten die een huurverlaging rechtvaardigen. In 2021 had de exploitatie vooral last van de corona maatregelen, hetgeen de omzet van het jaar 2022 laat zien. De deskundige is van mening dat een huurverlaging, in de periode na 21 november 2020 tot einde huurovereenkomst, niet redelijk is.
Antwoord: De uitgangspunten van het huurcontract spelen altijd een rol bij het bepalen of er sprake is van een huurprijsvermindering. Echter is de vraag in hoeverre men kan achterhalen wat de reden en de rekenmethodiek was van de omzethuur. De deskundige geeft, voor de berekening van een passende huurprijsvermindering, de voorkeur aan verlaging van de vaste huur conform omzetderving (alsbenaderingsmethode). De berekening is uitgewerkt op pagina 43 van het rapport.
Antwoord: Ja, de corona epidemie heeft een duidelijke invloed gehad op de resultaten van de parkeerexploitatie. Aangezien deze epidemie een bijzondere verschijning was waar de eigenaar niets aan kon doen, moet dit gezien worden als een onvoorzien effect, hetgeen een exploitatierisico is. Hierdoor mag men de financiële effecten van het wegblijven van parkeerders door de corona maatregelen niet zomaar meewegen in de huurverlaging
Antwoord: Ja, het is aannemelijk te stellen dat door de sluiting van de bovenste parkeervoorziening ’t Lammetje met circa 210 plaatsen en het opheffen van het parkeerveld gelegen aan de Koemarkt met circa 75 plaatsen er een extra omzetpotentie in de parkeergarage De Eggert mogelijk was. De sluiting en sloop van die garage heeft ruim voor de beschouwingstermijn van 11 oktober 2019 tot en met 21 november 2020 plaatsgevonden.
- De huur is destijds door een tender tot stand gekomen, waarbij Q-Park haar bieding (lees: de huurprijs) heeft gebaseerd op het aanbod van Wereldhave om een parkeergarage met vier verdiepingen te verhuren. Als Q-Park had geweten dat twee verdiepingen gedurende een substantiële periode in het geheel niet bruikbaar waren, dan had zij een andere bieding (lees: een lagere huurprijs) aangeboden. De deskundige heeft hier onvoldoende rekening mee gehouden.
- De deskundige heeft miskend dat door de (permanente) sluiting van een deel van het gehuurde, Wereldhave niet heeft voldaan aan haar verplichting om het gehuurde volledig ter beschikking te stellen. Q-Park heeft daardoor niet het huurgenot gehad dat zij bij het aangaan van de huurovereenkomst mocht verwachten.
- Ten onrechte is de deskundige bij de berekening van de redelijke huurprijsvermindering uitsluitend uitgegaan van de omzet. Die al dan niet behaalde omzet staat immers los van de verplichting van Wereldhave om het gehuurde volledig ter beschikking te stellen. De redelijke huurprijsvermindering moet in verhouding staan met de genotsvermindering die het gevolg is van de kleinere oppervlakte die ter beschikking is gesteld.
- De deskundige had de huurprijsvermindering moeten vaststellen naar rato van het aantal parkeerplaatsen.
- De deskundige heeft voor de bezettingsgraden in het verleden onjuiste uitgangspunten gehanteerd door uit te gaan van gemiddelde bezettingsgraden en de piekbelasting niet mee te nemen.
- De deskundige heeft ten onrechte geen rekening gehouden met de omzetcijfers in het vierde kwartaal van 2019 toen een groot deel van de garage niet kon worden gebruikt terwijl dat (wegens de feestdagen) de drukste periode van het jaar is.
- Ten onrechte heeft de deskundige de extra omzetpotentie als gevolg van de sluiting van parkeergarage ’t Lammetje buiten beschouwing gelaten. Eveneens ten onrechte heeft de deskundige bij de bepaling van de omzet en de huurprijsvermindering rekening gehouden met de Corona-periode.
- De huurprijsvermindering die de deskundige redelijk acht voor het tijdelijk onbruikbaar zijn van de derde verdieping, is te laag. De conclusie dat wegens de sluiting van de vierde verdieping geen huurprijsvermindering gerechtvaardigd is, is onjuist.
“Bij de waarderingen van exploitatie gerelateerd vastgoed is het te verwachten economische resultaat van een onderneming, de parkeerexploitatie, maatgevend voor de bepaling van het aan de eigenaar te betalen vaste huurbedrag, rekening houdend met de reguliere exploitatierisico’s.”(blz. 6 rapport). Verder merkt de deskundige op:
“Deskundige is van mening dat bij exploitatievastgoed de verwachte exploitatieresultaten maatgevend zijn voor het schatten van een huurbedrag en niet alleen de oppervlakte van het gehuurde. Bij het ontwerp van een parkeervoorziening wordt altijd een balans gezocht tussen de verwachte potentiële parkeervraag, de al aanwezige parkeercapaciteit en de nieuw te realiseren parkeercapaciteit.”(blz. 7 rapport). Kortom, de huurprijs die een huurder bereid is te bepalen voor een parkeergarage wordt in hoge mate bepaald door de omzet die hij met de exploitatie daarvan denkt te behalen. De omvang van die parkeergarage (en dus het aantal parkeerplekken) is daarbij een belangrijke factor, maar niet de enige factor. Overigens geldt andersom ook dat de huurprijs die de verhuurder wil ontvangen, mede gebaseerd is op de omvang van het gehuurde. Het ligt althans niet voor de hand dat een verhuurder een parkeergarage met vier etages wil verhuren tegen dezelfde prijs als een parkeergarage met drie etages.
“Wat de deskundige wel meegeeft is dat de ‘toegevoegde waarde’ van het totaal aantal plekken afneemt op het moment dat deze enkel op de drukste momenten gebruikt worden. Ofwel er kunnen wel 50 plekken toegevoegd worden, echter als deze slechts 10 dagen per jaar gebruikt worden kosten ze meer dan ze opbrengen.”en op blz. 41:
“(…) In deze theoretische benadering gaat men volledig ervan uit dat iedere parkeerplaats dezelfde omzet genereert. Dat is uitdrukkelijk niet het geval. De parkeerder wil zo snel mogelijk en zo dicht mogelijk aan de uitgang parkeren. Zodoende zijn de parkeerlagen 0 tot en met 2 theoretisch veruit rendabeler dan de parkeerlagen 3 en 4. (…)Er is dus sprake van “afnemende meeropbrengst” van iedere extra etage. Kortom, de parkeerplaatsen op de lagere, althans makkelijk bereikbare, etages leveren naar verwachting meer op en dat rechtvaardigt ook een hogere huurprijs per parkeerplaats. De kantonrechter maakt hier de vergelijking met winkelruimte waar voor de voorste meters en die op de begane grond normaliter ook met een hogere huurprijs per vierkante meter wordt gerekend dan de meters achterin of die op de etage. Tevens kan de vergelijking worden gemaakt met grote winkelpanden waarvoor per vierkante meter meestal een lagere huurprijs wordt betaald dan voor kleinere panden. Verder volgt uit het rapport van de deskundige dat de huurprijs niet per vierkante meter of parkeerplaats wordt bepaald, zie blz. 45:
“In de huurovereenkomst is geen sprake van een huur per parkeerplaats oftewel een huur per m2 BVO/m2 VVO, wat ook erg atypisch zou zijn.”Daaruit moet worden afgeleid dat de totale huurprijs niet, zoals Q-Park aanvoert, moet worden gedeeld door het aantal vierkante meters of aantal parkeerplaatsen.
eerste etage: 67 plekken
tweede etage: 83 plekken
derde etage: 120 plekken
vierde etage: 127 plekken.
Dat betekent dat door het wegvallen van de derde etage (gedurende meer dan een jaar) en de vierde etage (voor de resterende huurperiode) een substantieel deel van het gehuurde (ruim 60% en dus méér dan de helft van het totaal aantal parkeerplekken) niet bruikbaar was.
Zoals hiervoor al is overwogen, kan het wegvallen van 60% van het aantal parkeerplekken (en ruim 31% van het aantal parkeerplekken bij het wegvallen van alleen de vierde etage) niet leiden tot een huurvermindering van 60% (respectievelijk 31%). Rekening moet worden gehouden met de exploitatiemogelijkheden van deze verdiepingen: in hoeverre dragen de parkeerplaatsen op deze verdiepingen bij aan de te verwachten omzet? Bij de bepaling hiervan kan gebruik worden gemaakt van de daadwerkelijk behaalde resultaten zoals die door de deskundige in zijn rapport zijn opgenomen. Verondersteld kan immers worden dat de inschatting van de exploitatiemogelijkheden zoals Q-Park die bij het bepalen van de voor haar acceptabele huurprijs heeft gemaakt, aansluit op de resultaten die zij daadwerkelijk heeft behaald.
a. De overeengekomen huurprijs wordt uitgedrukt in een percentage van het totaalbedrag aan vaste lasten.
b. Het met dat percentage overeenstemmende deel van de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) waarop de huurder aanspraak kan maken, wordt afgetrokken van het bedrag van de overeengekomen huurprijs.
c. De procentuele omzetvermindering wordt vastgesteld door de omzet in de periode waarover de huurprijsvermindering berekend wordt (hierna: de lagere omzet) te vergelijken met de omzet in een vergelijkbaar tijdvak voorafgaand aan de corona pandemie (hierna: de referentieomzet) volgens de formule: 100% - (100% x (de lagere omzet : de referentieomzet).
d. Het met de verstoring van de waardeverhouding samenhangende nadeel wordt gelijkelijk verdeeld over de verhuurder en de huurder (ieder 50% van het nadeel), tenzij uit de in artikel 6:258 lid 1 BW bedoelde redelijkheid en billijkheid een andere verdeling volgt.
Het bedrag van de huurkorting kan vervolgens worden berekend volgens de formule:
(overeengekomen huurprijs – gedeelte van de TVL dat aan de huur wordt toegerekend) x percentage omzetvermindering x 50%.
De stelplicht en de bewijslast ten aanzien van het voorgaande liggen bij de huurder. Hij maakt immers aanspraak op de wijziging van zijn contractuele verplichtingen en kan over de benodigde (bedrijfs)gegevens beschikken.
- 25% over de periode 11 oktober 2019 tot 21 november 2020 toen zowel de derde als de vierde verdieping gesloten waren;
- 10% over de periode 21 november 2020 tot 31 december 2022 toen alleen de vierde verdieping gesloten was.
Antwoord(…)Kort samengevat uit het ticketrapport vormen vooral de hierna genoemde (op meerdere plaatsen voorkomende) constateringen ons algemeen beeld van de parkeergarage:a. Gebreken:- Het wegdek is in slechte staat.- Er komt veel vocht voor in de parkeergarage, ook op plaatsen waar je dit niet zou verwachten.b. Niet schoon en veilig:- De bebording en (vluchtweg) bewegwijzering is minimaal en niet altijd verlicht en/of met pictogrammen uitgevoerd.- Diverse roosters zijn beschadigd, los of niet aanwezig.c. Niet vergelijkbaar met bijlage 11:- De hiervoor onder a. en b. genoemde punten.- De belijning op het wegdek is in slechte staat.- Het schilderwerk en lak (cq. coating) zijn op meerdere plaatsen slecht.- Er is relatief veel gebruikschade zichtbaar.- De uitstraling van het vlucht- en nachttrappenhuis is slecht.- De metalen waterafvoerleidingen vertonen veel afbladderend schilderwerk en corrosie.- De kabelwegen vertonen veel corrosie.(…)
Antwoord:Op de staalconstructie op laag 4 (3e verdieping) is corrosie in vergaande staat in grote mate aanwezig en zichtbaar. Dat speelt, net als andere constateringen die wij op die laag hebben gedaan, een rol bij onze bevindingen dat de parkeergarage niet aan art. 8.34 van de huurovereenkomst voldoet. (…)
Om de parkeergarage in overeenstemming te brengen met art. 8.34 (bijlage 11) van de huurovereenkomst, is het naar onze mening nodig dat laag 5 (4e verdieping) inclusief de kolommen waarmee deze op laag 4 (3e verdieping staat), wordt verwijderd.Bovendien achten wij het nodig dat de volledige dekvloer van laag 4 (3e verdieping) inclusief de mogelijk aanwezige waterdichte laag wordt vervangen, waarbij ook de capaciteit van de hemelwater afvoer en het afschot goed wordt aangelegd. (…)Ook de toplaag van de dekvloer op laag 3 (2e verdieping), grofweg tussen de stramienen 23-27 en K-Q dient te worden vervangen. (…)Daarnaast zijn ons inziens de onderstaande onderhoudswerkzaamheden noodzakelijk:1. Scheuren in dekvloeren van de overige vloeren repareren en een coating op de gerepareerde dekvloeren aanbrengen.2. Belijning en bewegwijzering op de vloer vernieuwen.3. Plafonds voorbehandelen (ondergrond vrij maken van corrosie en afbladderend schilderwerk) en schilderen.4. Kolommen voorbehandelen (ondergrond vrij maken van corrosie en afbladderend schilderwerk) en schilderen.5. Wanden en kozijnen netjes schoonmaken, gebruikschade en andere beschadigingen in de afwerking herstellen en schilderen.6. (Vluchtweg) bewegwijzering controleren op compleetheid en op orde brengen.7. Metalen afvoerleidingen en kabelwegen voorbehandelen (ondergrond vrij maken van corrosie en afbladderend schilderwerk) en schilderen.8. Afwezige roosters toevoegen, beschadigde roosters vervangen en losse roosters vastmaken en zonodig op de juiste hoogte brengen.9. Het vlucht- en nachttrappenhuis schoonmaken en schades herstellen.10. Niet-constructieve scheuren in beton vullen.11. Condenswater van condensoren adequaat laten afvoeren.12. Indien t.b.v. het beperken van plasvorming aanvullend nodig: het aanbrengen van een overkapping boven het open deel van de parkeergarage op laag 3 (2e verdieping).
Antwoord:Onze indicatieve kostenraming voor de in antwoord op vraag 4 genoemde benodigde werkzaamheden is in bijlage 2 bij dit rapport gevoegd. In deze kostenraming zijn werkzaamheden om de constructieve veiligheid te controleren en zonodig te herstellen niet meegenomen.
Antwoord: (…)De werkzaamheden die wij in vraag 4 benoemen, konden echter ook voor af na die sluitingsperiode uitgevoerd worden. Daarmee heeft de tijdelijke sluiting geen invloed gehad op de mogelijkheden om die werkzaamheden uit te voeren. (…)Theoretisch kan het zo zijn dat door het niet uitvoeren va onderhoud aan de 4e verdieping, de mogelijkheid tot het uitvoeren van onderhoud aan de 3e verdieping beïnvloedt. (…) Wij verwachten echter dat in zo’n geval er praktische mogelijkheden zijn om het onderhoud aan de 3e verdieping alsnog uit te voeren. (…) Overigens is de geconstateerde (…) vergaande corrosie aan de staalconstructie naar onze mening nauwelijks veroorzaakt of verergerd door eventueel voorkomende lekkages van laag 5. De oorzaak van deze corrosie ligt naar onze mening in een slechte weerbaarheid van de staalconstructie tegen vocht en de langjarige blootstelling aan vochttoetreding die daar sowieso plaatsvindt, omdat het een open parkeergarage is.
- Artikel 8.34 van de huurovereenkomst moet aldus worden uitgelegd dat op Q-Park niet de verplichting rustte om de aanvangsstaat van de parkeergarage te verbeteren, anders dan de verbeteringen genoemd in bijlage 9 van de huurovereenkomst. Omdat de door de deskundige geconstateerde staat van de parkeergarage minimaal gelijk was aan die bij aanvang van de huurovereenkomst en er ook rekening moet worden gehouden met normale veroudering en door Q-Park doorgevoerde verbeteringen, is sprake van een goede en ordentelijke staat zoals bedoeld in artikel 8.34. Q-Park is dus niet tekort geschoten.
- Wereldhave heeft haar klachtplicht geschonden. Blijkens het rapport van de deskundige is de staat van de parkeergarage gedurende de gehele huurperiode nagenoeg gelijk gebleven. Wereldhave heeft daarover nooit geklaagd bij Q-Park. Door dat nu alsnog te doen, wordt Q-Park benadeeld.
- Naast de bepalingen over de onderhoudsverdeling die in het huurcontract zijn opgenomen, hebben partijen daarover specifieke afspraken gemaakt die zijn neergelegd in een door Wereldhave opgesteld “
Memo onderhoudsverplichting Q-Park en Wereldhave – Eggert” van 7 november 2015. Hieruit volgt dat partijen ter uitwerking van de verdeling van het onderhoud de “demarcatielijst Eggert Purmerend” en de “demarcatietekeningen” hebben vastgesteld. Deze stukken zijn dus bepalend voor de onderhoudsverdeling tussen partijen. Q- Park betwist dan ook de onderhoudsverdeling waarvan de deskundige is uitgegaan.
- Vanaf 2019 was bekend dat Wereldhave de parkeergarage zou gaan renoveren, waardoor het voor Q-Park niet meer zinvol was om bepaalde onderhouds- en herstelverplichtingen uit te voeren. Deze (ingrijpende) renovatie heeft direct na de oplevering van het gehuurde bij het einde van de huur plaatsgevonden. Gelet hierop heeft Wereldhave geen schade geleden door het achterwege laten van bepaalde werkzaamheden door Q-Park. Alleen daadwerkelijk door Wereldhave geleden schade komt voor vergoeding in aanmerking.
- Q-Park is het met de deskundige eens dat het wegdek in de parkeergarage in slechte staat verkeert. De technische levensduur daarvan is reeds lang verstreken. De vervanging hiervan komt voor rekening en risico van Wereldhave.
- Q-Park is het ook eens met de deskundige dat in de parkeergarage veel vocht voor komt. Die vochtproblematiek is niet veroorzaakt door een tekortkoming van Q-Park maar hangt samen met de constructie, waarvan het onderhoud voor rekening van Wereldhave is.
- Q-Park betwist dat de door de deskundige aangeduide gebreken betreffende bebording en bewegwijzering, beschadigde en ontbrekende roosters, belijning op het wegdek, schilderwerk, gebruiksschade, vlucht- en nachttrappenhuis, metalen waterafvoeren en kabelwegen voor haar rekening komen en betwist tevens de hoogte van de kosten die de deskundige daarvoor heeft begroot.
- Uit het rapport van de deskundige volgt dat Wereldhave gehouden is een groot aantal ingrijpende werkzaamheden te verrichten om de parkeergarage te laten voldoen aan artikel 8.34. Doordat Wereldhave dit heeft nagelaten, is de uitstraling van de parkeergarage ernstig aangetast. De parkeergarage is hierdoor sowieso al niet meer in overeenstemming met artikel 8.34 zodat sprake is van schuldeisersverzuim zijdens Wereldhave. Q-Park beroept zich op opschorting.
- Q-Park betwist dat de werkzaamheden die volgens de deskundige moeten worden uitgevoerd om de parkeergarage aan artikel 8.34 te laten voldoen, voor haar rekening komen. Q-Park is ter zake niet tekort geschoten dan wel het uitvoeren van de betreffende werkzaamheden komt hoe dan ook voor rekening van Wereldhave of is gelet op de renovatie van de parkeergarage, zinloos.
- Volgens Q-Park is de (indicatieve) kostenraming veel te hoog. Omdat deze niet is onderbouwd, is Q-Park niet in staat daarop te reageren.
- Als Q-Park al gehouden is tot het betalen van enige schadevergoeding, moet er een “nieuw voor oud correctie” plaatsvinden. De parkeergarage dateert uit 1972 en was op het moment dat Q-Park deze (in 2008) ging huren, al verouderd en versleten. Bij de bepaling van de hoogte van de schadevergoeding moet daarmee rekening worden gehouden.
- Uit het rapport volgt dat de parkeergarage niet voldoet aan het bepaalde in artikel 8.34 van de huurovereenkomst, waarmee de tekortkoming van Q-Park gegeven is en de vordering van Wereldhave voor toewijzing gereed ligt.
- De deskundige heeft het achterstallig onderhoud en de gebreken aan de parkeergarage correct benoemd en weergegeven in de bijlagen van zijn rapport.
- Waar de deskundige in zijn concept rapport nog aangaf dat de staat waarin de parkeergarage zich bouwkundig bevindt niet is te wijten aan constructieve gebreken (corrosie van de staalconstructie), heeft hij, kennelijk op instigatie van Q-Park, in zijn eindrapport aangegeven dat de corrosie van de staalconstructie een rol speelt bij de bevinding dat de parkeergarage niet aan artikel 8.34 van de huurovereenkomst voldoet. Dat laatste is geen antwoord op de gestelde vraag.
- Het rapport bevestigt dat het onderhoud van de parkeergarage al vóór de sluiting van de derde en vierde verdieping slecht was en dat die sluiting aan het onderhoud niet in de weg heeft gestaan.
- In het concept rapport had de deskundige duidelijk aangegeven dat de gebrekkige staalconstructie (behorend tot de onderhoudsverplichting van Wereldhave) geen oorzaak is voor het geconstateerde achterstallig onderhoud. Dat achterstallig onderhoud maakt dat niet wordt voldaan aan artikel 8.34 van de huurovereenkomst en komt voor rekening van Q-Park. Ten onrechte heeft de deskundige vervolgens in zijn eindrapport zijn conclusies aangepast naar aanleiding van gewijzigde stellingen van Q-Park en een memo uit 2016. Wereldhave is niet in de gelegenheid geweest om daarop te reageren.
- Het betoog van Q-Park dat het memo uit 2016 meebrengt dat partijen een van de huurovereenkomst afwijkende onderhoudsverdeling hebben gemaakt, is nieuw en strijdig met de standpunten die Q-Park eerder innam. Het verweer is tardief.
- Q-Park heeft eerder niet betwist dat artikel 8.34 van toepassing is en heeft eerder ook niet betwist dat de onderdelen waarvan Wereldhave herstel vordert, voor rekening van Q-Park komen. Het memo uit 2016 heeft Q-Park overgelegd bij dagvaarding, maar daarbij heeft zij niet aangevoerd dat daaruit een andere onderhoudsverdeling volgt.
- Uit het memo volgt niet dat van de onderhoudsafspraken zoals die zijn neergelegd in de huurovereenkomst, wordt afgeweken. Het memo is juist een uitwerking van de huurovereenkomst. Overigens blijkt nergens uit dat het memo bindende afspraken bevat.
- Het standpunt van Q-Park dat uit het memo afwijkende afspraken met betrekking tot het onderhoud volgen, sluit ook niet aan op de wijze waarop partijen zich vervolgens over en weer hebben gedragen en de discussie die zij hebben gevoerd.
- Uitgaande van de onderhoudsverplichtingen zoals die volgen uit de huurovereenkomst en zonder rekening te houden met het memo, komen naast de door de deskundige al aangeduide werkzaamheden, de volgende werkzaamheden nog voor rekening van Q-Park: verwijderen (niet-constructieve) dekvloeren 2e en 3e etage en een deel van het zaagwerk, vervanging van giet- en dekvloeren, schoonmaken buitengevel, werkzaamheden vlucht- en nachttrappenhuis, roosters, overige werkzaamheden.
- Wereldhave heeft inmiddels, na het einde van de huurovereenkomst, het achterstallig onderhoud dat voor rekening van Q-Park kwam, zelf uitgevoerd en de parkeergarage een upgrade gegeven.
- Omdat een deel van het achterstallig onderhoud inmiddels is uitgevoerd, vordert Wereldhave daarvoor niet de kosten die door de deskundige hiervoor waren begroot, maar de daadwerkelijk gemaakte kosten, die veelal lager uitvallen. Het gaat hier om een bedrag van € 1.261.598,35 exclusief btw. Voor het achterstallig onderhoud dat Wereldhave nog niet heeft uitgevoerd, vordert zij een bedrag van € 228.078,- exclusief btw (conform de begroting van de deskundige) en een bedrag van € 178.700,- aan kosten die volgen uit de raming / offertes zoals door Wereldhave ontvangen.
- een verklaring voor recht dat Q-Park is tekort geschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit hoofde van artikel 8.34 van de huurovereenkomst
- een verklaring voor recht dat Q-Park is tekort geschoten in haar verplichting door het gehuurde bij het einde van de huur op 31 december 2022 niet aan Wereldhave op te leveren in de overeengekomen staat, te weten in overeenstemming met artikel 8.34 van de huurovereenkomst;
- veroordeling van Q-Park tot betaling van de kosten van herstel van de oplevergebreken en/of achterstallig onderhoud ad € 1.668.376,- te vermeerderen met btw en wettelijke handelsrente.
Wereldhave voert in dat verband aan dat zij het achterstallig onderhoud dat Q-Park had moeten uitvoeren, alsnog heeft uitgevoerd (of zal moeten uitvoeren), althans dat zij als gevolg van het door Q-Park niet voldoen aan haar onderhoudsverplichtingen herstel- en renovatiewerkzaamheden heeft uitvoeren (of zal moeten uitvoeren) die niet nodig waren geweest als Q-Park wel aan haar verplichtingen had voldaan.
Ten eerste wordt in artikel 8.34 gerefereerd aan bijlage 11 waarin foto’s zijn opgenomen van de Q-Park parkeergarage Bogaardplein in Rijswijk. Omdat deze vrijwel nieuwe gesloten ondergrondse parkeergarage niet vergelijkbaar is met de open, bovengrondse en veel oudere parkeergarage waarover het in deze procedure gaat, heeft de deskundige als referentiekader genomen: een parkeergarage waarin alle materialisering en installaties netjes zijn afgewerkt, die geen gebreken vertoont en die veilig en schoon is.
In afwijking op de opleververplichting zijn de volgende zaken geconstateerd. Gedetailleerd overzicht van deze tekortkomingen is toegevoegd in de fotobijlage welke onderdeel is van het rapport van oplevering.1. Het gehuurde is niet schoongemaakt en vrij van gebreken opgeleverd.2. Parkeerapparatuur is volledig maar niet vrij van schades opgeleverd.3. Schades aan afwerkvloer, wanden en kolommen zijn niet verholpen.4. Schades aan schilderwerk en het verwijderen van graffity uitingen is slechts deels uitgevoerd.Voor het verhelpen van de geconstateerde gebreken evenals de gebreken reeds onderdeel van het juridisch geschil zal op voorspraak van de uitspraak van de rechter een prijsopgave worden opgesteld waarmee het herstel van deze zaken financieel zal worden afgewikkeld.
de huur van de constructieve bouwvloer(en), het/de constructieve plafond(s), de bouwmuren inclusief de in de bouwmuren aanwezige kozijnen, ramen en deuren, de nutsvoorzieningen tot waar de (hoofd)meter is/komt dan wel tot een ander primair aansluitpunt, alsmede het eventueel in het gehuurde aanwezige (basis)sprinklernet en trappen.In beginsel is de verhuurder gehouden het gehuurde (in casu dus het casco) te onderhouden en gebreken daaraan te herstellen. Partijen kunnen daarvan afwijkende afspraken maken.
- Kwaliteit van het gietasfalt is matig, er zijn veel herstelwerkzaamheden zichtbaar;- Veel betonschade in de parkeergarage;- Afsluitdeksels droge blusleidingen ontbreken veelvuldig;- Belijning in de parkeergarage is slecht;- Veel kapotte verlichtingsarmaturen (…)- Diverse lekkages in de parkeergarage;- Plasvorming in de parkeergarage;
- al het onderhoud, herstel en reparatie van gebouwgebonden installaties tenzij vervanging minder kost dan (groot) onderhoud in welk geval verhuurder voor vervanging zal zorgdragen;
- onderhoud, herstel, reparatie, vervanging en vernieuwing van de parkeergebonden installaties;
- schilderwerk van de parkeergarage inclusief de coating van de vloer;
- onderhoud, herstel, reparatie, vervanging en vernieuwing van de belijning en routing;
- onderhoud, herstel en reparatie van de (dek)vloer(en) met uitzondering van het onderhoud aan het constructieve deel van het gehuurde;|
- de aankleding van de parkeergarage;
- toekomstige wijzigingen die verband houden met het gebruik door huurder.
- de bebording is minimaal en niet altijd verlicht of met pictogrammen uitgerust;
- de belijning op het wegdek is in slechte staat;
- het schilderwerk en de lak zijn op meerdere plaatsen slecht;
- relatief veel gebruiksschade zichtbaar;
- uitstraling vlucht- en nachttrappenhuis is slecht;
- metalen waterafvoerleidingen vertonen afbladderend schilderwerk en corrosie;
- de kabelwegen vertonen corrosie.
is voorstelbaar dat de staat van het schilderwerk hierdoor negatief is beïnvloed. Uit het rapport van de deskundige blijkt ook dat de plafonds en kolommen moeten worden voorbehandeld door het vrijmaken van de ondergrond van corrosie en afbladderend schilderwerk. Hiervoor geldt dan ook dat het tekortschieten niet aan Q-Park te wijten is.
- de bebording is minimaal en niet altijd verlicht of met pictogrammen uitgerust;
- de belijning op het wegdek is in slechte staat;
- het schilderwerk en de lak zijn op meerdere plaatsen slecht, voor zover het gaat om de wanden en de kozijnen;
- relatief veel gebruiksschade zichtbaar;
- de kabelwegen vertonen corrosie.
Dat geldt daarmee ook voor haar verplichting om het gehuurde bij het einde van de huur in de overeengekomen staat ex artikel 8.34 op te leveren. De in dit verband gevorderde verklaringen voor recht zullen met in achtneming van het voorgaande worden toegewezen.
- sloopwerk;
- vloeren;
- plafonds;
- wanden, borstweringen en kolommen;|
- vlucht- en nachttrappenhuis;
- installaties;
- overig;
- verkeersinrichting.
Met uitzondering van een deel van het sloopwerk, het herstel van hekwerken in de gevel, het controleren van luchtkokers en het aanbrengen van aanvullende afvoerstelsels, komen volgens Wereldhave alle kosten voor rekening van Q-Park. Q-Park heeft iedere aansprakelijkheid weersproken.
- wanden/kozijnen/deuren plaatselijk herstellen en opnieuw schilderen ad € 26.604,-;
- herstel gebruiksschade kolommen ad € 8.387,50;
- (vluchtweg)bewegwijzering controleren op compleetheid en op orde brengen ad € 15.000,-;
- coaten droge blusleiding herstellen ad € 5.000,-.
- elektrotechnische installaties netjes maken ad € 35.000,-
- verkeersinrichting ad € 9.000,-
Totaal: € 98.991,50.
Dit bedrag zal worden toegewezen. De daarover gevorderde btw zal eveneens worden toegewezen, net zoals de daarover gevorderde wettelijke rente vanaf de datum van oplevering, te weten 31 december 2022.
- de beide gevorderde verklaringen voor recht zullen worden toegewezen met in achtneming van hetgeen daarover is overwogen;
- Q-Park zal worden veroordeeld tot betaling aan Wereldhave van een bedrag van € 98.991,50 aan herstelkosten, te vermeerderen met de btw en de wettelijke rente daarover vanaf 31 december 2022.
In het tussenvonnis was al overwogen en beslist dat de vorderingen tot betaling van € 154.817,- over het tijdvak 2008-2012 en € 159.380,- over het tijdvak 2013-2017 en tot afgifte van een overzicht van verrichte onderhoudswerkzaamheden zouden worden afgewezen.
4.De beslissing
- 25% over de periode 11 oktober 2019 tot 21 november 2020 toen zowel de derde als de vierde verdieping gesloten waren;
- 10% over de periode 21 november 2020 tot 31 december 2022 toen alleen de vierde verdieping gesloten was;
- de bebording is minimaal en niet altijd verlicht of met pictogrammen uitgerust;
- de belijning op het wegdek is in slechte staat;
- het schilderwerk en de lak zijn op meerdere plaatsen slecht, voor zover het gaat om de wanden en de kozijnen;
- er is relatief veel gebruiksschade zichtbaar;
- de kabelwegen vertonen corrosie;
- de belijning op het wegdek is in slechte staat;
- het schilderwerk en de lak zijn op meerdere plaatsen slecht, voor zover het gaat om de wanden en de kozijnen;
- er is relatief veel gebruiksschade zichtbaar;
- de kabelwegen vertonen corrosie;