ECLI:NL:RBNHO:2024:7093

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
15 juli 2024
Publicatiedatum
15 juli 2024
Zaaknummer
C/15/351854 / FA RK 24-2121
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vervangende toestemming voor paspoort en vakantie van minderjarige

Op 15 juli 2024 heeft de Rechtbank Noord-Holland in Haarlem uitspraak gedaan in een zaak tussen een moeder en een vader betreffende de vervangende toestemming voor het aanvragen van een paspoort en een vakantie naar Spanje voor hun minderjarige dochter. De moeder had verzocht om toestemming voor het aanvragen van een nieuw paspoort en voor een vakantie met haar dochter naar Spanje, omdat de vader in eerste instantie weigerde deze toestemming te verlenen. De rechtbank oordeelde dat de vader onvoldoende zwaarwegende argumenten had om zijn weigering te rechtvaardigen, vooral gezien het feit dat de moeder al meerdere pogingen had ondernomen om toestemming te verkrijgen via de betrokken instanties. De kinderrechter benadrukte dat het in het belang van de minderjarige was om op vakantie te kunnen gaan en dat de vader erop mocht vertrouwen dat de betrokken instanties zouden ingrijpen indien nodig. De rechtbank verleende de moeder vervangende toestemming voor zowel het aanvragen van het paspoort als voor de vakantie. Daarnaast werd de vader veroordeeld in de proceskosten van de moeder, omdat hij haar zonder noodzaak had gedwongen tot deze procedure. De rechtbank wees de kosten voor de aanvraag van het paspoort en de geboorteakte af, maar erkende de overige kosten van de procedure. De uitspraak benadrukt het belang van samenwerking tussen ouders en de betrokken instanties in het belang van de kinderen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Familie en Jeugd
locatie Haarlem
vervangende toestemming paspoort en vakantie
zaak-/rekestnr.: C/15/351854 / FA RK 24-2121
Beschikking van de enkelvoudige kamer voor familiezaken van 15 juli 2024
in de zaak van:
[de moeder],
wonende te [plaats] ,
hierna te noemen: de moeder,
advocaat mr. F.A. Rost Onnes, kantoorhoudende te Naarden,
tegen
[de vader],
wonende te [plaats] ,
hierna te noemen: de vader.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoek, met bijlagen, van de moeder ingekomen op 26 april 2024;
- het F-formulier, met bijlagen, van de moeder van 25 juni 2024;
- het F-formulier, met bijlage, van de moeder van 27 juni 2024.
1.2.
De behandeling van de zaak heeft plaatsgevonden op de zitting van 1 juli 2024 in aanwezigheid van partijen, de moeder bijgestaan door mr. F.A. Rost Onnes.
Tevens waren ter zitting als informant aanwezig:
  • [vertegenwoordiger van de raad] namens de Raad voor de Kinderbescherming (hierna: de Raad); en
  • [vertegenwoordiger LET JB] en [vertegenwoordiger LET JB] van het Landelijk Expertise Team Jeugdbescherming (hierna: LET JB).
De vader heeft op de zitting een e-mailbericht van 16 augustus 2023 van hem aan [vertegenwoordiger LET JB] en een toestemmingsverklaring van 15 augustus 2023 overlegd. De advocaat van de moeder heeft op de zitting een pleitnotitie overlegd.

2.De feiten

2.1.
Partijen hebben tot september 2020 een affectieve relatie met elkaar gehad.
2.2.
De minderjarige kinderen van partijen zijn:
- [de minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum] in de gemeente [gemeente] (hierna: [de minderjarige 1] );
- [de minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum] in de gemeente [gemeente] (hierna: [de minderjarige 2] );
De vader heeft beide kinderen erkend. De ouders hebben gezamenlijk het gezag over [de minderjarige 1] . De moeder is van rechtswege eenhoofdig belast met het gezag over [de minderjarige 2] .
2.3.
[de minderjarige 1] woont (samen met [de minderjarige 2] ) bij haar moeder.
2.4.
Bij beschikking van deze rechtbank van 22 februari 2023, is [de minderjarige 1] onder toezicht gesteld van de gecertificeerde instelling De Jeugd- & Gezingsbeschermers (de GI), welke ondertoezichtstelling nadien is verlengd en thans nog voortduurt tot 22 september 2024.

3.Het verzoek

Paspoort en vakantie
3.1.
De moeder heeft verzocht aan haar vervangende toestemming te verlenen voor het aanvragen van een paspoort voor [de minderjarige 1] .
3.2.
De moeder heeft daarnaast verzocht aan haar vervangende toestemming te verlenen om met [de minderjarige 1] op vakantie te gaan naar Spanje van [datum] tot en met [datum] .
Ze legt aan deze verzoeken ten grondslag dat ze in de zomervakantie een week met [de minderjarige 1] (en [de minderjarige 2] ) naar Spanje op vakantie wilt en dat [de minderjarige 1] daarvoor een nieuw paspoort nodig heeft. Om veiligheidsredenen kan de moeder niet samen met de vader naar de gemeente voor de aanvraag van een paspoort voor [de minderjarige 1] . Nu er geen rechtstreeks contact is tussen partijen heeft zij via de GI, het LET JB en haar advocaat geprobeerd de toestemming van de vader te krijgen, maar hij weigert deze toestemming te verlenen. Volgens de moeder is het in het belang van [de minderjarige 1] om samen met haar en [de minderjarige 2] een week naar Spanje op vakantie te gaan.
3.3.
Door en namens de moeder is op de zitting betwist dat de vader toestemming heeft verleend, zoals door de vader gesteld. De moeder heeft een en ander van hem ontvangen, maar het “Toestemmingsformulier Paspoort” ontbreekt, relevante informatie van de kopie paspoort van de vader is afgeplakt en de handtekening op het “Toestemmingsformulier reizen” komt niet overeen met de handtekening van zijn paspoort. De moeder is twee keer met de kopie paspoort van de vader naar de gemeente gegaan, maar de gemeente heeft deze beide keren geweigerd.
Proceskosten
3.4.
Tot slot heeft de moeder verzocht de vader te veroordelen in de kosten van deze procedure.
Ze legt aan dit verzoek ten grondslag dat zij genoodzaakt is deze procedure te starten doordat de vader – ondanks meerdere pogingen via de GI, het LET JB en haar advocaat – op oneigenlijke gronden blijft weigeren zijn toestemming te verlenen voor de vakantie van [de minderjarige 1] en een nieuw paspoort voor haar. De kosten bestaan uit het griffierecht ad € 87,00, de eigen bijdrage ad € 333,00, de kosten voor het opvragen van de geboorteakte van [de minderjarige 1] ad € 16,60 en de kosten voor het aanvragen van het paspoort voor [de minderjarige 1] ad € 63,42, in totaal: € 500,00.
3.5.
Door en namens de moeder is op de zitting naar voren gebracht dat de vader kort voor de zitting liet weten toestemming te willen geven, maar dat hij dit nog steeds niet heeft gedaan. Ze heeft een laag inkomen en ontvangt geen bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding voor [de minderjarige 1] van de vader. Bovendien heeft ze in het verleden vaker moeite moeten doen voor toestemming van de vader voor [de minderjarige 1] met betrekking tot school, kinderopvang en een identiteitskaart die ze nodig had voor een medische ingreep.

4.Verweer

Paspoort en vakantie
4.1.
De vader heeft op de zitting naar voren gebracht dat hij toestemming heeft gegeven voor de aanvraag van een paspoort voor [de minderjarige 1] en voor een week vakantie van [de minderjarige 1] naar Spanje en dat hij daarvoor alle benodigde stappen heeft gezet. Daarbij heeft hij aangegeven – dat mocht dat nodig zijn – hij bereid is de kosten voor een spoedaanvraag van het paspoort voor [de minderjarige 1] te betalen.
Proceskosten
4.2.
De vader heeft op de zitting gemotiveerd verweer gevoerd tegen het verzoek van de moeder om hem te veroordelen in de kosten van deze procedure. Hij heeft aangevoerd dat als de (advocaat van de) moeder telefonisch contact met hem had opgenomen, hij toestemming had verleend. In plaats daarvan heeft de moeder ervoor gekozen om deze procedure te starten. In eerste instantie weigerde hij de toestemming te verlenen zo lang [de minderjarige 1] onder toezicht staat en er geen zicht is op de situatie bij de moeder, maar hij heeft vervolgens alsnog tijdig zijn toestemming verleend. Daarbij geeft hij aan in het verleden ook zijn toestemming te hebben verleend voor de aanvraag van een identiteitskaart voor [de minderjarige 1] die ze nodig had voor een medische ingreep.

5.De beoordeling

Paspoort en vakantie
5.1.
Door en namens het LET JB is tijdens de zitting aangegeven dat zij geen zorgen hebben bij, geen belemmeringen zien en geen bezwaar hebben tegen de vakantie van de moeder met [de minderjarige 1] (en [de minderjarige 2] ) naar Spanje en het aanvragen van een paspoort voor [de minderjarige 1] .
5.2.
De rechtbank overweegt als volgt.
Artikel 34, lid 2, juncto artikel 38, lid 2, van de Paspoortwet voorziet in de mogelijkheid, indien een van de personen die het gezag over een kind uitoefent weigert een verklaring van toestemming voor het aanvragen van een paspoort af te geven, deze toestemming te vervangen door een verklaring van de kinderrechter, die een zodanige beslissing geeft als hem in het belang van het kind wenselijk voorkomt.
5.3.
Op grond van artikel 1:253a, lid 1, van het Burgerlijk Wetboek (BW) kunnen in geval van gezamenlijke uitoefening van het gezag geschillen hieromtrent op verzoek van een ouder aan de rechtbank worden voorgelegd. De rechtbank neemt een zodanige beslissing als haar in het belang van het kind wenselijk voorkomt. Daarbij geldt dat, hoezeer het belang van het kind een overweging van de eerste orde dient te zijn bij de te verrichten belangenafweging, andere belangen zwaarder kunnen wegen. De rechtbank zal bij de beslissing daarom alle omstandigheden van het geval in acht dienen te nemen. Door en namens de moeder is op de zitting verzocht een beslissing te nemen op de verzoeken. De rechtbank zal daarom een beslissing op de verzoeken nemen.
5.4.
De kinderrechter acht het in het belang van [de minderjarige 1] dat voor haar een paspoort wordt aangevraagd en dat [de minderjarige 1] een week samen met haar moeder (en haar zus) naar Spanje op vakantie kan. De vader heeft ter zitting gesteld dat hij reeds de benodigde stukken voor de toestemming heeft aangeleverd, hetgeen door de moeder wordt betwist. De rechtbank benadrukt dat het positief is dat de vader bereid is alsnog zijn toestemming te verlenen en welwillend is met het oog op de toekomst. De verzoeken om vervangende toestemming voor de aanvraag van een paspoort voor [de minderjarige 1] en een week vakantie naar Spanje met [de minderjarige 1] te verlenen, zullen daarom als niet weersproken en op de wet gegrond worden toegewezen. De rechtbank ziet hier toe de noodzaak vanwege de gebreken die kleven aan de door de vader vlak voor de zitting aan de moeder toegezonden stukken en de kort termijn die nog resteert tot de vakantie.
Proceskosten
5.5.
De moeder heeft verzocht om een kostenveroordeling van de vader. Het is gebruikelijk in zaken tussen ex-partners dat partijen ieder de eigen kosten dragen. Dit kan anders zijn wanneer sprake is van nodeloos procederen.
De moeder heeft getracht toestemming te krijgen via de GI, het LET JB en haar advocaat, maar de vader weigerde in eerste instantie de toestemming te verlenen zo lang [de minderjarige 1] onder toezicht staat en er geen zicht is op de situatie bij de moeder. De rechtbank acht deze argumentatie onvoldoende zwaarwegend nu de vader erop mag vertrouwen dat de GI/het LET JB gedurende een ondertoezichtstelling zal ingrijpen als er bezwaar is tegen een vakantie van [de minderjarige 1] naar het buitenland of het aanvragen van een paspoort voor haar. Zo nodig had hij daarover ook het LET JB kunnen benaderen, hetgeen hij heeft nagelaten. Pas nadat de vader weigerde zijn toestemming te verlenen heeft de moeder onderhavige verzoeken ingediend. Kort voor aanvang van de zitting heeft de vader laten weten alsnog toestemming te willen verlenen, maar hij heeft niet de vereiste stukken (dat wil zeggen stukken die aan alle gestelde eisen voldoen) hiervoor aan de moeder toegezonden. Daarbij heeft de moeder vaker moeite moeten doen voor toestemming van de vader voor [de minderjarige 1] .
Gelet op vorenstaande is de kinderrechter van oordeel dat de vader de moeder zonder noodzaak heeft gedwongen tot de onderhavige procedure. De kinderrechter zal de vader dan ook veroordelen in de proceskosten die de moeder heeft moeten maken. De kosten worden begroot op:
- griffierecht : € 87,00
- eigen bijdrage : € 333,00
Totaal : € 420,00
Tot de kosten van de procedure behoren evenwel niet de kosten van de geboorteakte en de aanvraag van het paspoort, zodat het verzoek ten aanzien van deze kosten zal worden afgewezen.
5.6.
Tot slot geeft de rechtbank partijen in overweging om mee te werken met en vertrouwen te hebben in de aangeboden hulpverlening vanuit het LET JB. Het is aan het LET JB om de ruis die is ontstaan tussen partijen weg te nemen en met de vader te werken aan het herstellen van zijn vertrouwen in hulpverleningsinstanties. Het is ook in het belang van [de minderjarige 1] dat in de toekomst onnodige procedures worden voorkomen en partijen onderhavige kwesties onderling kunnen regelen. De verantwoordelijkheid hiervan ligt bij partijen.

6.De beslissing

De rechtbank:
6.1.
bepaalt dat de verklaring van toestemming van de vader tot het aanvragen van een paspoort ten behoeve van de minderjarige:
- [de minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum] te [plaats] ,
wordt vervangen door de toestemming van de kinderrechter.
6.2.
verleent de moeder toestemming, welke toestemming die van de vader vervangt, voor een vakantie met [de minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum] te [plaats] , in de periode van [datum] tot [datum] , naar Spanje.
6.3.
Veroordeelt de vader in de proceskosten, aan de zijde van de moeder tot op heden begroot op € 420,00.
6.4.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
6.5.
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.C.A Onderwater, rechter, tevens kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. R.E. Vogel als griffier en in het openbaar uitgesproken op 15 juli 2024.
Tegen deze beschikking kan – voor zover er definitief is beslist – door tussenkomst van een advocaat hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam. De verzoekende partij en/of de zich verwerende partij dient het hoger beroep binnen de termijn van drie maanden na de dag van de uitspraak in te stellen.