Uitspraak
VONNIS AFWIJZING DWANGAKKOORD
geboren op: [geboortedatum] 1980 te [plaats 1]
wonende te: [plaats 2]
gevestigd te: Groningen
1.Samenvatting
2.Beslissing van de rechtbank
3.Gevolgen voor schuldenaar
4.Redenen voor deze beslissing
- Schuldenaar heeft een totale schuldenlast van € 7.971,80. De schuld aan de weigerende schuldeisers bedraagt in totaal € 946,49 en dat is 11,87 % van de totale schuldenlast van schuldenaar. Schuldenaar heeft op 17 november 2023 op basis van een saneringskrediet aan schuldeisers zonder voorrang aangeboden om 40,66 % van hun vordering te betalen.
- Schuldenaar heeft belang bij de aangeboden schuldregeling omdat hij daarmee zijn schulden kan saneren.
- Het belang van de overige schuldeisers wordt geschaad bij weigering van de aangeboden schuldregeling, omdat zij anders hoge incassokosten moeten maken om hun vordering geïncasseerd te krijgen. Bovendien leidt de aangeboden schuldregeling tot een beter resultaat voor schuldeisers dan bij toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling (wsnp).
De weigerende schuldeisers hebben het aanbod afgewezen. Op 11 juli 2024 heeft de gemachtigde namens hen een verweerschrift ingediend tegen het dwangakkoord. De weigerende schuldeisers voeren (voor zover voor de beoordeling van belang) het volgende aan.
- Een schuldeiser heeft recht op betaling. De rechtbank kan daarom alleen in bijzondere gevallen een schuldeiser dwingen om in te stemmen met een schuldregeling. De rechtbank moet daarbij rekening houden met de belangen van schuldenaar en alle schuldeisers.
- De rechtbank let bij haar beoordeling onder meer op het volgende:
- De rechtbank is van oordeel dat hier geen sprake is van een bijzonder geval. Schuldenaar heeft in de periode vanaf 22 november 2020 tot en met 23 juni 2021 bij verschillende tankstations van de schuldeisers in totaal tien keer getankt zonder te betalen en is daarbij doorgereden zonder zich aan de kassa te melden. Schuldenaar heeft deze schuld niet te goeder trouw laten ontstaan omdat sprake is van diefstal. De rechtbank is daarom van oordeel dat de weigerende schuldeisers in redelijkheid tot weigering van hun medewerking aan de aangeboden schuldregeling hebben kunnen komen. Zij hoeven daarom niet mee te werken aan de aangeboden schuldregeling.
5.Stukken waarop deze beslissing is gebaseerd
- verzoekschrift van schuldenaar met bijlagen;
- verweerschrift van 11 juli 2024 namens de weigerende schuldeisers;
- de aantekeningen van de zitting van 16 juli 2024, waarbij aanwezig waren schuldenaar en zijn beschermingsbewindvoerder [bewindvoerder] van stichting KBNL, [betrokkene 1] namens Kredietbank Nederland (schuldhulpverlener) en [betrokkene 2], begeleider verbonden aan het Leger des Heils.