Uitspraak
1.[gedaagde 1],
2.2. [gedaagde 2],
1.De procedure
2.De feiten
“Duur, verlenging en opzegging3.1Deze huurovereenkomst is aangegaan voor 1 jaar, ingaande op 1 sept 2018 en lopende tot en met 31 aug 2019.3.2Deze huurovereenkomst wordt verlengd van de in 3.1genoemde periode, behoudens beëindiging van deze huurovereenkomst door opzegging door huurder of verhuurder in overeenstemming met 3.4. en 3.5 voorgezet voor een aansluitende periode van 1 jaar + 3 jaar.3.3Na ommekomst van de in 3.2. genoemde periode wordt deze huurovereenkomst behouden beëindiging van deze huurovereenkomst door opzegging door huurder of verhuurder in overeenstemming met 3.4. en 3.5 voortgezet voor van telkens 1 jaar.3.4Beëindiging van deze huurovereenkomst door opzegging vindt plaats door huurder aan verhuurder voor het 1e jaar, twee maanden voor het einde van de lopende huurperiode, 4 maanden voor het 2e jaar en voor de +3 jaar geldt 1 jaar voor het einde van de lopende huurperiode of, ingeval van een huurovereenkomst voor onbepaalde tijd, tegen ieder tijdstip, zoals geschreven in de algemene bepalingen.(…)Huurprijs, omzetbelasting, servicekosten, promotiebijdragen, huurprijsaanpassing, betalingsverplichting, betaalperiode(…)Casco9.1 In aanvulling op de huur als casco als omschreven in artikel 1 van de algemene bepalingen behoren tot het gehuurde, CV-ketel, Elektrisch en gas installatie, watervoorziening, afvoer en wc(s).9.2In afwijking op de huur als casco als omschreven in artikel 1 van de algemene bepalingen behoren niet tot het gehuurde: (…) Vetput (buiten voor de ingang) huurder is wel zelf aansprakelijk voor storingen en onderhoud hiervan en is verplicht min 1 keer per jaar deze te laten legen door een erkend bedrijf (…).Bijzondere bepalingen(…)14.4Indien de eigenaresse besluit het pand te verkopen, heeft huurder het recht van koop en is echter voor beide partijen uitdrukkelijk geheel vrijblijvend en verplicht partijen niet tot verkoop c.q. aankoop over te gaan. Bij verkoop aan huurder zal wel onder de volgende voorwaarden zijn: Komen de eigenaresse en huurder ten tijde van de koop niet uit over de verkoopprijs dan kan een derde (onafhankelijke) partij een taxatierapport door gediplomeerden en beëdigde taxateur laten opmaken en vervolgens de koopprijs vaststellen. Als huurder bij verkoop van het pand door de eigenaresse geen aanspraak wil maken op eerste recht van koop (of geen financiering hiervoor krijg) is de eigenaresse vrij om het pand aan te verkopen aan derde. (Deze huurovereenkomst zal dan overgaan naar de nieuwe eigenaar(s) en zullen dit huurcontract eerbiedigen. Huurder heeft dan ook geen recht tot indienen van schadeclaims of soortgelijke compensatie bij eigenaresse. Het eerste recht van Koop is niet van toepassing indien het pand verkocht wordt aan Mevrouw [gedaagde 1] in privé, haar echtgenoot of familie en aanverwanten tot en met de in de tweede graad.14.4-1Eigenaresse zal na het 1e jaar en verlenging van het huurcontract de optie voor koop zoals is omschreven in art 14.4 aan huurder aanbieden met die voorwaarden dat de verkoopdatum pas plaatsvindt na 3 jaar dat het pand in privé bezit is van de eigenaresse.14.5Huurder draagt zorg voor de maandelijkse betaling van het vastrecht en levering van de nutsvoorziening van gas en water, deze zal jaarlijks verrekend worden eerste perioden 14 dagen na eindnota van de leverancier(s) met de verhuurder met de meterstanden van de tussenmeters die aanwezig zijn in het pand. De huurder zal de eindafrekening opmaken met bewijsvoering van een copy van de eindnota van de nutsbedrijven.14.6Verhuurder betaalt voor deze nuts voorziening voor gas en water een voorschot van € 150,00 (zegge honderdvijftig euro) per maand aan huurder en zal na de eindafrekening per jaar het voorschot bij bijbetaling verhogen of bij te terug vordering in overleg het bedrag verlagen.”
“Schade10.1Huurder zal verhuurder onverwijld in kennis stellen van een gebrek en van de (dreigende) schade die uit dat gebrek of uit een andere oorzaak of omstandigheid voortvloeit. Huurder geeft verhuurder daarbij een – gelet op de aard van het gebrek – redelijke termijn, om een aanvang te maken met het verhelpen van een voor rekening van verhuurder komend gebrek. Huurder zal verhuurder deze kennisgeving waaronder mede begrepen de redelijke termijn zo spoedig mogelijk schriftelijk bevestigen.(…)Bijzondere bepalingen(…)11.3Verhuurder is niet aansprakelijk voor schade tengevolge van een gebrek en huurder kan in geval van een gebrek geen aanspraak maken op huurprijsvermindering en verrekening, behoudens de bevoegdheid tot verrekening als bedoeld in artikel 7:206 lid 3 Burgerlijk Wetboek.11.4 Het gestelde in 11.3 is in de navolgende omstandigheden niet van toepassing:- indien een gebrek een gevolg is van een toerekenbare ernstige tekortkoming van verhuurder:- indien verhuurder een gebrek bij het aangaan van de huurovereenkomst kende en met huurder daaromtrent geen nadere afspraken heeft gemaakt:(…)-indien verhuurder een gebrek bij het aangaan van de huurovereenkomst behoorde te kennen en huurder daarvan middels zijn onderzoeksplicht in artikel 2.3. van de algemene bepalingen niet op de hoogte had kunnen of behoren zijn dan wel dienaangaande geen onderzoek hoefde te doen-indien verhuurder de door huurder schriftelijk gestelde redelijke termijn als bedoeld in artikel 10.1 van de algemene bepalingen om een aanvang te maken met het verhelpen van een voor rekening van verhuurder komend gebrek, niet in acht heeft genomen.”
“Verdeelinrichting HKL begane grond:(…)De circuitweerstand van de groepen die niet beveiligd worden door de aardlekbeveiliging is te hoog t.o.v. de toegepaste beveiliging.Er worden diverse groepen beveiligd door de aardlekbeveiliging maar ook groepen iet. De installaties is niet gedocumenteerd.De aardingvoorzieningen dienen z.s.m. gecontroleerd te worden.Het is niet duidelijk welke type aardlekbeveiliging wordt toegepast. Indien de aardlekbeveiliging een type C is dient deze onmiddellijk vervangen te worden. nader onderzoek dient dit uit te wijzen.”Door [betrokkene 9] toegevoegd:
“Aangepast”“Verdeelinrichting LK KeukenDe verdeelinrichting in de bedrijfskeuken voedt groepen waar contactdozen op aangesloten zijn. De 30mA-aardlekschakelaar voor aanvullende bescherming ontbreekt.”Door [betrokkene 9] toegevoegd:
“Voldoet volgens de oude norm”“Keuken begane grondHet snoer van de vaatwasmachine wordt gelast zonder lasdoos.De vaatwasmachine wordt aangesloten d.m.v. een stekker en maakt geen deel uit van de “vaste” elektrotechnische installatie.Hoewel deze geconstateerde afwijking niet binnen het bereik van deze veiligheidsinspectie valt is het toch meegenomen in de rapportage met het oog op de veiligheid.”Door [betrokkene 9] toegevoegd:
“Aangepast”“Bar begane grondDe circuitweerstand van de contactdoos is niet te meten door vreemde spanning tussen fase en de PE-geleider. De contactdoor dienst z.sm. gecontroleerd te worden.”Door [betrokkene 9] toegevoegd: “
Eigen bouw huurder”Verder heeft [betrokkene 9] bij het onderwerp
Meting Circuitweerstandtoegevoegd: “
Kortsluit meting is goed” en bij de factuur vermeld
“Alle punten zijn hersteld en daarmee is de installatie veilig opgeleverd. Wat er daarna is aangepast door de huurder is nu niet bekend. Maar de nulmeting na reparatie is een uitgangspunt.”
“Opmerkingen/uitgevoerde werkzaamheden:Herstelwerkzaamheden n.a.v. keuringsrapport: Technisch Tekenburo [betrokkene 8] 01-04-2020Advies: Aardlekschakelaar op ‘keukengroep’ LK monteren (niet wettelijk verplicht i.v.m. Oude installatie normen)”
Het leek wel rioollucht”.
“De gemeente is hier een aantal keer bij geweest omdat wij toch als noodkreet fungeerde, waaronder ikzelf om onderzoek te doen zowel binnen en buiten, dat hebben wij gedaan al vanaf 2017.Er zijn door onze rioolmedewerkers buiten op gemeente grond in 2018 en 2020, 2 gaatjes gevonden, deze bevonden zich buiten het pand in de stoep, 1 in de HWA aansluiting net buiten het pand en 1 in de vetvanger wat eigenlijk eigendom is van de verhuurder. Deze hebben wij allebei dicht gemaakt. We hebben al het leidingwerk buiten gefilmd door middel van een camera inspectie, deze huisaansluiting is vanaf de grens verhuurder/gemeente gefilmd tot aan de opzetter en deze is 100% in orde.Hierdoor hebben wij als gemeente voldaan aan onze eisen, en hebben ook geadviseerd verder onderzoek te doen en dat is de inpandige riolering te onderzoeken, filmen en een rioolonderzoek te doen. Deze is gedaan door de firma [betrokkene 3] en heeft duidelijk aangegeven dat er inpandig overal lekkages zijn. Ik heb de firma [betrokkene 3] ook hierin gesproken vanochtend en zij hebben deels werk verricht en verder geen actie meer ondernomen omdat er niet werd betaald of dergelijke maar daar staan wij los van. (…)”
“CONSTATERINGEN1Vanuit het eternit riool (asbest) achter het toilet van de bovenwoning komt rookontwikkeling2 Bij de standleiding (bedenede) komt ook rook vrij3 Bij het kruipruimte aan de voorzijde is ook een riool lekkage bij een gat in het PVC.CONCLUSIEDoor de rookontwikkeling op meerdere punten is vastgesteld dat er inderdaad open verbindingen zijn. Deze open verbindingen kunnen stank veroorzakenDoordat de lekkage op meerdere plekken zit adviseren wij om een total renovatie op te zetten(…)”
5.3. (…) niet is gesteld of gebleken dat [eiser] op grond van een verklaring van [gedaagde 2] heeft mogen aannemen dat [gedaagde 2] een toerekende volmacht aan [betrokkene 1] had verleend voor het sluiten van een huurkoopovereenkomst. (…)5.4 De voorzieningenrechter volgt [eiser] evenmin zijn standpunt dat uit het feit dat partijen hadden afgesproken de overeenkomst op 26 augustus 2019 gezamenlijk te ondertekenen valt af te leiden dat tussen partijen overeenstemming over de inhoud van de overeenkomst bestond. (…) Dat [betrokkene 1] op 4 september 2019 nog een gewijzigd concept van de te sluiten huurkoopovereenkomst aan [eiser] heeft gestuurd, en de accountant van [gedaagde 2] het concept op 12 september 2019 behouden een typefout heeft goedgekeurd, duidt erop dat tussen partijen op 26 augustus 2019 geen overeenkomst tot stand is gekomen. (…)5.5. Omdat van aanvaarding van een voorstel door [gedaagde 2] zelf is niet gebleken, acht de voorzieningenrechter het ook niet aannemelijk dat op 13 september 2019 een huurkoopovereenkomst tussen partijen is gesloten.5.6. Dat laatste te meer niet nu [eiser] op 23 september 2019 heeft aangegeven op dat moment niet bereid te zijn tot tekening van de laatste versie, alvorens een probleem rond de hoogte van de gasrekening voor de bovenwoning was geadresseerd, hetgeen erop duidt dat [eiser] zich toen zelf nog niet gebonden achtte.(…)5.11 [gedaagde 2] (lees: [gedaagde 1]
) heeft op de zitting laten weten dat zij nog steeds de intentie heeft om tot verkoop van het pand aan [eiser] te komen en dat, als [eiser] geïnteresseerd is, het hem vrij staat een bod te doen. De voorzieningenrechter interpreteert deze uitlating aldus dat [gedaagde 2] (lees: [gedaagde 1]
) in geval zij besluit om door middel van het starten van een verkoopproces met het pand de markt op te gaan, bereid is om op gelijke voet met die van andere gegadigden biedingen van [eiser] in voerwegen te nemen. Meer kan [eiser] niet verlangen.
“Niet direct waarneembaar asbesthoudende toepassingenEr is een redelijke vermoeden dat er niet waarneembare asbesthoudende toepassingen in het restaurant [bedrijf 2] aanwezig zijn. Derhalve is een aanvullend onderzoek wel noodzakelijk indien besloten wordt tot een renovatie.(…)Opmerkinga. in de trapkast op de begane grond is naar alle waarschijnlijkheid in het verleden (januari 2020) op ondeskundige wijze een deel van de asbesthoudende riolering (materiaalmonster 01) verwijderd. Kleefmonster 01 toont aan dat er sporen asbesthoudend materiaal in het stof aanwezig zijn. Dientengevolge wordt geadviseerd de trapkast te sluiten en niet meer zonder de vereiste PBM’s te betreden.(…)In onderstaande tabel zijn de aangetroffen asbesthoudende materialen aangegeven.
3.Het geschil
- dat [gedaagde 1] toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de aanbiedingsverplichting en eerste recht van koop, alsmede te verklaren voor recht dat zij aansprakelijk is voor de als gevolg daarvan door [eiser] geleden en nog te lijden schade nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet.
- dat [gedaagde 2] onder de gegeven omstandigheden jegens [eiser] onrechtmatig heeft gehandeld door te profiteren van de schending van het voorkeursrecht van [eiser] en te verklaren voor recht dat hij (al dan niet hoofdelijk naast [gedaagde 1]) aansprakelijk is voor de als gevolg daarvan door [eiser] geleden en nog te lijden schade nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet.
- dat het gehuurde gebreken heeft waardoor de gehuurde zaak niet aan [eiser] het huurgenot kon en kan verschaffen die hij bij het aangaan van de huurovereenkomst mocht verwachten van een goed onderhouden zaak van de soort als waarop de overeenkomst betrekking heeft, zodat de verhuurder ([gedaagde 1] en [gedaagde 2] als opvolger) aansprakelijk is voor de gevolgen daarvan, zijnde deze schade voor [eiser] (waaronder inkomstenderving en onderzoekskosten/advies MvM) nader op te maken bijstaat en te vereffenen volgens de wet.
Verder vordert [eiser] [gedaagde 2] te gelasten over te gaan tot herstel van de gebreken aan het gehuurde, op straffe van een dwangsom en [gedaagden] hoofdelijk te veroordelen tot:
- betaling van een bedrag van € 2.608,00 aan covid-korting,
- betaling van de kosten voor de levering van gas en water aan de boven appartementen over de periode september 2018 – september 2023,
- betaling van een in goede justitie te bepalen huurkorting vanaf januari 2019 tot moment dat gebreken zijn verholpen.
4.De beoordeling
bij aanvangvan de overeenkomst aan de bepalingen mochten toekennen en op wat zij
bij aanvangdaaromtrent van elkaar mochten verwachten. [eiser] gaat echter vervolgens in op de gewekte verwachtingen bij de onderhandelingen van oktober 2022. Dit valt niet onder de toetsing van de Haviltex-criterium. De verklaring voor recht dat [gedaagde 1] en/of [gedaagde 2] toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van artikelen 14.4 en 14.4-1 worden dan ook afgewezen. De vordering in reconventie van [gedaagde 1] ter zake wordt ook afgewezen. [eiser] heeft namelijk zijn vordering gebaseerd op de onderhandelingen van oktober 2022. [gedaagde 1] heeft daarom geen belang bij een verklaring voor recht dat in augustus – september 2019 tussen partijen geen overeenkomst tot stand is gekomen.