Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Handel, Kanton en Bewind
locatie Haarlem
Zaaknummers: 11115028 BM VERZ 24-1409 en 11115726 BM VERZ 24-1416 KG
Uitspraakdatum: 24 juli 2024
Beschikking van de kantonrechter
op verzoek van:
[betrokkene 1] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] ,
van wie het adres bekend is bij deze rechtbank,
met betrekking tot zichzelf en tot:
[betrokkene 2] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] ,
van wie het adres bekend is bij deze rechtbank,
hierna gezamenlijk ook te noemen: betrokkenen.
procedure
De kantonrechter heeft kennisgenomen van:
- de verzoekschriften met bijlagen, ter griffie ingekomen op 21 mei 2024;
- de bereidverklaringen van de voorgestelde bewindvoerders;
- het gespreksverslag van de gerechtsjurist.
Op 28 juni 2024 is het verzoek besproken door de gerechtsjurist namens de kantonrechter.
beoordeling
De verzoeken strekken tot instelling van bewind over de goederen die aan betrokkenen (zullen) toebehoren.
De kantonrechter dient eerst een beslissing te nemen over de noodzaak van de instelling van de maatregel. Gelet op de stukken en de afgelegde verklaringen acht de kantonrechter het voldoende aannemelijk dat betrokkenen als gevolg van hun geestelijke of lichamelijke toestand tijdelijk of duurzaam niet in staat zijn ten volle hun vermogensrechtelijke belangen behoorlijk waar te nemen. Betrokkenen hebben beiden een algemene notariële volmacht laten opstellen waarin de gevolmachtigden elkaar de bevoegdheid hebben gegeven om in naam en voor rekening van de ander alle rechtshandelingen te verrichten op het gebied van het burgerlijke recht, het belastingrecht, het procesrecht en elk ander rechtsgebied voor zover de wet dit toestaat en waarin staat dat de volmacht uitdrukkelijk niet eindigt wanneer de volmachtgever vanwege een slechte fysieke of geestelijke gezondheid niet langer in staat is zijn of haar wil te bepalen. Door deze volmachten is er in beginsel geen reden om een bewind uit te spreken. Maar omdat beide betrokkenen momenteel niet in staat zijn om de eigen financiële belangen te behartigen, kunnen zij ook niet in staat worden geacht om de belangen van de ander te behartigen. Daarom is een bewind over de gemeenschap van goederen wenselijk en zal de kantonrechter overgaan tot onderbewindstelling.
Waar het gaat om de grond voor instelling van een bewind over de goederen van [betrokkene 1] overweegt de kantonrechter dat [betrokkene 1] als mantelzorger duidelijk een hele belaste periode heeft doorgemaakt door het ziektebeeld van haar echtgenoot, waarbij uiteindelijk haar echtgenoot is opgenomen in een verpleeghuis. [betrokkene 1] heeft aangegeven nog steeds ernstige spanning te ervaren. Voor de kantonrechter is dit voldoende grond voor toewijzing van het verzoek.
Tegen benoeming van de voorgestelde bewindvoerder bestaat geen bezwaar.
De kantonrechter zal de jaarbeloning van de te benoemen bewindvoerder, inclusief onkostenvergoeding en exclusief omzetbelasting voor zover van toepassing, vaststellen overeenkomstig artikel 7 lid 2 van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren.
De kantonrechter zal de beloning van de te benoemen bewindvoerder voor de aanvangswerkzaamheden vaststellen op een bedrag van € 745,00 (exclusief btw).
Tijdens het gesprek is vastgesteld dat betrokkenen niet in staat zijn om de rekening en verantwoording te begrijpen en te controleren.
beslissing
De kantonrechter:
- stelt de goederen, die (zullen) toebehoren aan de hiervoor genoemde
- benoemt tot bewindvoerder: Vaneker Finance Bewindvoering B.V., Kvkno. 84854626, correspondentieadres: postbus 604, 2180 AP Hillegom;
- bepaalt dat deze uitspraak wordt ingeschreven in het openbaar Centraal curatele- en bewindregister;
- stelt de jaarbeloning van de bewindvoerder vast overeenkomstig artikel 7 lid 2 van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren;
- stelt de beloning van de bewindvoerder voor de aanvangswerkzaamheden vast op een bedrag van € 745,00 (exclusief btw).
Deze beschikking is gegeven door mr. J.A.C.R.W. VerLoren van Themaat-van der Hoeven, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter