Uitspraak
RECHTBANK Noord-Holland
1.[eiser] ,
2.
[eiseres],
1.[gedaagde 1] ,
2.
[gedaagde 2],
3.
[gedaagde 3],
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
Model koopovereenkomst voor een bestaande eengezinswoning (model 2021)waarin een van artikel 7:17 BW afwijkende regeling over de non-conformiteit is opgenomen. Artikel 6.1 van de koopovereenkomst bevat de hoofdregel, namelijk dat [eisers] het gekochte heeft gekocht in de staat waarin deze zich bij het sluiten van de koopovereenkomst bevond. Daarmee is het risico van alle zichtbare en onzichtbare gebreken uitdrukkelijk bij [eisers] gelegd. Deze gebreken maken dus onderdeel uit van het gekochte.
niet afbedoelt [gedaagden] kennelijk dat niet alleen een buitenwand niet compleet was, maar ook dat er diverse, de rechtbank noemt het maar, onvolkomenheden aan het bijgebouw waren. Zo was de hellingsgraad van het dak te klein en was in het bijgebouw enige tijd een hennepkwekerij in bedrijf en voldeed de elektriciteitsvoorziening niet aan de normen.
Vragenlijst over de woning” heeft verklaard dat er geen overlast van ongedierte was, maakt evenmin dat sprake is van een gebrek. Anders dan [eisers] aanvoert, beoogt de vragenlijst niet garanties te geven voor het bestaan of het afwezig zijn van bepaalde eigenschappen van de woning, maar een informatieve strekking te hebben. [eisers] heeft geen argumenten gegeven waarom dat hier anders zou moeten zijn. De door [gedaagden] verstrekte informatie is verder algemeen van aard, zodat [eisers] zonder enige nadere navraag of onderzoek niet zonder meer mocht uitgaan dat er geen overlast door ongedierte zou zijn. De aanwezigheid van ongedierte in een woning is, zeker op het platteland, aannemelijk. In de vragenlijst heeft [gedaagden] slechts ingevuld dat er geen
overlastvan ongedierte was. Niet gevraagd wordt naar de
aanwezigheidvan ongedierte. De betreffende vraag in de vragenlijst kent geen nuances. Bij de beantwoording van de vraag over overlast van ongedierte kon [gedaagden] slechts kiezen tussen “
ja” en “
nee”. Er is op dit punt geen gebrek in de zin van de koopovereenkomst.
[eisers] deelde ons mede dat hij bij regenval lekkages constateerde bij de buitenkozijnen en op de vloer. [eisers] toonde ons videobeelden waar de lekkage van de buitenkozijnen op zichtbaar was.
[eisers] deelde ons mede dat hij geen isolatie van de buitengevels en het dak had verwijderd. Volgens de verklaring van [eisers] had hij alleen de beplating aan de binnenzijde van de gevels en het dak van het gastenverblijf verwijderd.
Volgens [eisers] was er geen OSB beplating aanwezig tussen woon- en slaapkamer. Wij hebben dit niet vast kunnen stellen daar alle beplating was verwijderd.
Vragenlijst over de woning, maakt evenmin dat sprake is van een gebrek in de zin van de koopovereenkomst. De vragenlijst beoogt geen garanties te laten ontstaan (zie hiervoor onder 4.8.4). Op de vraag of het dak tijdens de bouw is geïsoleerd, heeft [gedaagden] geantwoord “
niet bekend”. Op de vraag of dat daarna is gebeurd, heeft [gedaagden] geantwoord “
Nee”. Op de vraag of er sprake is van volledige isolatie, heeft [gedaagden] ook geantwoord “
Nee”. Op de vraag welke delen niet zijn geïsoleerd heeft [gedaagden] geantwoord: “
bijgebouw wel, woonhuis niet”. Gelet op de beperkte strekking van de vragenlijst en de structuur daarvan, waarin begrepen de beperkte mogelijkheden en ruimte om antwoord te geven, is de rechtbank van oordeel dat op dit punt geen sprake is van een gebrek in de zin van de overeenkomst.
in af te bouwen staat”. Het bijgebouw was, behoudens de afwerking van de buitengevel volledig afgebouwd en keurig afgewerkt.
Wij stelden vast dat het dak was samengesteld uit vuren bakhout met een afmeting van 45 x 145 mm. De hart op hart afstand van de balklaag was circa 1.040 mm en tussen de balklaag waren balkjes van 45 x 70 mm ‘plat’ aangebracht op een hart op hart afstand van circa 600 mm waar de stalen dakplaten op bevestigd waren. De balklaag met een afmeting van 45 x 145 mm was samengesteld uit twee gekoppelde balken afgesteund op de buitengevels en twee onderslagbalken op circa 3.500 mm uit de gevels (foto 71 t/m 74). Voor de indicatieve controle van de balklaag hebben wij de dragende balklaag van 45 x 145 mm getoetst voor de overspanning van 3.500 mm met de balkenschuif van CentrumHout (bijlage H). De balklaag voldoet niet. Uitgaande van balkhout van 45 x 145 mm constructie hout C18 mag de hart op hart afstand maximaal 300 mm bedragen. De toegepaste hart op hart afstand is 1.040 mm.
[eisers] deelde ons mede dat de elektrakabels gevaarlijk en ondeskundig geïnstalleerd waren en aan diverse plekken zwaar beschadigd door nieten waarmee de gipsbeplating was bevestigd. [eisers] toonde ons foto’s (bijlage T) en videobeelden van de elektrische installatie waarop zichtbaar was dat elektradraden niet beschermd in de constructie waren aangebracht en lasverbindingen niet in lasdozen waren aangebracht. De video wordt door ons bewaard ten kantore van ZNEB Expertise en Taxatie BV.”
5.De beslissing
woensdag 3 juli 2024voor het nemen van een akte door [eisers] over wat is vermeld onder 4.16, waarna [gedaagden] op de rol van vier weken daarna een antwoordakte kan nemen,