Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De zaak in het kort
2.Het procesverloop
3.De feiten
4.De vordering en het geschil
[eiser] betwist dat sprake is van gebreken in de woning die een huurprijsvermindering rechtvaardigen. De beslissing van de Huurcommissie is bovendien ondeugdelijk tot stand gekomen; [eiser] is niet deugdelijk uitgenodigd voor het onderzoek. Hetzelfde geldt voor de zitting. [gedaagde] op haar beurt stelt dat [eiser] zijn vordering – gelet op de termijn van artikel 7:262 BW – niet tijdig heeft ingesteld; zij concludeert tot niet-ontvankelijkheid. Verder stelt [gedaagde] zich op het standpunt dat wel degelijk sprake is van gebreken, zodat de Huurcommissie terecht is overgegaan tot huurprijsvermindering.
5.De beoordeling
ernstige vocht- of schimmelplekken als gevolg van optrekkend of doorslaand vocht
een verwarmingsinstallatie die onvoldoende warmteafgifte in een of meer verwarmde vertrekken van de woonruimte levert zodat adequate verwarming voor het gebruik waartoe dat vertrek of die vertrekken bestemd is of zijn, niet mogelijk is
thermostatischeradiatorknop ontbreekt, aldus [eiser]. Daartoe bestaat geen verplichting.
Op zichzelf is dat standpunt juist; een verhuurder is niet verplicht een thermostatische radiatorknop in het gehuurde aanwezig te hebben. Waar een verhuurder echter wél toe verplicht is, is het hebben van een zodanige verwarmingsinstallatie dat adequate verwarming van de ruimte mogelijk is. Vast staat dat daarvan geen sprake is: de radiator in de woonkamer beschikt in het geheel niet over een radiatorknop. De mate waarin de ruimte verwarmd wordt, wordt bepaald door [eiser] omdat de thermostaat voor het gehele pand zich in zijn woning bevindt. Daarmee is naar het oordeel van de kantonrechter sprake van een gebrek in de categorie C2 / Qa3 van het gebrekenboek.