In deze erfrechtzaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, op 23 mei 2024 een beschikking gegeven in de zaak van vier verzoekers tegen een verweerder, met betrekking tot de nalatenschap van de erflaatster. De verzoekers, die de kinderen zijn van de erflaatster, hebben een verzoekschrift ingediend om inzage in de nalatenschap en om een boedelbeschrijving te laten opmaken door notaris H.W. van der Horst. De erflaatster is overleden zonder testament, waardoor de wettelijke verdeling van toepassing is. De verzoekers hebben verzocht om inzage in de stukken van de nalatenschap, maar de verweerder heeft hierop niet gereageerd en is ook niet verschenen op de zitting. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de verzoekers hun recht en belang bij de inzage aannemelijk hebben gemaakt, maar heeft zich onbevoegd verklaard om het verzoek tot inzage te behandelen. De kantonrechter heeft wel de notaris benoemd om de boedelbeschrijving op te stellen en bepaald dat de verweerder binnen twee weken de benodigde informatie aan de notaris moet verstrekken. De verzoekers hebben ook verzocht om de proceskosten te vergoeden, maar dit verzoek is afgewezen, waarbij de kantonrechter heeft bepaald dat iedere partij zijn eigen kosten draagt.