ECLI:NL:RBNHO:2024:8201

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
31 juli 2024
Publicatiedatum
8 augustus 2024
Zaaknummer
C/15/353830 / JU RK 24-894
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige in het kader van jeugdzorg

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 31 juli 2024 een beschikking gegeven over de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [de minderjarige]. De zaak is behandeld in het kader van het civiel recht, specifiek binnen het familie- en jeugdrecht. De kinderrechter heeft de beschikking gegeven na een mondelinge behandeling, waarbij de GI (Jeugd- & Gezinsbeschermers) een verzoek heeft ingediend om de machtiging tot uithuisplaatsing te verlengen. De moeder van [de minderjarige] is als belanghebbende aangemerkt, maar was niet aanwezig op de zitting vanwege vakantie.

De kinderrechter heeft in haar beoordeling verschillende stukken meegenomen, waaronder het verzoekschrift van de GI en een e-mail van de moeder. De feiten tonen aan dat [de minderjarige] sinds 13 juni 2024 bij een jeugdhulpaanbieder verblijft en dat er eerder al machtigingen tot uithuisplaatsing zijn verleend. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de situatie van [de minderjarige] verslechterd is, met name door zijn betrokkenheid bij strafbare feiten en middelengebruik. De moeder heeft schriftelijk haar instemming gegeven met de verlenging van de uithuisplaatsing, omdat [de minderjarige] momenteel op een goede behandelplek is.

De kinderrechter heeft geconcludeerd dat de verlenging van de machtiging noodzakelijk is voor de verzorging en opvoeding van [de minderjarige], en heeft de machtiging tot uithuisplaatsing verlengd met zes maanden, tot 7 februari 2025. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het hoger beroep kan binnen drie maanden na de uitspraak worden ingesteld.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Haarlem
Zaaknummer: C/15/353830 / JU RK 24-894
Datum uitspraak: 31 juli 2024
Beschikking van de kinderrechter over een verlenging machtiging tot uithuisplaatsing
in de zaak van
de Jeugd- & Gezinsbeschermerste Haarlem,
hierna te noemen de GI,
over
[de minderjarige], geboren op [geboortedatum] in [plaats] ,
hierna te noemen [de minderjarige] .
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:
[de moeder],
hierna te noemen de moeder,
wonende in [plaats] .

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De kinderrechter neemt de volgende stukken mee in haar beoordeling:
- het verzoekschrift van de GI van 14 juni 2024 met bijlagen;
- het e-mailbericht met bijlage van de moeder van 26 juli 2024.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren is geweest op 31 juli 2024. Daarbij is niemand verschenen. De rechtbank had de GI behoorlijk voor de zitting opgeroepen, maar uit telefonisch contact bleek dat de GI niet van de zitting op de hoogte was.
1.3.
De moeder heeft in haar bericht laten weten wegens vakantie met [de minderjarige] in het buitenland niet op de zitting aanwezig te zullen zijn.
1.4.
[de minderjarige] is in de gelegenheid gesteld zijn mening te geven in een apart gesprek met de kinderrechter. Hiervan heeft hij vanwege zijn vakantie geen gebruik gemaakt.

2.De feiten

2.1.
De moeder is belast met het ouderlijk gezag over [de minderjarige] .
2.2.
[de minderjarige] verblijft sinds 13 juni 2024 bij [verblijfplaats] .
2.3.
De kinderrechter in deze rechtbank heeft [de minderjarige] bij beschikking van 7 november 2023 voorlopig onder toezicht gesteld tot 7 februari 2024. Bij beschikking van 7 februari 2024 is [de minderjarige] onder toezicht gesteld tot 7 februari 2025.
2.4.
De kinderrechter in deze rechtbank heeft bij beschikking van 7 november 2023 machtiging verleend [de minderjarige] met spoed gedurende dag en nacht uit huis te plaatsen in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder voor vier weken. Bij beschikking van 16 november 2023 is machtiging verleend [de minderjarige] uit huis te plaatsen in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder tot 7 februari 2024. Bij beschikking van 7 februari 2024 is deze machtiging verlengd tot 7 augustus 2024.

3.Het verzoek

3.1.
De GI heeft verzoekt de machtiging tot uithuisplaatsing van [de minderjarige] in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder te verlengen voor de duur van de ondertoezichtstelling, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.
3.2.
Als onderbouwing van het verzoek is namens de GI naar voren gebracht dat [de minderjarige] er nog niet aan toe is om thuis te wonen en daarvoor meer zorg en ondersteuning nodig is. [de minderjarige] glijdt steeds meer af en is zijn plek bij Paraatzorg kwijtgeraakt. Hij heeft de afgelopen periode meerdere strafbare feiten gepleegd, onder andere straatroof en geweld. Hij heeft hiervoor ook in voorarrest gezeten en een enkelband gekregen. Verder heeft hij alcohol en (soft)drugs gebruikt. “School to care” is gestart maar [de minderjarige] vertrok daar dagelijks vrijwel direct na aankomst. Een plek met een besloten karakter of binnen een forensisch kader is passend voor hem.

4.De standpunten

4.1.
Uit de stukken blijkt dat [de minderjarige] heeft aangegeven dat hij goed zijn best wil blijven doen, zodat hij weer thuis bij zijn moeder kan wonen. Dit is wat hij het liefst wil. Verder blijkt dat hij vindt dat hij zonder regels of afspraken thuis kan wonen, omdat het volgens hem toch goed gaat als hij thuis is.
4.2.
De moeder heeft schriftelijk laten weten het eens te zijn met verlenging van de uithuisplaatsing, omdat [de minderjarige] nu op een goede behandelplek woont. Hij krijgt de nodige behandeling en kan ook starten op een nieuwe school. Hierdoor kan hij in een nieuwe omgeving een goede start maken en aan zijn toekomst werken.
De moeder heeft verder aangegeven dat zij het jammer vindt dat de behandeling pas in juni 2024 is gestart en dat de jeugdbeschermer het plan nooit met haar of [de minderjarige] besproken heeft. De moeder zegt dat zijde huidige jeugdbeschermer nooit heeft gesproken. Het is tot slot onjuist dat de moeder achter de gestelde doelen staat.

5.De beoordeling

Op basis van de stukken en de mondelinge behandeling is de kinderrechter van oordeel dat de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van [de minderjarige] noodzakelijk is in het belang van de verzorging en opvoeding of tot onderzoek van de geestelijke of lichamelijke gesteldheid (artikel 1:265c, tweede lid, Burgerlijk Wetboek). De ontwikkelingsbedreigingen zoals genoemd in de beschikking van 7 februari 2024 zijn nog steeds aan de orde. De situatie is zelfs verslechterd sinds de vorige beschikking. [de minderjarige] is namelijk in bewaring gesteld en onder elektronisch toezicht gesteld vanwege verdenking van een beroving. Ook zijn er nog steeds zorgen over middelengebruik en schoolverzuim. Daarom kan [de minderjarige] nog steeds niet worden teruggeplaatst bij zijn moeder. Sinds kort verblijft hij in [verblijfplaats] , waar hij de behandeling en begeleiding kan krijgen die hij nodig heeft. Gelet hierop zal de kinderrechter de machtiging tot uithuisplaatsing verlengen met zes maanden.

6.De beslissing

De kinderrechter:
6.1.
verlengt de machtiging tot uithuisplaatsing van
[de minderjarige]in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder van 7 augustus 2024 tot 7 februari 2025;
6.2.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beslissing is gegeven en in het openbaar uitgesproken op 31 juli 2024 door mr. J.C.M. Swinkels, kinderrechter, in aanwezigheid van mr. T. Alexander als griffier, en op schrift gesteld op 8 augustus 2024.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
  • door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
  • door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Amsterdam.