Uitspraak
1.De procedure
2.De feiten
1. Onderaannemer accepteert de opdracht en aanvaardt daarmee de volle verantwoordelijkheid voor het op juiste wijze uitvoeren van de overeengekomen werkzaamheden en de oplevering van het overeengekomen resultaat.
- De herstelkosten van blok 1 € 4.000,- bedroegen en dat die kosten tussen partijen naar rato verdeeld zouden worden, in die zin dat Schilderscombinatie € 461,53 (12 woningen) en [gedaagde] € 3.538,47 (40 woningen) zou bijdragen;
- De herstelkosten van blok 2 tot en met 5 € 9.428,- bedroegen en dat die kosten door Schilderscombinatie, [gedaagde] en [bedrijf 1] gezamenlijk gedragen zouden worden maar dat vanwege het gedetineerd zijn van de eigenaar van [bedrijf 1] partijen de kosten bij helfte zouden voorschieten. Dit betekende dat Schilderscombinatie en [gedaagde] beiden € 4.714,-, zouden betalen;
- [gedaagde] aan Schilderscombinatie een bedrag zou betalen van € 8.252,47.
Zojuist heb ik het restant overgemaakt verrekening Osdorp op factuur 2023059
Wij hebben nu de onkosten Osdorp samen gedeeld maar deze kosten zullen wel terugbetaald moeten worden zoals afgesproken. [betrokkene 4] dient alle onkosten aan jou terug te betalen jij aan mij. (Boekhoud technisch moet dit namelijk ook kloppen) De factuur heb ik in deze bijlage toegevoegd.”
Deze kosten moetten door drie gedeeld worden gabber ik heb mijn deel betaald en je mag het met [betrokkene 1] zelf regelen staat geen boete op vriend
Oké thanks”
Beloofd een mooie dag te worden na vandaag kan het boek dicht en nooit meer aan denken”
Mogge. Precies! Komt goed vanmiddag doe ik boekhouding.”
Geachte relatie
3.Het geschil
4.De beoordeling
- € 3.076,- aan herstelkosten voor blok 1 (40/52e deel van € 4.000,-);
- € 4.340,- aan herstelkosten voor blok 2 (31/32e deel van € 4.480,-);
- € 4.248,- aan herstelkosten voor blokken 3 t/m 5 (100%); en
- € 414,- aan ‘verf’.
- Een factuur van [gedaagde] aan Schilderscombinatie d.d. 18 oktober 2023 met de omschrijving “Osdorp onterecht ingehouden €4715”;
- Een factuur van [gedaagde] aan Schilderscombinatie d.d. 13 juli 2023 met de omschrijving “te veel betaalde kosten aan derde door S.c aan van v.o.f. [bedrijf 2] €4138:2= €2069”;
- Een factuur van [gedaagde] aan Schilderscombinatie d.d. 6 mei 2023 met de omschrijving “Extra werk inleen blok 3 steigerwerk blok1 steiger werk Terugloop woningen op afspraak 205 uur € 6150 – 1560 /2 = € 2295 pp”; en
- Een factuur van Schilderscombinatie aan [gedaagde] d.d. 17 november 2023 met de omschrijving “verkeerde boeking 27-10-23, 1 post €2.019,28”.
dezebetaalde bedragen niet door Schilderscombinatie is betwist. Ook stelt [gedaagde] dat zij zich niet kan verdedigen zonder een deugdelijke onderbouwing van de vordering door Schilderscombinatie. Verder heeft [gedaagde] op zitting verklaard dat hij met [betrokkene 1] in het gesprek van 4 november 2023 in het pannenkoekenrestaurant tot een oplossing van het probleem is gekomen dat erin bestond dat [gedaagde] [bedrijf 1] ertoe zou bewegen zijn deel van de herstelkosten te betalen aan partijen en dat de zaak daarmee was afgerond en het boek tussen partijen werd gesloten. Bovendien voert [gedaagde] aan dat hij al € 8.252,47 heeft betaald, zodat hij al bijna 2/3e van de totale herstelkosten heeft betaald.
onderlinghet dossier zouden sluiten en dat [gedaagde] [bedrijf 1] zou aansporen om alsnog zijn deel van de herstelkosten te betalen aan Schilderscombinatie en [gedaagde]. Dit volgt ook uit de e-mail van [gedaagde] aan Schilderscombinatie en [bedrijf 1] van 5 november 2023 (zie: r.o. 2.19). Bovendien is dit in lijn met de eerder tussen partijen gemaakte afspraken dat de herstelkosten over de drie partijen verdeeld zouden worden, zoals ook blijkt uit Whatsapp berichten tussen [betrokkene 2] en [betrokkene 1] (zie: r.o. 2.12). Schilderscombinatie heeft desgevraagd op zitting ook uitdrukkelijk erkend dat het gesprek op 4 november 2023 in het pannenkoekenhuis heeft plaatsgevonden en dat het boek definitief zou worden gesloten als [bedrijf 1] zijn deel van de herstelkosten zou betalen. De Whatsapp gesprekken tussen [betrokkene 2] en [betrokkene 1] van eind oktober 2023 (zie: r.o. 2.16) bevestigen het beeld dat partijen destijds tot een gezamenlijke oplossing zijn gekomen en het dossier hebben gesloten. Het heeft er, naar het oordeel van de kantonrechter, dan ook alle schijn van dat partijen in november 2023 tot een minnelijke regeling zijn gekomen om de zaak te sluiten, maar dat Schilderscombinatie hier later spijt van heeft gekregen. Dit is mogelijk te verklaren doordat [bedrijf 1], ondanks de aanmaning van [gedaagde], niet thuis heeft gegeven en zijn deel in de herstelkosten niet heeft betaald.
- In blok 2: 30 van de 32 heeft geschilderd;
- In blok 3: 16 woningen heeft geschilderd;
- In blok 4: 20 woningen heeft geschilderd;
- In blok 5: 16 woningen heeft geschilderd; en
- Alle gebreken in deze blokken voortvloeien uit de werkzaamheden geleverd door [gedaagde].
- Voor alle blokken: € 414,- aan materiaalkosten (verf) verschuldigd is.
onderlingsluiten van het dossier, mede op basis van de toen reeds door [gedaagde] gedane betaling van € 8.252,47. Dit brengt met zich dat het [gedaagde] niet zonder meer vrijstaat om op deze mondelinge afspraken tussen haar en Schilderscombinatie achteraf terug te komen en alsnog (teveel) betaalde bedragen van Schilderscombinatie terug te vorderen. De vordering van [gedaagde] in reconventie wordt daarom afgewezen.