Uitspraak
1.De procedure
- de conclusie van antwoord,
- de aanvullende producties van [eiser],
- de aanvullende producties van [gedaagde],
- de mondelinge behandeling van 1 augustus 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt,
- de spreekaantekeningen van [eiser],
- de spreekaantekeningen van [gedaagde].
2.De feiten
[bedrijf]. Op de huurovereenkomst zijn de
algemene bepalingen huurovereenkomst winkelruimte en andere bedrijfsruimte in de zin van artikel 7:290 BW (ROZ juli 2003)(hierna: de algemene bepalingen) van toepassing.
3.Het geschil
Verder vindt [gedaagde] dat de (vermeende) gebreken geen huurkorting of schadevergoeding rechtvaardigen, ook omdat in de hoogte van de huurprijs er al rekening mee is gehouden dat het om een oud pand gaat. [gedaagde] wijst aansprakelijkheid verder van de hand op grond van de artikelen 11.5, 11.6 en 11.7 van de algemene bepalingen.
4.De beoordeling
open naden en/of loszittende dakbedekking bij het restaurant en de bergingen
verouderde en gebarsten (tijdelijke) dak reparatiesgeconstateerd. Het door [gedaagde] zelf in het geding gebrachte rapport van Dutch Building Inspections van 30 april 2024 vermeldt bovendien:
De dakbedekking is op enkele posities ondeugdelijk gerepareerden adviseert:
De diverse noodreparaties dienen direct deugdelijk uitgevoerd te worden. Dat [gedaagde] na de lekkage van 21 mei 2024 wel is overgegaan tot deugdelijk herstel van het dak zoals door Dutch Building Inspections is geadviseerd is niet gebleken. De kantonrechter acht de vrees van [eiser] dat zij bij een volgende (hevige) regenbui weer overlast zal ondervinden van lekkages dan ook niet ongegrond. [gedaagde] zal dan ook worden veroordeeld om over te gaan tot deugdelijk herstel van de dakbedekking op die posities waarvan door Dutch Building Inspections is geoordeeld dat de reparties ondeugdelijk zijn uitgevoerd. De kantonrechter zal de gevorderde dwangsom beperken tot € 500,00 per dag iedere dag dat [gedaagde] niet aan de veroordeling voldoet, met een maximum van € 25.000,00.