ECLI:NL:RBNHO:2024:8898

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
29 augustus 2024
Publicatiedatum
28 augustus 2024
Zaaknummer
AWB - 22 _ 3376
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van de indeling van zwenkwielen voor douanerechten

In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland op 29 augustus 2024, wordt de verschuldigdheid van invoerrechten over zwenkwielen beoordeeld. Eiseres, vertegenwoordigd door [bedrijf], had een aangifte voor het vrije verkeer gedaan voor 'Swivel Castor Rubber Wheels' met een tarief van 1,7%. De Douane legde echter een uitnodiging tot betaling op voor een bedrag van € 264,65 aan invoerrechten, gebaseerd op een indeling in een hogere tariefgroep. Eiseres heeft bezwaar gemaakt, dat door de Douane gegrond werd verklaard, maar de oorspronkelijke utb bleef gehandhaafd. Eiseres heeft beroep ingesteld, waarbij de mondelinge behandeling op 8 mei 2024 plaatsvond.

De rechtbank beoordeelt of de zwenkwielen terecht zijn ingedeeld in GN-onderverdeling 7326 9098, als 'andere werken van ijzer of van staal', in plaats van als delen van voertuigen van GN-post 8716. Eiseres stelt dat de zwenkwielen hoofdzakelijk bestemd zijn voor voertuigen zonder eigen beweegkracht, terwijl verweerder betoogt dat de zwenkwielen universeel toepasbaar zijn en niet specifiek voor GN-post 8716. De rechtbank concludeert dat de zwenkwielen niet uitsluitend of hoofdzakelijk bestemd zijn voor voertuigen van GN-post 8716, en bevestigt de indeling door de Douane. Het beroep van eiseres wordt ongegrond verklaard, en zij krijgt geen griffierecht terug of vergoeding van proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummer: HAA 22/3376

uitspraak van de meervoudige douanekamer van 29 augustus 2024 in de zaak tussen

[eiseres] te [plaats] ( [land] ), eiseres

(gemachtigde: mr. J.M. Wolfs),
en

de inspecteur van de Douane Eindhoven, verweerder

Inleiding en procesverloop

In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank de verschuldigdheid van invoerrechten over in het vrije verkeer gebrachte zwenkwielen.
Verweerder heeft op 28 juli 2021 een uitnodiging tot betaling (utb) opgelegd aan eiseres voor een bedrag van € 264,65 aan invoerrechten.
Verweerder heeft het bezwaar van eiseres daartegen gegrond verklaard en heeft daarbij het bedrag van de utb gehandhaafd. Eiseres heeft daartegen beroep ingesteld. Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Bij brief van 23 juni 2023 heeft verweerder een nader stuk ingediend en bij e-mailbericht van 24 april 2024 heeft eiseres een nader stuk ingediend.
De mondelinge behandeling van het beroep heeft plaatsgevonden op 8 mei 2024. Namens eiseres zijn verschenen [naam 1] , [naam 2] (als tolk) en de gemachtigde. Namens verweerder zijn verschenen mr. [naam 3] en [naam 4] .

Feiten

1. Op 11 juni 2021 heeft [bedrijf] . als direct vertegenwoordiger van eiseres een aangifte voor het vrije verkeer gedaan. Bij artikel 2 in die aangifte heeft zij “Swivel Castor Rubber Wheels” (zwenkwielen) aangegeven met GN-onderverdeling 8716 9090 (delen van voertuigen zonder eigen beweegkracht met een tarief van 1,7%).
2. De Douane heeft aan de hand van een controle van de goederen en de gegevens uit de factuur die aan de goederen vermeld in artikel 2 van de aangifte ten grondslag ligt, vastgesteld dat artikel 2 van de aangifte ziet op de volgende producten:
- Zwenkwielen met een diameter van 16 cm en een breedte van 4 cm, een kern van kunststof en een loopvlak van rubber, een vork van plaatstaal, glijlagers en een rechthoekige stalen plaat met vier schroefgaten. Afhankelijk van het type varieert het draagvermogen van 50 tot 205 kg.
- Zwenkwielen met een diameter variërend van 16 tot 20 cm en een breedte variërend van 4 tot 5 cm, met een wielkern van staal en een loopvlak van rubber, een vork van plaatstaal, wiellagers en een rechthoekige stalen plaat met vier schroefgaten. Afhankelijk van het type varieert het draagvermogen van 50 tot 350 kg.
- Bokwielen met een diameter variërend van 8 cm tot 20 cm en een breedte variërend van 2,5 tot 5 cm, met een wielkern van staal en een loopvlak van rubber, een vork van plaatstaal, wiellagers en een rechthoekige plaat met vier schroefgaten. Afhankelijk van het type varieert het draagvermogen van 50 tot 350 kg.
- Zwenkwielen met mogelijkheid tot totale vergrendeling, met een diameter variërend van 10 tot 12,5 cm en een breedte variërend van 3 tot 3,7 cm, met een wielkern van staal en een loopvlak van rubber, een vork van plaatstaal, wiellagers en een rechthoekige stalen plaat met vier schroefgaten. Afhankelijk van het type varieert het draagvermogen van 50 tot 350 kg.
- Onderdelen van de zwenk- en bokwielen, te weten wielen, behuizingen en beschermkappen.
3. Naar aanleiding van de resultaten van het onderzoek heeft verweerder zich op het standpunt gesteld dat de producten moeten worden ingedeeld als ‘zwenkwielen’ van GN-onderverdeling 8302 2000 waarop een tarief van 2,7% van toepassing is). Voor het verschil in het tarief heeft verweerder de onderhavige utb opgelegd.
4. In de bezwaarfase is verweerder tot de conclusie gekomen dat alleen het type bokwiel met een diameter van 8 cm en een breedte van 2,5 cm in GN-onderverdeling 8302 2000 kan worden ingedeeld. Verweerder heeft de overige zwenk- en bokwielen en de onderdelen bij de uitspraak op bezwaar ingedeeld in GN-onderverdeling 7326 9098, als ‘andere werken van ijzer of van staal’. Verweerder heeft het bezwaar gegrond verklaard omdat laatstgenoemde groep zwenk- en bokwielen (hierna ook wel gezamenlijk aangeduid als zwenkwielen) in de utb verkeerd waren ingedeeld (namelijk in GN-onderverdeling 8302 2000). Aangezien op beide GN-onderverdelingen een tarief van 2,7% van toepassing is, heeft de gegrondverklaring van het bezwaar niet geleid tot een terugbetaling van invoerrechten.

Geschil en standpunten van partijen

5. In geschil is de utb, voor zover deze ziet op de producten die in de aangifte zijn aangegeven onder artikel 2. Meer specifiek is in geschil of verweerder de producten in de uitspraak op bezwaar terecht heeft ingedeeld in GN-onderverdeling 7326 9098. De indeling van het bokwiel met een diameter van 8 cm en een breedte van 2,5 cm in GN-onderverdeling 8302 2000 is niet in geschil. Gezien aantekening 2 op hoofdstuk 8302 (zie hierna) sluit de rechtbank zich hierbij aan.
6. Eiseres stelt zich op het standpunt dat de zwenkwielen op basis van hun objectieve kenmerken hoofdzakelijk zo niet uitsluitend bestemd zijn voor de voertuigen zonder eigen beweegkracht van GN-post 8716, zoals transportwagentjes, steekwagentjes en handwagens. De behuizing en de beschermkap zijn delen van de zwenkwielen en daardoor ook in te delen als delen van voertuigen zonder eigen beweegkracht. Eiseres verwijst naar de IDR toelichting op GS-post 8716, waar zowel wielen als delen van wielen worden aangemerkt als delen van voertuigen.
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 728/2013 van de Commissie van 25 juli 2013 tot indeling van bepaalde goederen in de gecombineerde nomenclatuur (Verordening (EU) nr. 728/2013) waarin met onderhavige zwenkwielen vergelijkbare zwenkwielen worden ingedeeld in GN-onderverdeling 7326 9098, is volgens eiseres ongeldig omdat in die Verordening ten onrechte wordt geconcludeerd dat de zwenkwielen geen hoofdzakelijke bestemming hebben. Bovendien is de motivering in die Verordening dat de zwenkwielen ook geschikt zijn voor gebruik onder diverse goederen van bijvoorbeeld post 8716 (trolleys), 9402 (bedden voor klinisch gebruik) en 9403 (andere meubelen) onjuist. Industriële zwenkwielen kunnen niet worden gebruikt voor bijvoorbeeld ziekenhuisbedden (gelet op hun ontwerp, afmeting, effectieve werking, duurzaamheid, hygiëne en veiligheid). Eiseres wijst verder op de Europese normering EN12532 voor zwenkwielen bestemd voor industrieel gebruik, waaraan haar zwenkwielen voldoen. Volgens deze norm dienen deze zwenkwielen alleen voor industrieel gebruik, en niet voor meubelen, stoelen, ziekenhuisbedden en ‘driven applications’.
Voertuigen voor industrieel gebruik móeten dit soort zwenkwielen hebben en niet zwenkwielen van een andere EN-classificatie. Eiseres vindt steun voor haar standpunt in het arrest van 24 april 2018 van het Finanzgericht Düsseldorf waarin zwenkwielen, bokwielen en stuurvorken zijn ingedeeld in GN-post 8716. Eiseres verzoekt de rechtbank prejudiciële vragen te stellen aan het Hof van Justitie over de geldigheid van Verordening (EU) nr. 728/2013.
Eiseres concludeert tot gegrondverklaring van het beroep, vernietiging van de uitspraak op bezwaar en vernietiging van de utb.
7. Verweerder stelt zich op het standpunt dat de zwenkwielen op basis van hun objectieve kenmerken en eigenschappen niet hoofdzakelijk of uitsluitend bestemd zijn voor voertuigen van GN-post 8716. De hoofdzakelijke bestemming van de zwenkwielen staat op het moment van invoer nog niet vast en kan ook niet uit de zwenkwielen zelf worden afgeleid. De afnemers kunnen de zwenkwielen los bestellen met het gebruiksdoel dat zij in gedachten hebben. De vlakke plaat met schroefgaten maakt de zwenkwielen geschikt om te worden gemonteerd onder andere goederen dan de voertuigen van GN-post 8716, bijvoorbeeld voor meubelen, transportkoffers voor geluidsinstallaties, mobiele luidsprekers en meubelhondjes.
De zwenkwielen zijn samengestelde producten bestaande uit verschillende materialen (verzinkt staal, kunststof en rubber). Het montuur (de behuizing) van staal geeft aan het geheel het wezenlijk karakter, omdat dit de basis vormt voor de structuur.
De producten zijn volgens verweerder daarom in de uitspraak op bezwaar terecht ingedeeld in GN-onderverdeling 7326 9098.Verweerder vindt steun voor zijn standpunt in Verordening (EU) nr. 728/2013 en in de uitspraak van het Finanzgericht München van 20 februari 2020, nr. 14 K 507/17. Het Bundesfinanzhof heeft bij arrest van 28 februari 2023, nr. VII R 21/20 het beroep tegen de uitspraak van het Finanzgericht München afgewezen. De behuizingen en de beschermkappen moeten ook als producten van staal worden ingedeeld in GN-onderverdeling 7326 9098.
Het wiel zonder montuur moet (naar analogie van Verordening (EU) nr. 722/2013) als samengesteld product ook worden ingedeeld in GN-onderverdeling 7326 9098.
Verweerder concludeert tot ongegrondverklaring van het beroep.

Beoordeling door de rechtbank

Juridisch kader8. GN-post 7326 luidde in 2021 voor zover van belang als volgt:
7326
Andere werken van ijzer of van staal:
(…)
7326 9098
- - - andere
9.
Aantekening 2 op hoofdstuk 83 luidde in 2021 als volgt:
“Voor de toepassing van post 8302 worden als “zwenkwielen” aangemerkt, de zwenkwielen met een diameter (eventueel met inbegrip van de band) van niet meer dan 75 mm, alsmede zwenkwielen met een diameter (eventueel met inbegrip van de band) van meer dan 75 mm, voor zover de breedte van het wiel of van de daarop aangebrachte band minder dan 30 mm bedraagt.”
10. GN-post 8716 luidde in 2021 voor zover van belang als volgt:
8716
Aanhangwagens en opleggers; andere voertuigen zonder eigen beweegkracht; delen daarvan:
(…)
8716 9090
- - andere delen
11. GS-toelichting op afdeling GS-post 8716 luidde in 2021 voor zover van belang als volgt:
“The heading includes:
(…)
(B) Hand- or foot-propelled vehicles.
This group includes:
(1) Trucks and trolleys of various kinds including those specialised for use in particular industries (in the textile or ceramic industries, in dairies, etc.).
(2) Wheelbarrows, luggagetrucks, hoppertrucks and tippingtrucks.
(3) Food carts, buffet trolleys (other than the type falling in heading 94.03), of a kind used in railway stations.
(4) Handcarts, e.g., for waste disposal.
(5) Rickshaws.
(6) Small insulated barrows for use by ice cream vendors.
(7) Tradesmen’s barrows of all kinds. These lightweight vehicles are sometimes fitted with pneumatic tyres.
(8) Sledges (handdrawn) for the transport of wood in mountainous country.
(9) “Kicksleds”, propelled by the direct pressure of the rider's foot on the snow covered ground, designed particularly for the transport of persons in subarctic regions.
This heading does not cover:
( a) Mobile garbage bins (including those for outside use) (e.g., heading 39.24 or 73.23).
( b) Walking aids known as “walker-rollators”, which generally consist of a tubular metal frame on three or four wheels (some or all of which may swivel), handles and hand-brakes (heading 90.21).
( c) Small wheeledcontainers (e.g., wheeledbaskets) of basketwork, metal, etc., not incorporating a chassis, of a kind used in shops (classification according to their constituent material).
(…)
VEHICLES FITTED WITH MACHINERY, ETC.
The classification of units consisting of vehicles with permanently builton machines or appliances is determined according to the essential character of the whole. The heading therefore covers such units which derive their essential character from the vehicle itself. On the other hand, units deriving their essential character from the machine or appliance they incorporate are excluded.
It follows from the above that:
(I) Trucks, carts or trailers with builton tanks, whether or not they are fitted with subsidiary pumps for filling or emptying purposes, are classified here.
(II) The following, for example, are excluded and fall in the heading relating to the machine or appliance:
( a) Handtruck, animal cart or trailertype spraying appliances of heading 84.24.
( b) Machines and appliances mounted on a simple wheeled chassis, designed to be towed, such as mobile pumps and compressors (heading 84.13 or 84.14) and mobile cranes and ladders (heading 84.26 or 84.28).
( c) Trailed concrete mixers (heading 84.74).
PARTS
This heading also includes parts of the vehicles mentioned above, provided the parts comply with both the following conditions:
( i) They must be identifiable as being suitable for use solely or principally with such vehicles;
and (ii) They must not be excluded by the provisions of the Notes to Section XVII (see the corresponding General Explanatory Note).
Parts of this heading include:
(1) Chassis and component parts thereof (frame side members, cross members, etc.).
(2) Axles.
(3) Bodies and parts thereof.
(4) Wooden or steel wheels and parts thereof, including wheels fitted with their tyres.
(5) Coupling devices.
(6) Brakes and parts thereof.
(7) Shafts, swinglebars and similar parts.”
12. De bijlage bij Verordening (EU) nr. 728/2013 luidt als volgt:
HIER STAAT EEN TABEL

Beoordeling door de rechtbank

Vertaling arrest Bundesfinanzhof
13. Verweerder heeft van de uitspraak van het Finanzgericht München van 20 februari 2020 en van het arrest van het Bundesfinanzhof van 28 februari 2023 niet-vertaalde exemplaren overgelegd. Ter zitting heeft eiseres zich op het standpunt gesteld dat de rechtbank het arrest van het Bundesfinanzhof niet in haar beoordeling mag meenemen omdat verweerder daarvan geen Nederlandse vertaling heeft overgelegd.
De rechtbank ziet geen aanleiding verweerder op te dragen alsnog een Nederlandse vertaling van het arrest van het Bundesfinanzhof te overleggen, enerzijds omdat zij haar (hierna te geven) oordeel niet baseert op dit arrest en anderzijds omdat eiseres in de door haar ter zitting overgelegde ‘spreekaantekeningen’ ingaat op zowel de uitspraak van het Finanzgericht München als op het arrest van het Bundesfinanzhof. De rechtbank acht de belangen van eiseres daarom niet geschonden door de inbreng van het genoemde arrest in de Duitse taal.
Indeling zwenkwielen
14. Voor de indeling zijn wettelijk bepalend de bewoordingen van de posten en de postonderverdelingen, de aantekeningen op de afdelingen en op de hoofdstukken en de algemene indelingsregels. Het is vaste jurisprudentie van het Hof van Justitie, dat in het belang van de rechtszekerheid en van een gemakkelijke controle, het beslissende criterium voor de tariefindeling van goederen in het algemeen moet worden gezocht in hun objectieve kenmerken en eigenschappen, zoals deze in de tekst van de GN-posten en in de aantekeningen op de afdelingen en de hoofdstukken zijn omschreven. De bestemming van het product kan een objectief indelingscriterium zijn, wanneer die bestemming inherent is aan dit product en de inherentie kan worden beoordeeld aan de hand van de objectieve kenmerken en eigenschappen van het product. Hierbij vormen de GS- en de GN-toelichtingen nuttige aanwijzingen, ook al zijn deze toelichtingen slechts uitleggingen en rechtens niet bindend (zie onder meer het arrest van het Hof van Justitie 28 april 2022, PRODEX SIA, C-72/21, ECLI:EU:C:2022:312, punt 28 en 29).
15. Voor de indeling van de onderhavige zwenkwielen is van belang of uit de objectieve kenmerken en eigenschappen ervan kan worden afgeleid dat zij speciaal of hoofdzakelijk bestemd zijn voor voertuigen van GN-post 8716. Niet in geschil is dat de zwenkwielen voldoen aan de Europese norm EN12532, waarvan de reikwijdte als volgt is gedefinieerd:
“This European Standard specifies the technical requirements, the appropriate dimensions and the requirements for testing.
This European Standard applies to castors and wheels (which may include accessories) for manually propelled or power towed industrial applications up to 1,1 m/s (4 km/h). This European Standard does not apply to castors and wheels for furniture, swivel chairs, institutional, hospital beds and driven applications.”
Dat de onderhavige zwenkwielen voldoen aan de technische specificaties van deze Europese norm, betekent echter niet dat zij speciaal bestemd of geschikt zijn voor voertuigen van GN-post 8716. Enerzijds verwijst deze Europese norm immers niet naar tariefposten van de GS of de GN en anderzijds wordt in de GS en de GN niet verwezen naar deze Europese norm. Zwenkwielen die voldoen aan deze Europese norm, kunnen ook bestemd of geschikt zijn voor artikelen die niet onder GN-post 8716 worden ingedeeld.
16. Ter zitting heeft eiseres voorbeelden getoond van zwenkwielen van ziekenhuisbedden en zwenkwielen van meubelen, die een andere samenstelling hebben dan de onderhavige zwenkwielen en die niet worden bevestigd via een plaat met schroefgaten, maar met een pin die in een holle (stoel-, tafel- of bedden-)poot wordt gestoken. Ook hieruit volgt niet dat onderhavige zwenkwielen die via een plaat met schroefgaten worden bevestigd, hoofdzakelijk bestemd of geschikt zijn voor voertuigen van GN-post 8617. Onderhavige zwenkwielen kunnen immers ook worden gebruikt voor bijvoorbeeld meubelen die geen holle poot of poten hebben, maar een bodem of poten waarin schroeven kunnen worden gedraaid. Hetzelfde geldt voor andere goederen dan voertuigen of meubelen.
17. Vanwege de plaat met schroefgaten zijn de zwenkwielen bestemd en geschikt voor universeel gebruik, omdat zij zowel onder voertuigen van GN-post 8716 als onder andere goederen kunnen worden bevestigd. Het door eiseres gestelde hoofdzakelijke gebruik onder voertuigen van GN-post 8716 kan niet worden afgeleid uit de objectieve kenmerken en eigenschappen van de zwenkwielen. Door de zwenkwielen kunnen allerhande zware voorwerpen verplaatsbaar of verrijdbaar worden gemaakt. Naast de voertuigen van GN-post 8716 valt te denken aan zware tafels, kasten en dergelijke meubelen, maar ook aan meubelhondjes, transportkoffers en mobiele luidsprekers. Anders dan eiseres betoogt, zijn transportkoffers, plantenrollers en meubelhondjes geen voertuigen van GN-post 8716 (zie onder meer Verordening (EU) nr. 2021/911 voor de indeling van een meubelroller).
18. Dat verweerder zwenkwielen voor steigers onder GN-post 7308 heeft ingedeeld als delen van steigers is, anders dan eiseres ter zitting heeft betoogd, niet relevant voor de indeling van de onderhavige zwenkwielen. Eiseres heeft de steigerwielen ter zitting als volgt beschreven: “De wielen beschikken over een stalen vastzetter en een spindel aan de bovenkant om aan een steiger te worden bevestigd”. De objectieve kenmerken en eigenschappen van deze steigerwielen wijken af van die van de in geschil zijnde zwenkwielen en kunnen in ieder geval niet leiden tot indeling van de onderhavige zwenkwielen als delen van voertuigen van GN-post 8716.
19. Gelet op de verschillende taalversies van GN-post 8302, waar – in de Nederlandse taalversie – ‘zwenkwielen’ met name worden genoemd, gaat de rechtbank er vanuit dat zwenkwielen en bokwielen voor de indeling in de GN als vergelijkbare goederen moeten worden aangemerkt. Hetzelfde geldt voor wel en niet vergrendelbare zwenkwielen, aangezien de mogelijkheid tot vergrendeling van een wiel niet een onderscheidend criterium is voor zwenkwielen voor voertuigen van GN-post 8716 enerzijds en zwenkwielen voor allerhande andere producten anderzijds.
20. Gelet op bovenstaande zijn de in geschil zijnde zwenkwielen niet uitsluitend of hoofdzakelijk bestemd of geschikt voor voertuigen van GN-post 8716, maar zijn zij – mede gelet op hun metalen plaat met schroefgaten – universeel toepasbaar. Verweerder heeft de zwenkwielen terecht ingedeeld in GN-onderverdeling 7326 9098 als ‘andere werken van ijzer of van staal’.
21. Nu de zwenkwielen niet kunnen worden ingedeeld als delen van voertuigen van GN-post 8716, kunnen ook de onderdelen (wielen, behuizing en beschermkap) niet als (delen van) delen van voertuigen van GN-post 8716 worden ingedeeld. Nu het onderdelen betreft die geheel respectievelijk hoofdzakelijk uit staal bestaan, heeft verweerder ook deze onderdelen terecht als ‘andere werken van ijzer of van staal’ ingedeeld in GN-onderverdeling 7326 9098.

Conclusie en gevolgen

22. De rechtbank ziet in hetgeen eiseres heeft aangevoerd geen aanleiding prejudiciële vragen te stellen aan het Hof van Justitie. Het antwoord op de vraag of het in Verordening (EU) nr. 728/2013 genoemde voorbeeld van ziekenhuisbedden voldoende overtuigend is, doet niet af aan het universele karakter van de onderhavige zwenkwielen.
23. Gelet op wat hiervoor is overwogen, dient het beroep ongegrond te worden verklaard. Eiseres krijgt daarom het griffierecht niet terug. Zij krijgt ook geen vergoeding van haar proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. W.M.C. Schipper, voorzitter, en mr. G.J. Ebbeling en
mr. E.M.R. Vennekens, leden, in aanwezigheid van mr. W.G. van Gastelen, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 29 augustus 2024.
griffier
voorzitter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de douanekamer van gerechtshof Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam, waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van het gerechtshof Amsterdam vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.