ECLI:NL:RBNHO:2024:894

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
7 februari 2024
Publicatiedatum
1 februari 2024
Zaaknummer
10746449 \ CV EXPL 23-6609
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Verstek
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van verschuldigde premie en toetsing van de Algemene Voorwaarden inzake buitengerechtelijke incassokosten

In deze zaak heeft de naamloze vennootschap Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V., gevestigd te Utrecht, een vordering ingesteld tegen een gedaagde partij die niet is verschenen. De kantonrechter heeft op 7 februari 2024 verstek verleend aan de eisende partij. De vordering betreft een bedrag van € 246,70, dat Zilveren Kruis vordert als verschuldigde premie, evenals de proceskosten. De kantonrechter heeft ambtshalve de Algemene Voorwaarden van de basis- en aanvullende verzekeringen van 2023 getoetst, met bijzondere aandacht voor artikel 9.2, dat betrekking heeft op buitengerechtelijke incassokosten.

De kantonrechter oordeelt dat het beding in de Algemene Voorwaarden oneerlijk is, omdat het Zilveren Kruis de mogelijkheid biedt om diverse soorten kosten, waaronder administratiekosten en invorderingskosten, bij de consument in rekening te brengen. Dit leidt tot een aanzienlijke verstoring van de rechten en verplichtingen van de consument. Het beding wordt vernietigd, wat betekent dat Zilveren Kruis geen recht heeft op de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter oordeelt echter dat het beding met betrekking tot de wettelijke rente niet oneerlijk is, voor zover deze rente wordt berekend over de verschuldigde premie.

De gedaagde partij wordt in het ongelijk gesteld en veroordeeld tot betaling van € 198,30 aan Zilveren Kruis, vermeerderd met wettelijke rente. Daarnaast wordt de gedaagde partij veroordeeld tot betaling van de proceskosten, die door de kantonrechter zijn vastgesteld op een totaalbedrag van € 298,49. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad en het meer of anders gevorderde is afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 10746449 \ CV EXPL 23-6609
Uitspraakdatum: 7 februari 2024
Verstekvonnis in de zaak van:
de naamloze vennootschap
Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V.
gevestigd te Utrecht
de eisende partij
verder te noemen: Zilveren Kruis
gemachtigde: Syncasso Gerechtsdeurwaarders
tegen
[gedaagde]
wonende te [plaats]
de gedaagde partij
niet verschenen

1.Het procesverloop

1.1.
Zilveren Kruis heeft een vordering tegen de gedaagde partij ingesteld. Tegen de gedaagde partij is verstek verleend.
1.2.
Op 15 november 2023 is een tussenvonnis gewezen. Ter uitvoering van dat tussenvonnis heeft Zilveren Kruis een akte ingediend. Vervolgens is een datum voor vonnis bepaald.

2.De beoordeling

2.1.
Zilveren Kruis vordert – na vermindering van eis – veroordeling van de gedaagde partij tot betaling van € 246,70. Daarnaast vordert zij veroordeling van de gedaagde partij in de proceskosten.
Hoofdsom
2.2.
De hoofdsom wordt toegewezen, omdat deze de kantonrechter niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt.
Ambtshalve toetsing van de Voorwaarden basisverzekeringen en aanvullende verzekeringen 2023 (hierna: de Algemene Voorwaarden)
Buitengerechtelijke incassokosten en rente
2.3.
Zilveren Kruis maakt aanspraak op vergoeding van de buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente. In artikel 9.2 van de Algemene Voorwaarden is daarover het volgende beding opgenomen.
“(…) Als u (verzekeringnemer) niet op tijd betaalt, kunnen wij administratiekosten, invorderingskosten (waaronder incassokosten) en de wettelijke rente aan u (verzekeringnemer) in rekening brengen.”
De kantonrechter moet beoordelen of dit beding in de Algemene Voorwaarden oneerlijk is ten opzichte van de consument.
2.4.
De kantonrechter oordeelt dat het beding oneerlijk is, omdat Zilveren Kruis op grond van het beding diverse soorten kosten (administratiekosten, invorderingskosten (waaronder incassokosten) en wettelijke rente) bij de consument in rekening kan brengen. Het beding heeft een aanzienlijk bredere strekking dan de kosten die op grond van de wet gevorderd kunnen worden. Incassokosten wordt immers als één van de voorbeelden genoemd, naast administratiekosten en invorderingskosten. Omdat Zilveren Kruis zichzelf met het beding de bevoegdheid heeft gegeven om – naast wettelijke rente en incassokosten – bij de consument, onder diverse noemers, meer invorderingskosten in rekening te brengen, is sprake van een aanzienlijke verstoring van de rechten en verplichtingen voortvloeiend uit de overeenkomst, ten nadele van de consument. Bovendien schrijft artikel 6:96 van het Burgerlijk Wetboek voor dat de incassokosten pas ná het verstrijken van de in de veertiendagenbrief genoemde termijn verschuldigd worden. Dit is niet in het beding opgenomen. Voorts laat het beding de mogelijkheid open om meer incassokosten in rekening brengen dan volgt uit de normering in het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. Ook dat is oneerlijk.
Op basis van het voorgaande is de kantonrechter van oordeel dat het beding oneerlijk is. Het beding wordt daarom vernietigd.
2.5.
De kantonrechter vindt het beding voor wat betreft de wettelijke rente niet oneerlijk, voor zover deze rente wordt berekend over de verschuldigde premie.
2.6.
De argumenten die Zilveren Kruis heeft aangevoerd voor haar stelling dat het beding niet oneerlijk is, leiden niet tot een ander oordeel.
Conclusie
2.7.
Omdat het beding op grond waarvan de buitengerechtelijke incassokosten bij de consument in rekening kan worden gebracht oneerlijk is, heeft Zilveren Kruis ook geen recht op de buitengerechtelijke incassokosten. Die nevenvordering zal daarom worden afgewezen.
2.8.
De gedaagde partij wordt overwegend in het ongelijk gesteld en zal daarom in de
proceskosten worden veroordeeld. De kosten voor de genomen akte blijven echter voor rekening van Zilveren Kruis, aangezien het aan haarzelf te wijten is dat het nodig was deze extra akte op te stellen.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
veroordeelt de gedaagde partij tot betaling aan Zilveren Kruis van € 198,30, te vermeerderen met de wettelijke rente over een bedrag van 195,85 vanaf 13 september 2023 tot aan de dag van volledige betaling;
3.2.
veroordeelt de gedaagde partij tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van Zilveren Kruis tot en met vandaag vaststelt op:
€ 130,49 wegens dagvaardingskosten,
€ 128,00 wegens griffierecht en
€ 40,00 wegens salaris gemachtigde;
3.3.
verklaart de veroordeling(en) in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
3.4.
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.S.J. Thijs en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter