Uitspraak
RECHTBANK Noord-Holland
1.[eiser 1] ,
[eiser 2],
1.[gedaagde 1] ,2. [gedaagde 2] ,
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
“het houden van een goed voor zichzelf”;
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak, die zich afspeelt tussen buren, staat de vraag centraal of de gedaagden door verjaring de eigendom van een strook grond hebben verkregen. De eisers, die sinds 14 oktober 2009 eigenaar zijn van hun perceel, vorderen dat de gedaagden worden veroordeeld om alles wat zich op hun perceel bevindt te verwijderen. De gedaagden, die sinds 1 december 2003 eigenaar zijn van hun perceel, voeren aan dat zij de strook grond door verjaring hebben verkregen. De rechtbank oordeelt dat de feitelijke grens tussen de percelen, gemarkeerd door een gazen hek, de juridische eigendomsgrens is geworden. De rechtbank concludeert dat de gedaagden te goeder trouw zijn geweest en dat zij na een termijn van 10 jaar, in 2011, door verjaring eigenaar zijn geworden van de strook grond. De vorderingen van de eisers worden afgewezen, terwijl de vorderingen van de gedaagden worden toegewezen. De rechtbank veroordeelt de eisers in de proceskosten.