ECLI:NL:RBNHO:2024:9166

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
5 september 2024
Publicatiedatum
5 september 2024
Zaaknummer
C/15/342456 / FA RK 23-3583
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging gezamenlijk gezag en toewijzing alleenstaand gezag aan de moeder in een familiezakenprocedure

In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Holland op 5 september 2024 uitspraak gedaan in een familiezakenprocedure betreffende het gezag over een minderjarige. De moeder verzocht om alleen met het gezag over de minderjarige te worden belast, omdat de vader psychische problemen vertoont en niet in staat is om op een verantwoorde manier met de moeder en de minderjarige om te gaan. De vader is op verschillende momenten niet bereikbaar en zijn communicatie met de moeder is problematisch, wat leidt tot een onveilige situatie voor de minderjarige. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vader op belangrijke momenten niet bereikbaar was en dat de communicatie tussen de ouders uiterst moeizaam verloopt. De Raad voor de Kinderbescherming heeft geadviseerd om het verzoek van de moeder toe te wijzen, omdat gezamenlijk gezag alleen mogelijk is als beide ouders in staat zijn om afspraken te maken en te overleggen. De rechtbank heeft geconcludeerd dat dit in het geval van de ouders niet mogelijk is en heeft daarom besloten het gezamenlijk gezag te beëindigen. De moeder wordt alleen met het gezag over de minderjarige belast, zodat zij in staat is om de zorg voor de minderjarige goed te regelen. De rechtbank heeft ook geadviseerd dat de ouders hulp zoeken om het contact tussen de minderjarige en de vader te herstellen, maar benadrukt dat de vader moet stoppen met het sturen van berichten die de minderjarige belasten met volwassenenproblematiek.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Familie en Jeugd
locatie Haarlem
gezag
zaak-/rekestnr.: C/15/342456 / FA RK 23-3583
Beschikking van de enkelvoudige kamer voor familiezaken van 5 september 2024
in de zaak van:
[de moeder],
wonende te [plaats] ,
hierna te noemen: de moeder,
advocaat mr. S. Verhagen, kantoorhoudende te Hoofddorp,
tegen
[de vader],
wonende te [plaats] ,
hierna te noemen: de vader.
De advocaat mr. E.G.S.N. Asselbergs heeft zich op 23 oktober 2023 voor de vader onttrokken.
--betreffende--
[de minderjarige] , geboren op [geboortedatum] te [plaats] ,
hierna mede te noemen: de minderjarige.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de beschikking van 11 december 2023 en de daarin genoemde stukken;
- de brief, met bijlagen, van de advocaat van de moeder van 8 augustus 2024.
1.2.
De behandeling van de zaak heeft plaatsgevonden op de zitting van 20 augustus 2024 in aanwezigheid van partijen, de moeder bijgestaan door mr. S. Verhagen.
Tevens was ter zitting als informant aanwezig [vertegenwoordiger van de raad] namens de Raad voor de Kinderbescherming (hierna te noemen: de Raad).

2.De verdere beoordeling

2.1.
Bij de beschikking van 11 december 2023 is bepaald dat de vader als kinderbijdrage voor [de minderjarige] dient te voldoen € 108 per maand met ingang van 22 mei 2021.
2.2.
Ter beoordeling ligt nog voor het verzoek om de moeder voortaan alleen met het gezag over [de minderjarige] te belasten. De moeder stelt hiertoe dat de vader psychische problemen heeft. De relatie tussen de ouders kenmerkt zich door de aanhoudende jaloezie van de vader en zijn dreiging met zelfmoord. De vader blokkeert de moeder continue op zijn telefoon en is dan alleen bereikbaar via zijn moeder en zijn broer. Dit betrof bijvoorbeeld de toestemming voor de aanvraag van een paspoort en voor een tandheelkundige behandeling. De vader is verder op 9 juni 2023 voor drie maanden naar Zuid-Afrika vertrokken zonder de moeder daarover te informeren. De vader maakt het door zijn handelen onmogelijk om gezamenlijk beslissingen te nemen over [de minderjarige] . Sinds de moeder onderhavige procedure is gestart vraagt de vader weer om contact met [de minderjarige] . De moeder wil dit [de minderjarige] niet ontzeggen maar verbindt hier wel strikte voorwaarden aan omdat zij er niet op kan rekenen dat de vader er structureel voor [de minderjarige] is en niet wil dat [de minderjarige] beschadigd raakt door het handelen van de vader. De vader neemt hierin geen verantwoordelijkheid en stuurt [de minderjarige] berichten en spraakberichten die niet passend zijn voor haar leeftijd. De vader is niet bezig met [de minderjarige] maar met de moeder. Soms stuurt de vader extreem veel berichten aan de moeder en op andere momenten is hij niet bereikbaar voor de moeder, net hoe het de vader uitkomt. De moeder heeft besloten dit jaar niet op vakantie naar het buitenland te gaan zodat ze de vader niet om toestemming hoeft te vragen.
2.3.
De vader heeft daartegen als verweer gevoerd dat hij altijd bereikbaar is geweest voor de moeder en meewerkt aan beslissingen over [de minderjarige] . De moeder is juist niet bereikbaar voor de vader en houdt [de minderjarige] uit zijn leven. De vader heeft veel individuele hulpverlening gehad maar de moeder heeft altijd geweigerd om samen een hulpverleningstraject te doorlopen. De vader zou niks liever willen dan hernieuwd contact met [de minderjarige] en stuurt [de minderjarige] appjes om haar te laten weten dat hij haar mist. De vader wil een normale omgangsregeling met [de minderjarige] en niet dat hij haar alleen op bepaalde tijdstippen onder begeleiding mag zien. De vader heeft er wel vertrouwen in dat de moeder goede beslissingen voor [de minderjarige] neemt, het gaat de vader om de omgang met [de minderjarige] .
2.4.
De Raad adviseert om het verzoek van de moeder toe te wijzen. Voor gezamenlijk gezag zijn twee ouders nodig die afspraken met elkaar kunnen maken en kunnen overleggen. In dit geval is daar geen sprake van en dan komt het gezag toe aan de ouder die de zorg heeft voor [de minderjarige] , te weten de moeder, zodat zij in staat is om alles goed te regelen voor [de minderjarige] . Uit het appverkeer blijkt dat de ouders niet kunnen overleggen. Het appverkeer is heel belastend voor [de minderjarige] , de appjes die de vader aan [de minderjarige] stuurt zijn onverantwoord. Als de vader wil dat [de minderjarige] niet beschadigd raakt moet hij daarmee stoppen. De Raad ziet geen mogelijkheden voor de ouders om hun communicatie binnen voor [de minderjarige] acceptabele termijn te verbeteren.
De omgang ligt nu niet voor, maar is terecht ter sprake gebracht. Als uitgangspunt geldt dat het in het belang van kinderen is om contact met beide ouders te hebben. Het is duidelijk dat de ouders daar samen niet uit gaan komen. De Raad adviseert de ouders daarom om daar hulpverlening voor te zoeken.
2.5.
De rechtbank overweegt als volgt.
Zoals ook door de Raad naar voren is gebracht, is voor gezamenlijk gezag nodig dat de ouders afspraken met elkaar kunnen maken en kunnen overleggen. Aan die voorwaarden is in het geval van deze ouders niet voldaan. De rechtbank stelt vast dat de vader op belangrijke momenten niet bereikbaar was voor de moeder. Zo volgt uit het appverkeer van de moeder dat zij de toestemming van de vader voor tandheelkundige zorg voor [de minderjarige] via de broer van de vader heeft moeten regelen en de toestemming van de vader voor de aanvraag van een paspoort voor [de minderjarige] via de moeder van de vader. Ook in ander opzicht verloopt de communicatie tussen de ouders uiterst moeizaam. Zo zijn er periodes dat de vader de moeder en [de minderjarige] veelvuldig berichten stuurt die betrekking hebben op zijn onverwerkte emoties over de verbreking van de relatie. De vader geeft geen blijk van enig inzicht in wat die berichten met [de minderjarige] en de moeder doen en lijkt hier alleen vanuit zijn eigen perspectief naar te kunnen kijken. Hierin is op korte termijn geen verbetering te verwachten. De vader heeft naar eigen zeggen al veel behandelingen gehad, maar dit is helaas niet toereikend geweest.
Al het voorgaande in aanmerking nemend, is de rechtbank van oordeel dat, in het belang van [de minderjarige] , het gezamenlijk gezag dient te worden beëindigd en de moeder alleen met het gezag over [de minderjarige] dient te worden belast.
2.6.
Ter overvloede overweegt de rechtbank het volgende. Het is verstandig als de ouders hulp zoeken en laten onderzoeken of -en zo ja op welke wijze- het contact tussen [de minderjarige] en de vader hersteld kan worden. In ieder geval moet de vader stoppen met het sturen van appjes aan [de minderjarige] waarin hij haar belast met volwassenenproblematiek.

3.De beslissing

De rechtbank:
3.1.
bepaalt dat het gezamenlijk gezag van partijen over de minderjarige [de minderjarige] :
- [de minderjarige] , geboren op [geboortedatum] te [plaats] ,
wordt beëindigd en dat de moeder alleen het gezag over voornoemde minderjarige toekomt;
3.2.
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. A. Warmerdam, rechter, tevens kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. A.E.J. van Schie als griffier en in het openbaar uitgesproken op 5 september 2024.
Tegen deze beschikking kan – voor zover er definitief is beslist – door tussenkomst van een advocaat hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam. De verzoekende partij en/of de zich verwerende partij dient het hoger beroep binnen de termijn van drie maanden na de dag van de uitspraak in te stellen.