ECLI:NL:RBNHO:2024:9236
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bepaling hoofdverblijfplaats en zorgregeling voor minderjarigen in een complexe gezinssituatie
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Holland op 6 september 2024, hebben de ouders van twee minderjarigen, [de minderjarige 1] en [de minderjarige 2], een verzoek ingediend omtrent de zorgregeling en hoofdverblijfplaats van de kinderen. De ouders zijn het erover eens dat het momenteel niet veilig is voor de kinderen om bij de vader te verblijven, ondanks dat zij in beginsel omgang willen. De rechtbank heeft geen vaste zorgregeling vastgesteld, maar heeft wel bepaald dat de hoofdverblijfplaats van de minderjarigen bij de moeder zal zijn.
De procedure begon met een beschikking van 18 augustus 2023, waarin de vader werd verplicht om een kinderbijdrage te betalen. De moeder heeft in een aanvullend verzoekschrift van 4 juli 2024 verzocht om de hoofdverblijfplaats van de kinderen bij haar te bepalen en de zorgregeling met de vader op te schorten. De moeder heeft zorgen geuit over de verslavings- en psychische problematiek van de vader, die zijn verantwoordelijkheden niet kan nakomen. De vader heeft zelf ook aangegeven dat hij het momenteel niet veilig acht voor de kinderen bij hem.
Tijdens de zitting op 9 augustus 2024 werd duidelijk dat beide ouders de zorgen over de situatie bij de vader erkennen, maar deze op verschillende manieren labelen. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen vaste zorgregeling kan worden vastgesteld, maar dat de kinderen bij de vader kunnen verblijven op momenten die in onderling overleg worden bepaald, mits dit veilig is. De rechtbank heeft de vader geadviseerd om hulp te zoeken en heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De ouders zijn in staat om in overleg te treden over de omgang, maar er is momenteel geen regeling die geschorst kan worden.