In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland geoordeeld dat Airhelp niet-ontvankelijk is in haar vordering tegen British Airways Plc. De zaak betreft een geschil over een vordering van een passagier die compensatie eist voor een geannuleerde vlucht. De passagier had een vervoersovereenkomst met de vervoerder, maar de handtekening op het 'assignment form' dat door Airhelp was overgelegd, wijkt in behoorlijke mate af van de handtekening op het paspoort van de passagier. Hierdoor is er geen rechtsgeldige cessie van de vordering aan Airhelp tot stand gekomen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat voor een rechtsgeldige levering van een vorderingsrecht op naam een akte vereist is, en dat de echtheid van de handtekening niet is komen vast te staan. Airhelp heeft nagelaten om dit bij repliek nader te onderbouwen, wat volgens de wet op haar weg had gelegen. De kantonrechter heeft daarom Airhelp niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering en de proceskosten voor rekening van Airhelp gesteld.