ECLI:NL:RBNHO:2024:9370

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
2 september 2024
Publicatiedatum
11 september 2024
Zaaknummer
C/15/355863 / FA RK 24-4194
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Opvolgende rechterlijke machtiging tot voortzetting van verblijf in verband met neuro-cognitieve stoornissen en alcoholmisbruik

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 2 september 2024 een opvolgende rechterlijke machtiging verleend voor de duur van vijf jaar aan een betrokkene die lijdt aan neuro-cognitieve stoornissen als gevolg van alcoholgebruik. De rechtbank oordeelde dat verbetering van de toestand van de betrokkene niet te verwachten valt en dat er een hoog risico bestaat op terugval in excessief alcoholgebruik na ontslag uit het verpleeghuis. De advocaat van de betrokkene had verzocht om de machtiging voor een kortere duur te verlenen, maar dit verzoek werd afgewezen. De rechtbank concludeerde dat de voortzetting van het verblijf noodzakelijk is om ernstig nadeel te voorkomen, waaronder levensgevaar en ernstige verwaarlozing. De mondelinge behandeling vond plaats op 2 september 2024, waarbij de rechtbank de betrokkene, zijn advocaat, een specialist ouderengeneeskunde en een zorgmedewerker heeft gehoord. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen minder ingrijpende mogelijkheden zijn om het ernstig nadeel te voorkomen, en dat de betrokkene niet in staat is om zelfstandig voor zichzelf te zorgen. De machtiging is verleend tot en met 2 september 2029.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Familie en Jeugd
locatie Haarlem
Opvolgende rechterlijke machtiging
zaak-/rekestnr.: C/15/355863 / FA RK 24-4194
beschikking van de rechtbank van 2 september 2024,
naar aanleiding van het door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) ingediende verzoek tot het verlenen van een opvolgende machtiging voor de duur van vijf jaar als bedoeld in artikel 24 van de Wet zorg en dwang (Wzd), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum] ,
wonende te [plaats] ,
thans verblijvende in [accommodatie] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. B.G. Meijer te Amsterdam.

1.Procesverloop

1.1.
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 14 augustus 2024.
1.2.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- het indicatiebesluit van 11 mei 2023;
- de aanvraag d.d. 14 augustus 2024;
- de medische verklaring d.d. 13 augustus 2024;
- het zorgplan d.d.17 juli 2024;
- een afschrift van de beschikking van de kantonrechter van de rechtbank Noord-Holland van 11 mei 2020 waarbij K. Vogel-Spek tot mentor is benoemd;
- een afschrift van de beschikking van de rechtbank Amsterdam van 21 september 2022 waarin een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf voor de duur van twee jaar is verleend, geldig tot 8 september 2024.
1.3.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 2 september 2024, op bovengenoemde locatie.
1.4.
Ter zitting waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat;
- [specialist] , specialist ouderengeneeskunde;
- [zorgmedewerker] , zorgmedewerker.
De mentor van betrokkene heeft telefonisch deelgenomen aan de zitting.

2.Beoordeling

2.1.
Op 15 augustus 2024 is door de rechtbank een machtiging opname en voortzetting van het verblijf verleend voor de duur van twee jaar.
2.2.
Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychogeriatrische aandoening, te weten uitgebreide neurocognitieve stoornissen op basis van alcoholabuse, waarbij vasculair of M. Alzheimer niet is uit te sluiten.
2.3.
Deze psychogeriatrische aandoening leidt tot ernstig nadeel. Dit ernstig nadeel bestaat uit:
- levensgevaar;
- ernstig lichamelijk letsel;
- ernstige verwaarlozing;
- maatschappelijke teloorgang;
- de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept;
- het in gevaar brengen van de algemene veiligheid van personen en goederen.
2.4.
De advocaat heeft om afwijzing van het verzoek verzocht, omdat betrokkene zelf aangeeft graag in zijn eigen woning te willen wonen en in staat is om voor zichzelf te zorgen.
2.4.1
De specialist ouderengeneeskunde heeft ter zitting aangegeven dat er in 2021 ernstige neuro-cognitieve stoornissen bij betrokkene zijn vastgesteld en dat verbetering hiervan niet valt te verwachten. Er is daarmee sprake van een chronisch ziektebeeld. Daar komt volgens hem bij dat betrokkene geen ziektebesef heeft en na een eventueel ontslag uit het verpleeghuis zeker zal terugvallen in excessief alcoholgebruik. Recentelijk zijn aan betrokkene kortdurend enkele vrijheden verleend, maar dat bleek direct verkeerd te gaan. Betrokkene heeft controle en begeleiding nodig om het alcoholmisbruik tegen te gaan. Voortzetting van het verblijf is derhalve noodzakelijk om te voorkomen dat betrokkene terugvalt in zijn gedragsproblematiek en het ernstig nadeel zich weer zal voordoen.
2.4.2
De mentor heeft aangegeven zich te kunnen vinden in het verzoek, omdat de eerdere gegeven vrijheden vrijwel meteen hebben geleid tot een ernstige terugval.
2.4.3.
Gelet op de stukken en wat de specialist ouderengeneeskunde ter zitting naar voren heeft gebracht, is de voorzetting van het verblijf noodzakelijk en geschikt om het ernstig nadeel te voorkomen of af te wenden. Er zijn ook geen minder ingrijpende mogelijkheden om het ernstig nadeel te voorkomen of af te wenden. Het betoog van betrokkene dat de mogelijkheid van thuis wonen bestaat, slaagt dan ook niet.
2.5.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor verlening van een opvolgende rechterlijke machtiging tot voortzetting van het verblijf als bedoeld in de Wzd.
2.6.
De advocaat heeft nog verzocht om de machtiging voor een kortere duur van verzocht af te geven, omdat hij nog maar kort in het huidige verpleeghuis zit en hij eerder in een andere setting zat. Ook dit betoog van de advocaat slaagt niet. Gelet op de verklaring van de specialist ouderengeneeskunde ter zitting dat verbetering van de stoornis niet valt te verwachten, omdat sprake is van een chronisch ziektebeeld en dat een volgende zitting vooral stress oplevert voor betrokkene, zal de rechtbank de machtiging verlenen voor de (verzochte) duur van vijf jaar. Deze geldt aldus tot en met 2 september 2029.

3.Beslissing

De rechtbank:
verleent een opvolgende machtiging tot voortzetting van het verblijf ten aanzien van
[betrokkene] ,geboren op [geboortedatum] ,
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met uiterlijk 2 september 2029.
Deze beschikking is gegeven door mr. S. Ok, rechter, in tegenwoordigheid van mr. M.C. Anema als griffier en in het openbaar uitgesproken op 2 september 2024.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 9 september 2024.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.