ECLI:NL:RBNHO:2024:9481

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
10 september 2024
Publicatiedatum
16 september 2024
Zaaknummer
10877040 \ EJ VERZ 24-8
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van besluiten van de algemene ledenvergadering van een vereniging van eigenaars met betrekking tot kosten toedeling en jaarstukken

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 10 september 2024 uitspraak gedaan in een verzoekschrift van [verzoeker] tegen de vereniging van eigenaars (VvE) te [plaats]. [Verzoeker] heeft verzocht om voor recht te verklaren dat bepaalde besluiten genomen op de algemene ledenvergadering van 14 december 2023 nietig zijn, dan wel dat deze vernietigd worden. Het betreft besluiten over de goedkeuring van de jaarstukken, de benoeming van de kascommissie, en de toedeling van kosten van de brandmeldinstallatie aan de hoofdvereniging. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de kosten van de brandmeldinstallatie aan de hoofdvereniging moeten worden toegedeeld, omdat deze installatie van belang is voor de veiligheid van het gehele gebouw. De rechter heeft geoordeeld dat de besluiten van de VvE niet in strijd zijn met de statuten en dat de jaarstukken op een deugdelijke wijze zijn opgesteld. [Verzoeker] is niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoeken tot rectificatie van de notulen en het betalen van een schadevergoeding, omdat de kantonrechter niet bevoegd is om deze verzoeken te behandelen. De proceskosten zijn voor rekening van [verzoeker].

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknr./repnr.: 10877040 \ EJ VERZ 24-8 (rvk)
Uitspraakdatum: 10 september 2024
Beschikking van de kantonrechter in de zaak van:
[verzoeker]
wonende te [plaats]
verzoekende partij
verder te noemen: [verzoeker]
in persoon procederend
tegen
[verweerder]
te [plaats]
gevestigd te [plaats]
verwerende partij
verder te noemen: [VvE]
gemachtigde: [gemachtigde]

1.Het procesverloop

1.1.
[verzoeker] heeft een verzoekschrift ingediend, ter griffie ingekomen op 10 januari 2024. [verzoeker] heeft bij brief van 22 februari 2024 twee documenten ingediend. [VvE] heeft een verweerschrift ingediend.
1.2.
Op 16 juli 2024 heeft een zitting plaatsgevonden. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. [verzoeker] heeft gebruik gemaakt van pleitaantekeningen, die zijn overgelegd. Voorafgaand aan de zitting heeft [verzoeker] bij brief van 8 juli 2024 nog stukken toegezonden.

2.De feiten

2.1.
Het gebouw (complex) ‘ [naam 1] ’ te [plaats] is bij ‘Akte van hoofsplitsing in appartementsrechten’ van 22 mei 2008 in vier appartementsrechten gesplitst. Het betreft de volgende appartementsrechten:
  • A-1: 59 woningen met bergingen, toe- en uitgangen, trap, trappenhuis, liftschacht, galerijen en hydrofoorruimte;
  • A-2: de bedrijfsruimten met lift, liftschacht en winkelwagenopstelplaats;
  • A-3: 169 parkeerplaatsen met ruimte met toe- en uitgangen en hellingbaan;
  • A-4: 42 parkeerplaatsen en verkeersgebied
2.2.
Bij deze akte is ook een vereniging van eigenaars opgericht (hierna: de hoofdvereniging). In de splitsingsakte is het Modelreglement 2006 van toepassing verklaard.
2.3.
Deze vier appartementsrechten zijn vervolgens weer ondergesplitst:
  • Appartementsrecht A-1 is ondergesplitst in 59 appartementsrechten (woningen)
  • Appartementsrecht A-2 is ondergesplitst in 11 appartementsrechten (bedrijfsruimten/winkels)
  • Appartementsrecht A-3 is ondergesplitst in 170 appartementsrechten: 169 parkeerplaatsen in de parkeerkelder en 1 gebruiksruimte (trap)
  • Appartementsrecht A-4 is ondergesplitst in 42 appartementsrechten (parkeerplaatsen begane grond op het buitenterrein)
2.4.
Bij deze aktes is ook telkens een onder-verenging van eigenaren opgericht (hierna te noemen: de ondervereniging wonen; de ondervereniging bedrijfsruimtes; de ondervereniging parkeerplaatsen; de ondervereniging buitenterrein).
2.5.
In de vier splitsingsaktes is telkens eveneens het Modelreglement 2006 van toepassing verklaard. In dit reglement is, voor zover hier van belang, het volgende bepaald:
Artikel 12:
1. Na afloop van elk boekjaar maakt het bestuur de jaarrekening en het jaarverslag op. Uit de tot de jaarrekening behorende balans moet de grootte van het reservefonds blijken. De tot de jaarrekening behorende exploitatierekening vormt de rekening als bedoeld in artikel 5:1 12 eerste lid onder h van het Burgerlijk Wetboek en omvat de baten en lasten over het boekjaar, onderverdeeld in de posten genoemd in artikel ii eerste lid.
2. In de jaarvergadering bedoeld in artikel 45 tweede lid legt het bestuur de jaarrekening ter vaststelling over aan de vergadering. De jaarrekening wordt ondertekend door de bestuurders en de commissarissen. Ontbreekt een raad van commissarissen en wordt omtrent de getrouwheid van de stukken aan de vergadering niet een verklaring overgelegd afkomstig van een accountant bedoeld in artikel 2:393 eerste lid van het Burgerlijk Wetboek, dan brengt de kascommissie bedoeld in artikel 58 tweede lid ter vergadering verslag van haar bevindingen omtrent de jaarrekening uit.
(…)
Artikel 16
1. De vereniging voert het beheer over- en draagt de zorg voor het onderhoud van de gemeenschappelijke gedeelten en de gemeenschappelijke zaken.
(…)
Artikel 17
1. Tot de gemeenschappelijke gedeelten en de gemeenschappelijke zaken worden onder meer gerekend, voor zover aanwezig:
(...)
f. de installaties met de daarbij behorende leidingen, voorzieningen en overige werken van:
(…)
- de rook- en branddetectie en de brandbestrijding;
- (…)
- de algemene beveiliging die niet bestemd zijn om uitsluitend te worden gebruikt door de eigenaar of gebruiker van - of niet uitsluitend dienstbaar zijn aan – een privé gedeelte.
(…)
2. Tot de gemeenschappelijke gedeelten en de gemeenschappelijke zaken worden niet
gerekend:
(…)
c. al die zaken die bestemd zijn om uitsluitend te worden gebruikt door de eigenaar of gebruiker van – of uitsluitend dienstbaar zijn aan – een privé gedeelte, voor zover niet anders in het reglement vermeld of met inachtneming van het bepaalde in artikel 18 als zodanig gekwalificeerd.
(…)
2.6.
[verzoeker] is eigenaar van een appartementsrecht dat recht geeft op het gebruik van een parkeerplaats in de parkeerkelder. [verzoeker] is daarom van rechtswege lid van [VvE] .
2.7.
[naam 2] is volledig eigenaar van de ondersplitsing ‘bedrijfsruimten’ en zij is daarnaast voor 77,5% eigenaar van de appartementsrechten in de ondersplitsing Parkeerkelder. [naam 2] is bestuurder van [VvE] .
2.8.
Op 14 december 2023 is een algemene ledenvergadering gehouden.

3.Het verzoek

3.1.
[verzoeker] verzoekt, zo begrijpt de kantonrechter uit de toelichting op de mondelinge behandeling, dat voor recht verklaard wordt dat een aantal besluiten genomen op de algemene ledenvergadering van 14 december 2023 nietig zijn, dan wel dat deze vernietigd worden. Het gaat om de volgende besluiten (agendapunten 6, 7, 10, 11, 12 en 13):
instemmen met agendapunt 7 in de vergadering van de hoofdvereniging ‘Besluit vaststellen van de jaarstukken over 2022 en bestemming resultaat van de hoofdvereniging’(agendapunt 6 van de vergadering van de ondervereniging/ agendapunt 7 van de vergadering van de hoofdvereniging);
de benoeming kascontrolecommissie 2015 tot en met 2022 (agendapunt 7);
de vaststelling van de jaarstukken 2015 tot en met 2022 en decharge verlenen aan het bestuur (agendapunt 10);
het verrekenen van de exploitatieresultaten over 2015 tot en met 2022 met de reserves (agendapunt 11);
het vaststellen van een nieuw MJOP (agendapunt 12);
het vaststellen van de begroting 2024 (agendapunt 13).
3.2.
[verzoeker] verzoekt verder dat de kantonrechter:
voor recht verklaart dat zolang geen ander gemotiveerd voorstel over de schoonmaakkosten aan de vergadering van eigenaars wordt voorgelegd ter besluitvorming, de afspraak uit 2015 blijft gelden en andere verrekeningen met de ondervereniging bedrijfsruimten niet zijn toegestaan en de werking van artikel 47 lid 4 van toepassing te verklaren bij de besluitvorming;
het bestuur veroordeelt de notulen van 27 september 2023 inzake smaad en laster te rectificeren op basis het door de advocaat voorgelegde concept en de bestuurder te verplichten de in de brief van de advocaat gevraagde schadeloosstelling te voldoen;
de ondervereniging veroordeelt een accountant te benoemen voor de controle van de aangepaste verantwoordingen over de jaren 2015- 2022, gelet op het bepaalde in artikel 12 lid 2 modelreglement;
het bestuur veroordeelt medewerking te verlenen aan de aanpassing cijfers van de hoofdvereniging over de jaren 2015-2022 omdat de beslissing over de BMI doorwerkt in de cijfers van de hoofdvereniging.
Subsidiair
[verzoeker] verzoekt subsidiair een verklaring voor recht wordt dat nietig is, dan wel vernietiging van, het onderdeel van de in de algemene ledenvergadering van 14 december 2023 door de ondervereniging parkeerplaatsen vastgestelde punt inzake de BMI dat betrekking heeft op de bijdrage kosten hoofdvereniging over de jaren vanaf 2015 inclusief verrekeningen in de jaren voor 2015.
3.3.
[verzoeker] legt aan zijn verzoeken ten grondslag dat het bestuur in strijd met de statuten handelt door kosten van de onderverenigingen ten laste van de hoofdvereniging te brengen. Zo worden de kosten van de brandmeldinstallatie in de parkeerkelder (BMI) aan de hoofdvereniging toegedeeld. Verder wordt zonder de vereiste besluitvorming binnen de algemene ledenvergadering, kosten van een andere ondervereniging ten laste van de exploitatie gebracht. Hiermee zijn niet alleen de besluiten tot kostentoedeling nietig, maar ook de besluiten om de jaarstukken goed te keuren, want ook daarin wordt uitgegaan van onjuiste kostentoedelingen.
3.4.
Voorts voldoet de verantwoording van de cijfers niet aan de minimale vereisten die gelden voor een vereniging van eigenaars en wordt de controle niet, zoals voorgeschreven in artikel 12 lid 2 modelreglement, uitgevoerd door een accountant. Ook verspreidt de bestuurder bewust via de notulen smaad en laster over een kritisch lid (verzoeker) van de ondervereniging parkeerplaatsen door leugens over een kwestie die betrekking heeft op de bestuurder zelf en niets met de ondervereniging te maken heeft. Ook worden exploitatietekorten verrekend met de reserves en dat is niet toelaatbaar.

4.Het verweer

4.1.
De ondervereniging parkeerplaatsen voert aan dat [verzoeker] niet-ontvankelijk is in zijn verzoek waar het gaat om het nietig verklaren besluiten omdat een verzoek nietigverklaring niet door de kantonrechter wordt behandeld maar door de rechtbank. Inhoudelijk voert de ondervereniging parkeerplaatsen aan dat er geen strijd is met de statuten zodat de besluiten niet nietig zijn. De kosten van de brandmeldinstallatie (BMI) behoren toegedeeld te worden aan de hoofdvereniging omdat de BMI tot de gemeenschappelijke zaken van de hoofdsplitsing moet worden gerekend. Immers, alles wat in artikel 17 van het splitsingsreglement als gemeenschappelijk wordt aangeduid is ook in de hoofdsplitsing gemeenschappelijk. Voor de kosten van het buitenterrein geldt hetzelfde.
4.2.
De voorgenomen verrekening van schoonmaakkosten tussen de ondervereniging parkeerplaatsen en de ondervereniging bedrijfsruimtes is noodzakelijk vanwege de uitspraak van de kantonrechter van 8 februari 2021 over de vraag welke gedeeltes als gemeenschappelijk moeten worden beschouwd. De afspraken hierover zijn al jaren bekend en van de verrekening is melding gemaakt in de agenda voor de vergadering. De leden hebben kennis hiervan kennis kunnen nemen en een weloverwogen besluit kunnen nemen. Er is geen sprake van machtsmisbruik door [naam 2] omdat het haar vrijstaat in haar eigen belang te stemmen.
4.3.
De ondervereniging parkeerplaatsen voert daarnaast aan dat de jaarstukken wel degelijk op een deugdelijke wijze zijn opgesteld.
4.4.
Het besluit tot het benoemen van een kascommissie die bestaat uit niet-leden is niet strijdig met de statuten. Het benoemen van een accountant om de stukken van de kascommissie te controleren is niet nodig – dat volgt niet uit de wet of de statuten.
4.5.
Begrotingstekorten mogen wel worden onttrokken aan de reserves en het besluit van de vergadering om dat te doen is niet nietig of vernietigbaar.
4.6.
Het besluit tot vaststellen van de MJOP en dotatie en het besluit tot het vaststellen van de begroting (agendapunt 12 en 13) is, gelet op de uitleg van de akte over de gemeenschappelijkheid, niet strijdig met de statuten.
4.7.
Omdat [verzoeker] niet stelt of onderbouwt dat sprake is van strijd met wettelijke of statutaire bepalingen die de totstandkoming van besluiten regelen, strijd met het huishoudelijk reglement of strijd met de redelijkheid en billijkheid, is er geen grond voor vernietiging van de besluiten.
4.8.
De ondervereniging parkeerplaatsen voert verder aan dat de kantonrechter niet bevoegd is te beslissen over het verzoek tot rectificatie en het veroordelen tot betaling van een geldsom en dat [verzoeker] op dit punt eveneens niet-ontvankelijk dient te worden verklaard. Verder is er volgens de ondervereniging parkeerplaatsen geen reden tot rectificatie of het betalen van een schadevergoeding omdat de notulen van de vergadering simpelweg weergeven wat er tijdens de vergadering is gezegd. Dat [verzoeker] bepaalde uitlatingen vervelend vindt kan er niet aan in de weg staan dat op een vergadering vrijuit gesproken moet kunnen worden. Het besluit om de notulen vast te stellen heeft bovendien inhoudelijk niets te maken met de vordering van [verzoeker] .

5.De beoordeling

Ontvankelijkheid [verzoeker]
5.1.
De ondervereniging parkeerplaatsen heeft aangevoerd dat de kantonrechter alleen bevoegd is te beslissen over de vernietigbaarheid van besluiten van de ondervereniging parkeerplaatsen en niet bevoegd is verzoeken tot nietigverklaring te behandelen, zodat [verzoeker] waar het gaat om verzoeken tot nietigverklaring niet-ontvankelijk is. De kantonrechter is van oordeel dat [verzoeker] in zijn verzoeken tot nietigverklaring wel ontvankelijk is. De kantonrechter licht dit oordeel als volgt toe. Inderdaad is in beginsel de kantonrechter alleen bevoegd om te beslissen over verzoeken met betrekking tot de vernietigbaarheid van besluiten, maar inmiddels is het vaste rechtspraak dat wanneer beide verzoeken op basis van een samenhangend feitencomplex zijn gedaan de bevoegdheid van de kantonrechter bestaat. Niet gesteld of gebleken is dat een van partijen door behandeling van beide verzoeken door de kantonrechter in zijn belangen wordt geschaad. Beide partijen zijn inhoudelijk op de verschillende kwesties ingegaan.
Toedeling kosten BMI en schoonmaakkosten
5.2.
[verzoeker] maakt bezwaar tegen de toedeling van de kosten van de brandmeldinstallatie (BMI) en toedeling (via verrekening) van de schoonmaakkosten. In het verlengde daarvan maakt [verzoeker] bezwaar tegen de besluiten om de jaarstukken over 2015 – 2022 en de jaarstukken 2023 goed te keuren en het bestuur decharge te verlenen. Verder is volgens [verzoeker] de dotatie (de ledenbijdrage) in het MJOP op basis van de onjuiste toedeling vastgesteld en daarom is ook het besluit om de MJOP goed te keuren nietig.
5.3.
De kantonrechter is van oordeel dat de kosten van de BMI aan de hoofdvereniging toegedeeld moeten worden. Dit oordeel wordt hierna toegelicht.
5.4.
Zowel in de akte van hoofdsplitsing als in de akte van ondersplitsing wordt voor de vraag welke delen gemeenschappelijk zijn en welke niet verwezen naar het modelreglement. In het modelreglement is in artikel 17 uitgesplitst wat wél en niet tot de gemeenschappelijke gedeelten en zaken behoort. Omdat die uitsplitsing noch in de akte van hoofdsplitsing, noch in de akte van ondersplitsing is aangepast is er geen onderscheid gemaakt wat in de hoofd-VvE gemeenschappelijk is en wat in de onder-VvE Parkeerplaatsen gemeenschappelijk is. Dit betekent dat alles wat in artikel 17 van het modelreglement als gemeenschappelijk is aangeduid, gemeenschappelijk is in de hoofdvereniging.
5.5.
[verzoeker] stelt nog dat de BMI uitsluitend dienstbaar is aan de ondervereniging parkeerplaatsen en op die grond de kosten en vervanging van de BMI moet worden toegerekend aan de onder VvE Parkeerkelder. Dit argument slaagt niet. De onder-VvE heeft aangevoerd dat de brandmeldinstallatie van belang is voor de veiligheid van het hele gebouw en [verzoeker] heeft tegen die stelling onvoldoende ingebracht. De uitzondering uit artikel 17 lid 2 sub c van het modelreglement gaat niet op en de brandmeldinstallatie blijft gemeenschappelijk.
Toedeling schoonmaakkosten
5.6.
Volgens [verzoeker] heeft de ondervereniging parkeerplaatsen zonder daaraan ten grondslag liggend besluit een verrekening ten gunste van de onder-VvE bedrijfsruimten doorgevoerd en dient daarom voor recht verklaard te worden dat de afspraken over de verdeling van de schoonmaakkosten (op basis van gescheiden offertes) nog steeds gelding heeft.
5.7.
De ondervereniging parkeerplaatsen heeft aangevoerd dat er wel degelijk een besluit ten grondslag ligt aan de voorgenomen verrekening, namelijk het besluit zoals dat genomen is op de algemene ledenvergadering van 14 december 2023 om de onjuiste verdeling te corrigeren door middel van verrekening. [verzoeker] verzoekt niet om de vernietiging of nietigverklaring van dat besluit en omdat de ondervereniging parkeren gemotiveerd heeft aangegeven dat de verrekening gebaseerd is op de uitleg van de akte over de gemeenschappelijkheid op gelijke wijze als hiervoor over de BMI, ziet de kantonrechter geen grond de gevraagde verklaring voor recht uit te spreken.
Werking 47 Modelreglement van toepassing verklaren op de besluitvorming
5.8.
[verzoeker] verzoekt dat de bepalingen uit artikel 47 modelreglement van toepassing verklaard wordt. Omdat niet ter discussie staat dat dit artikel uit het modelreglement - dat onder meer gaat over de totstandkoming van besluiten - van toepassing
is, heeft [verzoeker] geen belang bij dit verzoek. Indien [verzoeker] van mening is dat een besluit in strijd met die bepaling tot stand is gekomen, kan hij de vernietiging daarvan verzoeken. Het verzoek zal worden afgewezen.
Rectificatie notulen en betalen schadevergoeding
5.9.
De kantonrechter is in deze procedure niet bevoegd om het verzoek van [verzoeker] om [VvE] te veroordelen tot het rectificeren van de notulen en het betalen van een schadevergoeding, te behandelen. [verzoeker] zal niet-ontvankelijk verklaard worden in dit verzoek.
Veroordeling benoeming accountant en medewerking verlenen aan aanpassing cijfers hoofdvereniging
5.10.
Ook voor de verzoeken van [verzoeker] om [VvE] te veroordelen een accountant te benoemen en medewerking te verlenen aan de aanpassing van de cijfers van de hoofdvereniging geldt dat de kantonrechter in deze procedure niet bevoegd is deze verzoeken te behandelen. [verzoeker] zal niet-ontvankelijk verklaard worden in deze verzoeken.
Bestemming exploitatieresultaten
5.11.
Anders dan [verzoeker] stelt verbieden de statuten of de wet niet dat negatieve exploitatieresultaten (verliezen) worden verrekend met de reserves. Het besluit om tot verrekening over te gaan is dus niet strijdig met de statuten of de wet en de verzochte nietigverklaring zal worden afgewezen.
Vernietigbaarheid
5.12.
[verzoeker] beroept zich er op dat de besluiten, naast dat zij nietig zijn, ook vernietigbaar zijn. [verzoeker] heeft dat beroep echter niet voorzien van (aparte) gronden. De kantonrechter zal dan ook niet overgaan tot vernietiging van de besluiten.
Subsidiair verzoek
5.13.
Het subsidiaire verzoek van [verzoeker] is om dezelfde redenen als hiervoor niet toewijsbaar.
Conclusie
5.14.
De conclusie van het voorgaande is dat het verzoek van [verzoeker] tot nietigverklaring dan wel vernietiging van de besluiten hiervoor weergegeven onder a, c, f, en k, worden afgewezen. Ook de gevraagde verklaring voorrecht dat de afspraak uit 2015 over de schoonmaakkosten blijft gelden totdat er nadere besluitvorming plaatsvindt wordt afgewezen. De gevraagde verklaring voor recht dat artikel 47 Modelreglement van toepassing is wordt eveneens afgewezen. [verzoeker] is niet-ontvankelijk in zijn verzoeken tot rectificatie van de notulen, het betalen van een schadevergoeding, de benoeming van een accountant en het verzoek tot veroordeling van de ondervereniging parkeren om mee te werken aan het aanpassen van de cijfers van de hoofdvereniging.
5.15.
De proceskosten komen voor rekening van [verzoeker] , omdat hij ongelijk krijgt.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
verklaart [verzoeker] niet-ontvankelijk in zijn verzoek om voor recht te verklaren dat zolang geen ander gemotiveerd voorstel over de schoonmaakkosten aan de vergadering van eigenaars wordt voorgelegd ter besluitvorming, de afspraak uit 2015 blijft gelden en andere verrekeningen met de ondervereniging bedrijfsruimten niet zijn toegestaan en de werking van artikel 47 lid 4 van toepassing te verklaren bij de besluitvorming (verzoek onder ‘g’);
6.2.
verklaart [verzoeker] niet-ontvankelijk in zijn verzoek tot veroordeling van de ondervereniging parkeren tot rectificatie en het betalen van een schadevergoeding (verzoek onder ‘h’);
6.3.
verklaart [verzoeker] niet-ontvankelijk in zijn verzoek tot veroordeling van de ondervereniging parkeren tot benoeming van een accountant (verzoek onder ‘i’);
6.4.
verklaart [verzoeker] niet-ontvankelijk in zijn verzoek tot veroordeling van de ondervereniging parkeren tot medewerking aan het aanpassen van de cijfers van de hoofdvereniging (verzoek onder ‘j’);
6.5.
wijst de overige verzoeken af;
6.6.
veroordeelt [verzoeker] tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor de ondervereniging parkeerplaatsen worden vastgesteld op een bedrag van € 542,00 (2 × € 271,00) aan salaris van de gemachtigde van de ondervereniging parkeerplaatsen;
6.7.
verklaart de veroordeling in deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.S. Reid en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
de griffier de kantonrechter