Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
,
De procedure
- het vonnis van deze rechtbank van 25 juni 2020 waarbij aan de betrokkene de voorwaardelijke PIJ-maatregel is opgelegd voor, onder meer, een poging tot afpersing en een afpersing in vereniging. Dit zijn misdrijven die gericht zijn tegen, of gevaar veroorzaken voor, de onaantastbaarheid van het lichaam van één of meer personen;
- de beslissing van de meervoudige raadkamer voor jeugdstrafzaken van deze rechtbank van 11 december 2020 waarin de voorwaardelijke PIJ-maatregel is omgezet in een onvoorwaardelijke PIJ-maatregel;
- de beslissing van de meervoudige raadkamer voor jeugdstrafzaken van deze rechtbank van 1 september 2022 waarin de PIJ-maatregel is verlengd met 14 maanden.
- de beslissing van de meervoudige raadkamer voor jeugdstrafzaken van deze rechtbank van 14 december 2023 waarin de PIJ-maatregel is verlengd met 6 maanden;
- de vordering van de officier van justitie van 29 maart 2024;
- een ingevolge artikel 6:6:31, vijfde lid, van het Wetboek van Strafvordering recent opgemaakt, met redenen omkleed advies, gedateerd 26 maart 2024 en ondertekend door [gedragswetenschapper] , gedragswetenschapper, en [directeur JJI] , directeur JJI, beiden werkzaam bij [JJI] (hierna: [JJI] ), met daarbij als bijlage aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van de betrokkene;
- het e-mailbericht van de raadsman van de betrokkene, mr. M.J. Bouwman, van 27 mei 2024;
- het proces-verbaal van de zitting van de meervoudige raadkamer voor jeugdstrafzaken van deze rechtbank van 29 mei 2024;
- de tussenbeslissing van de meervoudige raadkamer voor jeugdstrafzaken van deze rechtbank van 12 juni 2024 waarin de beslissing is aangehouden tot de zitting van 24 juli 2024;
- het adviesrapport van de GGZ Reclassering Fivoor Noord-Holland (hierna: de reclassering) van 17 juli 2024.
3. Het standpunt van de reclassering
,geboren op [geboortedatum] ,
algemene voorwaardenhebben te gelden:
- dat de veroordeelde zich tijdens de voorwaardelijke beëindiging niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- dat de veroordeelde voor het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt en zijn medewerking verleent aan het toezicht door de reclasseringsinstelling.
bijzondere voorwaardenhebben te gelden waarbij de betrokkene:
- zich meldt op afspraken bij de reclassering, waarbij de reclassering bepaalt hoe vaak dat nodig is;
- één of meer vingerafdrukken laat nemen en een geldig identiteitsbewijs laat zien voor het vaststellen van zijn identiteit;
- zich houdt aan de aanwijzingen van de reclassering, waarbij de reclassering aanwijzingen kan geven die nodig zijn voor de uitvoering van het toezicht of om de betrokkene te helpen bij het naleven van de voorwaarden;
- de reclassering helpt aan een actuele foto waarop zijn gezicht herkenbaar is. Deze foto is nodig voor opsporing bij ongeoorloofde afwezigheid;
- meewerkt aan huisbezoeken;
- de reclassering inzicht geeft in de voortgang van begeleiding en/of behandeling door andere instellingen of hulpverleners;
- zich niet vestigt op een ander adres zonder toestemming van de reclassering;
- meewerkt aan het uitwisselen van informatie met personen en instanties die contact hebben met de betrokkene, als dat van belang is voor het toezicht;
- niet naar het buitenland of het Caribisch deel van het Koninkrijk der Nederlanden gaat, zonder toestemming van de reclassering;
- meewerkt aan ambulante behandeling door Levvel en/of Youz Parnassia Group en/of GGZ Noord-Hollland of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering en zo lang de reclassering dit nodig acht;
- geen drugs gebruikt en meewerkt aan urineonderzoek om dit drugsverbod te controleren, waarbij de reclassering bepaalt hoe vaak de betrokkene wordt gecontroleerd en waarbij een terugval in middelengebruik niet per definitie een reden zal zijn om de opdracht te retourneren mits dit niet leidt tot ontregeling of risicovol gedrag. Wanneer er een terugval plaatsvindt kan het door de reclassering noodzakelijk worden bevonden dat de betrokkene zich laat behandelen, waaraan de betrokkene dient mee te werken;
- geen alcohol gebruikt en meewerkt aan urineonderzoek en ademonderzoek om dit alcoholverbod te controleren, waarbij de reclassering bepaalt met welke controlemiddelen en hoe vaak de betrokkene wordt gecontroleerd;
- zich inspant voor het vinden en behouden van (on)betaald werk en/of vrijetijdsbesteding, met een vaste structuur. De dagbesteding draagt bij aan het voorkomen van delictgedrag;
- een legaal inkomen heeft en behoudt, met inzage voor de reclassering en indien nodig meewerkt aan begeleiding hierop;
- indien geïndiceerd door de reclassering, verblijft in een instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;
- de reclassering openheid geeft over zijn sociale netwerk en relaties.