ECLI:NL:RBNHO:2024:9861

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
24 september 2024
Publicatiedatum
26 september 2024
Zaaknummer
11031264 BM VERZ 24-676 en 11031265 MB VERZ 24-420 jb
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Instelling van bewind en mentorschap ten behoeve van betrokkene met verstoorde familieverhoudingen

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 24 september 2024 een beschikking gegeven over de instelling van bewind en mentorschap voor betrokkene, die in een verstoorde relatie met haar kinderen verkeert. Twee van haar kinderen hebben het verzoek ingediend, terwijl de andere twee kinderen verweer hebben gevoerd, met de stelling dat een van hen al goed voor betrokkene zorgt. De kantonrechter heeft vastgesteld dat betrokkene niet in staat is om zelfstandig haar belangen te behartigen, en dat de onderlinge verhoudingen tussen de kinderen ernstig verstoord zijn. Dit heeft geleid tot de conclusie dat een professionele bewindvoerder en mentor noodzakelijk zijn.

De kantonrechter heeft de verzoeken van de kinderen beoordeeld en vastgesteld dat de belangen van betrokkene in het geding zijn. Ondanks de voorkeur van betrokkene voor haar zoon om haar belangen te behartigen, heeft de kantonrechter geconstateerd dat deze zoon niet in staat is om dat op een respectvolle en adequate manier te doen. Er zijn verschillende incidenten geweest waarbij de zoon niet goed heeft gehandeld, en de kantonrechter heeft geconcludeerd dat hij niet geschikt is om de belangen van betrokkene te behartigen.

Daarom heeft de kantonrechter besloten om bewind en mentorschap in te stellen en heeft hij A.M. Mulder en N.A. de Graaf benoemd als bewindvoerders, en M. Krijgsman als mentor. De jaarbeloning voor zowel de bewindvoerders als de mentor is vastgesteld op € 621,00, exclusief btw. Deze beschikking is openbaar uitgesproken, en tegen deze beslissing kan hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummers: 11031264 BM VERZ 24-676
11031265 MB VERZ 24-420 jb
Uitspraakdatum:

Beschikking van de kantonrechter

Op verzoek van:
[verzoeker]
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum]
en
[verzoeker],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
van wie beiden het adres bekend is bij deze rechtbank,
hierna ook te noemen: verzoekers, [verzoeker],
met betrekking tot hun moeder:
[betrokkene],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
van wie het adres bekend is bij deze rechtbank,
hierna ook te noemen: betrokkene.
Verweerders in deze zaak zijn:
[zoon],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
en
[dochter],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
hierna ook te noemen: verweerders, of [zoon] en [dochter],
zoon en dochter van betrokkene.

procedure

De kantonrechter heeft kennisgenomen van:
  • het verzoekschrift met bijlagen, ter griffie ingekomen op 5 april 2024;
  • bereidverklaringen van de voorgestelde bewindvoerders en mentor;
  • het verweer van [zoon], ingekomen op 19 april 2024;
  • het verweer met bijlagen van [dochter], ingekomen op 7 mei 2024;
  • de reactie met bijlagen op beide verweren van [verzoeker], ingekomen op 31 mei 2024;
  • de reactie met bijlagen op beide verweren van [verzoeker], ingekomen op 31 mei 2024;
  • het proces-verbaal van 20 juni 2024 van het verhoor van betrokkene op haar verblijfadres in een woonzorgcentrum van de ViVa!Zorggroep;
  • een nadere bijlage van [verzoeker], ingediend op 7 augustus 2024.
Op 17 september 2024 heeft een mondelinge behandeling van het verzoek plaatsgevonden. Daarbij waren aanwezig verzoekers, [echtgenote], echtgenote van verzoeker [verzoeker] en verweerder [zoon].

beoordeling

Het verzoek strekt tot instelling van bewind over de goederen die aan betrokkene (zullen) toebehoren. Het verzoek strekt tevens tot instelling van een mentorschap ten behoeve van betrokkene. Verzoekers hebben aangevoerd dat betrokkene in haar belangen wordt geschaad door verweerders en ook tegen haar wensen in handelen. Zij zijn daarom van mening dat een onafhankelijke bewindvoerder en -mentor benoemd moeten worden.
Verweerders zijn van mening dat er geen noodzaak bestaat voor het instellen van een bewind en mentorschap omdat [zoon] de belangen van betrokkene naar haar volle tevredenheid behartigt. Betrokkene heeft [zoon] ook daartoe gevolmachtigd.
Verzoekers en verweerders zijn het er wel over eens dat betrokkene niet meer in staat is zelfstandig haar belangen te behartigen.
Gelet op de stukken en afgelegde verklaringen acht de kantonrechter het daarom voldoende aannemelijk dat betrokkene als gevolg van haar geestelijke of lichamelijke toestand tijdelijk of duurzaam niet in staat is ten volle haar vermogensrechtelijke belangen behoorlijk waar te nemen.
De kantonrechter dient nu te beoordelen wie de belangen van betrokkene moet gaan behartigen.
Betrokkene is op haar verblijfadres bezocht door een andere kantonrechter. Tegenover de kantonrechter heeft betrokkene verklaard dat zij wil dat [zoon] haar zaken behartigt zoals hij al heel lang doet. Betrokkene heeft echter ook verklaard dat zij stukken ondertekent die haar kinderen haar voorhouden, maar die stukken niet altijd leest of begrijpt. Zo heeft betrokkene het verzoekschrift tot instelling van het bewind en mentorschap voor akkoord ondertekend, maar heeft ze een paar dagen later een brief ondertekend waarin zij haar akkoordverklaring intrekt.
Ook heeft betrokkene door ondertekening haar volmacht aan [zoon] ingetrokken waardoor hij geen inzage meer in haar zorgdossier krijgt. Tot slot heeft zij op de algemene volmacht van 11 maart 2019 aan [zoon] haar handtekening gezet en daarbij geschreven “ingetrokken 9-12-2023”.
Op grond van de wet volgt de kantonrechter bij de benoeming van de bewindvoerder en mentor de uitdrukkelijke voorkeur van de betrokkene, tenzij gegronde redenen zich tegen zodanige benoeming verzetten.
Betrokkene heeft weliswaar haar voorkeur uitgesproken voor [zoon], maar de kantonrechter ziet voldoende aanleiding om daarvan af te wijken. Gebleken is uit de stukken dat de onderlinge verhoudingen en communicatie tussen de kinderen van betrokkene ernstig en duurzaam verstoord zijn hetgeen ter zitting ook door de aanwezige kinderen
is bevestigd. Allen zijn het er ook over eens dat betrokkene hier heel erg verdrietig over is en dat dat ook is gebleken uit het verhoor met betrokkene. Dat alleen al vraagt om de inzet van een professionele bewindvoerder en -mentor.
Daar komt bij dat de kantonrechter van oordeel is dat [zoon] niet bij machte lijkt te zijn om de belangen van betrokkene voorop te stellen. Ter illustratie daarvan hebben verzoekers aangegeven dat [zoon] betrokkene geregeld respectloos behandelt. [zoon] heeft ter zitting ook erkend dat hij wel eens boos is geweest op betrokkene waar verzoekers bij aanwezig waren, maar dat komt volgens hem omdat hij dagelijks met haar te maken had en verzoekers niet.
Ook is gebleken dat hij niet adequaat voor betrokkene heeft gehandeld en gezorgd na het valincident op 17 juli 2023 terwijl hij als mantelzorger optrad en bij betrokkene in huis woonde. Ook na haar tweede val op 20 september 2023 heeft [zoon] niet adequaat gehandeld. In de nacht van 24 september 2023 heeft betrokkene’s nachts tweemaal naar zoon [verzoeker] gebeld met een verzoek om hulp, waarop [verzoeker] een zorgmedewerker heeft ingeschakeld. [zoon] die in huis was, was de hele nacht telefonisch niet bereikbaar.
Daarnaast heeft [zoon] ter zitting verklaard dat hij de bankrekening van betrokkene beheert maar dat hij niet de ViVa!Zorggroep betaalt voor de zorg die aan betrokkene wordt verleend, om redenen die niet standhouden.
Bovendien komt [zoon] over als een dwingende persoonlijkheid die de hulpverlening tegen zich in het harnas jaagt, door te dreigen met aangiftes wegens smaad en laster en het indienen van klachten.
Tot slot is er sprake van conflicterende belangen met betrokkene, nu [zoon] haar huis bewoont alsof het het zijne is. Dat blijkt uit zijn stelling dat hij verzoekers van huisvredebreuk heeft beschuldigd nadat zij het huis van betrokkene waren binnengegaan en hij daarna de sloten van het huis heeft veranderd.
Hoewel hij het huis bewoont zorgt hij daar niet goed voor, zo blijkt uit de overgelegde foto’s; het huis ziet er verwaarloosd en rommelig uit.
Overigens heeft [zoon] ter zitting verklaard dat hij geen woonlasten betaalt terwijl hij voornamelijk in het huis van betrokkene woont.
Dit alles brengt mee dat de kantonrechter [zoon] ongeschikt acht om de belangen van betrokkene te behartigen.
Omdat, zoals eerder al vastgesteld, betrokkene niet zelf haar belangen kan behartigen, zal de kantonrechter daarom een bewind en mentorschap instellen en de voorgestelde professionele bewindvoerder en -mentor benoemen. [zoon] heeft weliswaar bezwaar gemaakt tegen de voorgestelde bewindvoerder en -mentor omdat zij zich volgens hem, schuldig maken aan smaad en laster jegens hem, maar de kantonrechter is van oordeel dat daar geen sprake van is.
De beoogde bewindvoerder en -mentor voldoen aan de landelijk vastgestelde kwaliteitseisen voor bewindvoerders en mentoren en de kantonrechter ziet daarom ook geen aanleiding om hen niet te benoemen als zodanig.
De kantonrechter zal de jaarbeloning van de te benoemen bewindvoerder, inclusief onkostenvergoeding en exclusief omzetbelasting voor zover van toepassing, vaststellen overeenkomstig artikel 3 lid 2 sub a van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren.
De kantonrechter zal de beloning van de te benoemen bewindvoerder voor de aanvangswerkzaamheden vaststellen op een bedrag van € 621,00 (exclusief btw).
Tijdens het gesprek is vastgesteld dat betrokkene niet in staat is om de rekening en verantwoording te begrijpen en te controleren.
De kantonrechter zal de jaarbeloning van de te benoemen mentor, inclusief onkostenvergoeding en exclusief omzetbelasting voor zover van toepassing, vaststellen overeenkomstig artikel 4 lid 2 sub a van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren.
De kantonrechter zal de beloning van de te benoemen mentor voor de aanvangswerkzaamheden vaststellen op een bedrag van € 621,00 (exclusief btw).

beslissing

De kantonrechter:
  • stelt de goederen, die (zullen) toebehoren aan eerder genoemde [betrokkene] onder bewind wegens haar geestelijke of lichamelijke toestand;
  • benoemt tot bewindvoerders, zowel gezamenlijk als ieder afzonderlijk bevoegd: A.M. Mulder en N.A. de Graaf , h.o.d.n. Mulder & de Graaf Bewindvoering, Kvkno. 54263735, correspondentieadres: Postbus 59 te 1850 AB Heiloo;
  • bepaalt dat deze uitspraak wordt ingeschreven in het openbaar Centraal curatele- en bewindregister;
  • stelt de jaarbeloning van de bewindvoerders vast overeenkomstig artikel 3 lid 2 sub a van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren;
  • stelt de beloning van de bewindvoerder voor de aanvangswerkzaamheden vast op een bedrag van € 621,00 (exclusief btw);
  • stelt tevens een mentorschap in ten behoeve van eerder genoemde [betrokkene];
  • benoemt tot mentor: M. Krijgsman h.o.d.n. Marjon Krijgsman Zorgmentor, Kvkno. 37157368, correspondentieadres: Postbus 9301, 1800 GH Alkmaar;
  • stelt de jaarbeloning van de mentor vast overeenkomstig artikel 4 lid 2 sub a van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren;
  • stelt de beloning van de mentor voor de aanvangswerkzaamheden vast op een bedrag van € 621,00 (exclusief btw).
Deze beschikking is gegeven door mr. J.A.C.R.W. VerLoren van Themaat-van der Hoeven, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam binnen drie maanden na de dag van deze uitspraak (dit dient te geschieden door een advocaat). OBB04