ECLI:NL:RBNHO:2024:9952

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
24 juli 2024
Publicatiedatum
27 september 2024
Zaaknummer
10341069 \ CV EXPL 23-999
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevoegdheid van de kantonrechter in een geschil tussen een buitenlandse vennootschap en een luchtvaartmaatschappij

In deze zaak heeft ARAG SE, een buitenlandse vennootschap gevestigd in Düsseldorf, Duitsland, op 31 maart 2022 een vordering ingesteld tegen Koninklijke Luchtvaart Maatschappij N.V., gevestigd in Amstelveen. De kantonrechter heeft in een tussenvonnis van 7 juni 2023 de zaak gesplitst in 32 afzonderlijke procedures. Tijdens de beoordeling van de bevoegdheid van de kantonrechter, werd vastgesteld dat de vervoerder, Koninklijke Luchtvaart Maatschappij N.V., statutair gevestigd is in Amstelveen. Volgens het Nederlands burgerlijk procesrecht is de rechter van de woonplaats van de gedaagde bevoegd, wat in dit geval de rechtbank Amsterdam is.

De kantonrechter heeft geconcludeerd dat hij niet bevoegd is om van de vordering kennis te nemen, aangezien Amstelveen niet onder het arrondissement van de rechtbank Noord-Holland valt. De kantonrechter heeft de zaak daarom doorverwezen naar de rechtbank Amsterdam, sector kanton. Tevens is aangegeven dat voor de voortzetting van de procedure een van de partijen de andere partij bij exploot moet oproepen tegen een nieuwe roldatum, conform de relevante artikelen van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.

De beslissing van de kantonrechter is op 24 juli 2024 uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, waarbij de kantonrechter zich onbevoegd verklaarde en de zaak verwees naar de bevoegde rechtbank.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 10341069 \ CV EXPL 23-999
Uitspraakdatum: 24 juli 2024
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de buitenlandse vennootschap
ARAG SE
gevestigd te Düsseldorf, Duitsland
eiseres
hierna te noemen: ARAG
gemachtigde: mr. A.R.A. Bloem
tegen
de naamloze vennootschap
Koninklijke Luchtvaart Maatschappij N.V.
gevestigd te Amstelveen
gedaagde
hierna te noemen: de vervoerder
gemachtigden: mr. R.L.S.M. Pessers en mr. A. Etienne

1.Het procesverloop

1.1.
ARAG heeft bij dagvaarding van 31 maart 2022 een vordering tegen onder meer de vervoerder ingesteld. De vervoerder heeft vervolgens schriftelijk geantwoord. Bij tussenvonnis van 7 juni 2023 heeft de kantonrechter de eerder genoemde zaak gesplitst in 32 afzonderlijke zaken, waarvan deze procedure er één is.
1.2.
ARAG heeft hierop gereageerd, waarna de vervoerder een schriftelijke reactie heeft gegeven.

2.De beoordeling

2.1.
De kantonrechter moet ambtshalve beoordelen of hij bevoegd is om van de vordering kennis te nemen. Nu de vervoerder in Nederland is gevestigd, moet de relatieve bevoegdheid worden vastgesteld aan de hand van het Nederlands burgerlijk procesrecht. Op grond van artikel 99 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) is de rechter van de woonplaats van de gedaagde bevoegd. De woonplaats van een rechtspersoon is daar waar hij zijn wettelijke of statutaire zetel heeft (artikel 1:10 lid 2 BW). De vervoerder is statutair gevestigd in Amstelveen, zodat Amstelveen geldt als de woonplaats van de vervoerder. Amstelveen ligt niet in het arrondissement van de rechtbank Noord-Holland, maar in het arrondissement van de rechtbank Amsterdam.
2.2.
Daarom is de kantonrechter niet bevoegd om van de vordering kennis te nemen. Evenmin is gebleken van andere aanknopingspunten waaraan de kantonrechter van de rechtbank Noord-Holland zijn bevoegdheid kan ontlenen. Op grond van artikel 110 lid 2 Rv moet de kantonrechter de zaak verwijzen naar de bevoegde rechter. Dat is de rechtbank Amsterdam. Daarom zal de kantonrechter de zaak – in de zaak waarin deze zich nu bevindt – verwijzen naar de rechtbank Amsterdam, sector kanton.
2.3.
De kantonrechter wijst partijen erop dat voor voortzetting van de procedure vereist is dat een van partijen de andere partij bij exploot oproept tegen een nieuwe roldatum (artikel 74 lid 1 in verbinding met artikel 110 lid 2 Rv).

3.De beslissingDe kantonrechter:

3.1.
verklaart zich onbevoegd om van de zaak kennis te nemen;
3.2.
verwijst de zaak in de stand waarin deze zich bevindt naar de rechtbank Amsterdam, sector kanton;
3.3.
wijst partijen erop dat voor voortzetting van de procedure vereist is dat een van partijen de andere partij bij exploot oproept tegen een nieuwe roldatum (artikel 74 lid 1 in verbinding met artikel 110 lid 2 Rv).
Dit vonnis is gewezen door mr. S.N. Schipper, kantonrechter en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter