ECLI:NL:RBNHO:2025:100

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
7 januari 2025
Publicatiedatum
8 januari 2025
Zaaknummer
11231878 BM VERZ 24-1906 KVG
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Opheffing van bewind wegens herstel van financiële zelfstandigheid

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 7 januari 2025 uitspraak gedaan in een verzoek tot opheffing van een eerder ingesteld bewind. Het verzoek is ingediend door de betrokkene, die in een crisissituatie verkeerde ten tijde van de instelling van het bewind op 21 november 2023. De betrokkene heeft aangevoerd dat zij inmiddels in staat is om haar financiën zelf te regelen en dat de stress die het bewind met zich meebracht, niet de gewenste rust heeft opgeleverd. De bewindvoerder, Fidinda CBM BV, heeft aanvankelijk verweer gevoerd, maar heeft ter zitting aangegeven akkoord te gaan met de opheffing van het bewind, omdat zij ook van mening is dat de betrokkene haar financiën zelfstandig kan beheren. De kantonrechter heeft de stukken en de argumenten van beide partijen in overweging genomen en besloten het bewind op te heffen, met ingang van twee weken na de uitspraak. Tevens is vastgesteld dat de bewindvoerder een beloning van € 233,00 (exclusief btw) in rekening mag brengen voor de werkzaamheden betreffende de eindrekening en verantwoording. De beschikking is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Haarlem
Zaaknummer: 11231878 BM VERZ 24-1906 KVG
Uitspraakdatum: 7 januari 2025

Beschikking van de kantonrechter

op verzoek van:
[betrokkene],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
van wie het adres bekend is bij deze rechtbank,
hierna ook te noemen: betrokkene,
van wie de bewindvoerder is:
Fidinda CBM BV,
gevestigd te Gorinchem,
hierna ook te noemen: bewindvoerder.

procedure

De kantonrechter heeft kennisgenomen van:
  • het verzoek, ter griffie ingekomen op 22 juli 2024;
  • het verweer van bewindvoerder, ter griffie ingekomen op 15 augustus 2024;
  • de reactie van betrokkene op het verweer, ter griffie ingekomen op 10 september 2024.
Op 9 december 2024 heeft een mondelinge behandeling van het verzoek plaatsgevonden.

beoordeling

Het verzoek strekt tot opheffing van het bij beschikking van 21 november 2023 ingestelde bewind over de goederen die aan verzoeker (zullen) toebehoren.
Betrokkene voert daartoe aan haar financiële zaken weer zelf te kunnen regelen. Betrokkene verkeerde tijdens instelling van het bewind in een crisissituatie. Zij heeft bewind aangevraagd om op financieel gebied rust te creëren. De aanloop van het bewind heeft betrokkene dusdanig veel stress bezorgd dat zij de gewenste rust, die zij wilde bewerkstelligen door middel van bewind, niet heeft ervaren. Zij voert daartoe diverse punten aan, waaronder het gebrek aan communicatie, het onjuist overmaken van facturen dat betrokkene zelf nog altijd veel initiatief heeft moeten nemen in situaties.
Aanvankelijk heeft bewindvoerder verweer gevoerd. Zij kan zich niet vinden in de door betrokkene aangevoerde punten. De aanvangsfase van het bewind heeft enige aanloopproblemen met zich meegebracht, echter loopt het bewind nu goed. Ter zitting heeft bewindvoerder te kennen gegeven toch akkoord te gaan met de opheffing. Zij is ook van mening dat betrokkene haar financiën wederom zelf in handen kan nemen.
Gelet op de stukken en hetgeen ter zitting naar voren is gebracht zal de kantonrechter het bewind opheffen. Inmiddels zijn bewindvoerder en betrokkene het erover eens dat betrokkene in staat is om haar financiën zelfstandig te gaan regelen. Betrokkene verkeert momenteel niet meer in de crisissituatie die bestond ten tijde van de instelling van het bewind. Daarnaast heeft haar dochter aangegeven betrokkene te helpen waar nodig.

beslissing

De kantonrechter:
  • heft op, met ingang van twee weken na heden, het bij beschikking van 21 november 2023 ingestelde bewind over de goederen toebehorende aan [betrokkene];
  • verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
  • stelt vast dat de beloning die de bewindvoerder eenmalig voor de werkzaamheden betreffende het opmaken van de eindrekening en verantwoording in rekening mag brengen (thans) € 233,00 (exclusief btw) bedraagt.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.P. de Valk, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter