ECLI:NL:RBNHO:2025:10009
Rechtbank Noord-Holland
- Bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Verklaring voor recht inzake de totstandkoming van een nieuwe franchiseovereenkomst tussen franchisenemer en franchisegever
In deze zaak vordert de vennootschap onder firma [eiser] V.O.F. een verklaring voor recht dat een nieuwe franchiseovereenkomst met de besloten vennootschap [gedaagde] B.V. tot stand is gekomen. De nieuwe overeenkomst heeft een looptijd tot 15 maart 2030. De rechtbank oordeelt dat [gedaagde] een onvoorwaardelijk aanbod heeft gedaan aan [eiser], dat door [eiser] is aanvaard. De zaak is ontstaan na het aflopen van de eerdere franchiseovereenkomst, waarbij partijen in maart 2024 een nieuwe overeenkomst hebben getekend. [gedaagde] betwist echter dat de nieuwe overeenkomst rechtsgeldig is, omdat zij deze onder voorwaarden heeft getekend en [eiser] niet aan deze voorwaarden zou voldoen. De rechtbank concludeert dat de nieuwe franchiseovereenkomst rechtsgeldig tot stand is gekomen, omdat [eiser] het aanbod van [gedaagde] heeft aanvaard zonder dat er nadere voorwaarden zijn gesteld. De rechtbank wijst de vorderingen van [eiser] toe en veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten.