Op 14 augustus 2025 heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, uitspraak gedaan in een zaak betreffende de tussentijdse toetsing van een ISD-maatregel. De rechtbank heeft de voortzetting van de maatregel van plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders (ISD) van de betrokkene, die momenteel gedetineerd is in P.I. Rotterdam, locatie Hoogvliet, beoordeeld. De rechtbank heeft vastgesteld dat er bij beëindiging van de maatregel onveiligheid, ernstige overlast en verloedering van het publieke domein te verwachten is. Dit oordeel is gebaseerd op het hoge recidiverisico dat in de rapportage is aangegeven, het uitgebreide strafblad van de betrokkene en het feit dat hij nog niet voor zijn problematiek is behandeld.
De procedure omvatte een verzoek van de betrokkene tot tussentijdse beoordeling van de noodzaak van de voortzetting van de maatregel, waarbij de rechtbank kennisnam van diverse processtukken, waaronder een rapportage van de directeur van P.I. Rotterdam. Tijdens de openbare terechtzitting op 31 juli 2025 zijn de betrokkene, zijn raadsman en de officier van justitie gehoord, evenals een deskundige van de inrichting. De officier van justitie pleitte voor voortzetting van de maatregel, terwijl de raadsman van de betrokkene stelde dat er op dit moment geen noodzaak is voor voortzetting.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat de maatregel moet worden voortgezet, gezien het hoge recidiverisico en de nog niet gestarte behandeling en resocialisatie van de betrokkene. De rechtbank heeft daarbij ook rekening gehouden met de vertraging in het traject, maar heeft geoordeeld dat deze op dit moment nog beperkt is. De beslissing om de maatregel voort te zetten is genomen met het oog op de beveiliging van de maatschappij en het voorkomen van recidive.