ECLI:NL:RBNHO:2025:10470

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
28 augustus 2025
Publicatiedatum
11 september 2025
Zaaknummer
15/295174-23 (ontneming)
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel door hennepkwekerij en productie van MDMA

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 28 augustus 2025 uitspraak gedaan in een ontnemingsprocedure tegen een veroordeelde die betrokken was bij een hennepkwekerij en de productie van MDMA. De officier van justitie vorderde de ontneming van € 800.000,00, gebaseerd op de wederrechtelijk verkregen voordelen uit deze strafbare feiten. De rechtbank heeft de vordering behandeld tijdens een openbare zitting op 14 augustus 2025, waar de veroordeelde en zijn raadsman, mr. M.G.P. Glas, aanwezig waren. De rechtbank heeft vastgesteld dat de veroordeelde wederrechtelijk voordeel heeft verkregen uit de hennepkwekerij en de productie van MDMA, en heeft de vordering van de officier van justitie naar beneden bijgesteld tot een bedrag van € 431.281,85. Dit bedrag is vastgesteld op basis van de berekeningen van de officier van justitie, waarbij rekening is gehouden met de gemaakte kosten en de waarde van de in beslag genomen hennep. De rechtbank heeft geoordeeld dat de veroordeelde voldoende financiële draagkracht heeft om aan de betalingsverplichting te voldoen. De beslissing is gegrond op artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht, dat de ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel regelt.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Team Straf, zittingsplaats Alkmaar
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 15/295174-23 (ontneming) (P)
Uitspraakdatum : 28 augustus 2025
vonnis ex artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht
Deze beslissing heeft betrekking op de vordering van de officier van justitie
d.d. 11 juli 2025ten aanzien van de feiten in de zaak onder bovenstaand parketnummer, strekkende tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel als bedoeld in artikel 36e lid 2 van het Wetboek van Strafrecht (Sr) in de zaak tegen:
[veroordeelde],
geboren op [geboortedatum en -plaats],
thans gedetineerd in Justitieel Complex Zaanstad.
(hierna: de veroordeelde)

1.De vordering

De officier heeft bij vordering van 11 juli 2025 schriftelijk gevorderd dat de rechtbank het bedrag als bedoeld in artikel 36e lid 5 Sr zal vaststellen op
€ 800.000,00en dat aan de veroordeelde de verplichting zal worden opgelegd tot betaling aan de staat van dat bedrag ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel.
De officier van justitie baseert de vordering op de strafbare feiten waarvoor de veroordeelde is gedagvaard om op 14 augustus 2025 te verschijnen voor de meervoudige strafkamer in deze rechtbank en op andere strafbare feiten, waaromtrent voldoende aanwijzingen bestaan dat zij door de veroordeelde zijn begaan (artikel 36e, tweede lid Sr.

2.Het verloop van de procedure

De officier van justitie heeft bovengenoemde vordering aanhangig gemaakt met de oproeping van de veroordeelde om te verschijnen op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 14 augustus 2025, op welke zitting de vordering is behandeld en tevens ook de strafzaak tegen de veroordeelde aan de orde is geweest.
Op deze openbare terechtzitting zijn gehoord de veroordeelde, zijn raadsman mr. M.G.P. Glas, advocaat te Den Haag en de officier van justitie.
Vervolgens is het onderzoek gesloten en is de uitspraak bepaald op 28 augustus 2025.

3.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft ter terechtzitting de vordering voorgedragen en naar beneden bijgesteld.
In eerste instantie heeft de officier van justitie de vordering bijgesteld tot een bedrag van € 726.810,07, gebaseerd op een door de rechtbank op 7 augustus 2025 van de officier van justitie ontvangen aangepaste berekening. Vervolgens heeft de officier van justitie ter terechtzitting naar voren gebracht dat is verzuimd de kosten in mindering te brengen die de veroordeelde zou hebben gemaakt met de productie van MDMA. Ook is verzuimd om de aangetroffen en in beslag genomen hoeveelheid hennep (circa 35 kilogram) te verrekenen. Om die reden heeft de officier van justitie ter terechtzitting de vordering naar beneden bijgesteld tot een bedrag van € 556.930,18 en daartoe een aangepaste berekening overgelegd.

4.Het standpunt van de veroordeelde en zijn raadsman

De raadsman heeft verzocht de vordering af te wijzen dan wel te matigen.
Daartoe heeft de raadsman aangevoerd dat er onvoldoende aanknopingspunten bestaan dat sprake is geweest van eerdere hennepoogsten.
Voor zover de rechtbank van oordeel is dat sprake is geweest van één of meer oogsten, heeft de raadsman aangevoerd dat er kosten in mindering moeten worden gebracht op het te ontnemen geldbedrag, namelijk
( i) de huurkosten van het pand aan de [adres] ter hoogte van € 1.800,00 per maand,
(ii) de kosten voor in het genoemde pand afgenomen water en elektriciteit, en
(iii) de kosten die de veroordeelde zou hebben gemaakt in verband met de productie van MDMA.
Ten slotte moet de waarde van de onder de veroordeelde in beslag genomen hennep in mindering worden gebracht op het te ontnemen bedrag.
De veroordeelde heeft aangevoerd dat slechts twee ruimtes in het pand aan de Atoomweg 25 zijn gebruikt voor de teelt van hennep. De andere ruimtes dienden als opslagruimtes, aldus de veroordeelde.
5. De gronden voor de schatting van het bedrag van het wederrechtelijk verkregen voordeel [1]
5.1.
Grondslag van de vordering
Gezien de stukken waarop de vordering berust en waarnaar de vordering verwijst, alsmede de ter zitting door de officier van justitie gegeven toelichting, stelt de rechtbank vast dat het een vordering betreft die is gebaseerd op artikel 36e lid 2 Sr. Op grond daarvan kan de verplichting worden opgelegd aan degene die is veroordeeld wegens een strafbaar feit en voordeel heeft verkregen door middel van of uit de baten van dat feit of andere strafbare feiten waaromtrent voldoende aanwijzingen bestaan dat zij door de veroordeelde zijn begaan.
Bij gelijktijdig gewezen vonnis van deze rechtbank van 28 augustus 2025 is de veroordeelde veroordeeld voor – kort gezegd –:
het telen van hennep omstreeks 8 september 2023 en het opzettelijk aanwezig hebben van 160 hennepplanten en 34,978 kilogram hennep;
het plegen van diefstal van elektriciteit in de periode van 5 december 2022 tot en met 8 september 2023;
het plegen van diefstal van water in de periode van 5 december 2022 tot en met 8 september 2023;
primair, het bereiden van MDMA in de periode van 8 september 2023 tot en met 1 mei 2024.
Dit brengt mee dat een wettelijke grondslag aanwezig is voor de vordering van de officier van justitie jegens de veroordeelde ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel gebaseerd op artikel 36e lid 2 Sr.
5.2.
De rapportages berekening wederrechtelijk verkregen voordeel en de voordeelsberekening van de officier van justitie
Op 18 november 2024 heeft de verbalisant [naam], brigadier van de politie Eenheid Noord-Holland, een rapport opgesteld betreffende het wederrechtelijk voordeel dat de veroordeelde heeft verkregen met de hennepkwekerij.
Daarnaast heeft de verbalisant [naam] op 11 februari 2025 een rapport opgesteld betreffende het wederrechtelijk voordeel dat de veroordeelde heeft verkregen met de productie van MDMA.
Bij de rapporten zijn diverse bijlagen gevoegd, ontleend aan het dossier met betrekking tot de onderliggende strafzaak tegen veroordeelde, waaronder het rapport "Wederrechtelijk verkregen voordeel hennepkwekerij bij binnenteelt onder kunstlicht, Standaardberekening en normen, update 1 juni 2016” van het Functioneel Parket (hierna: de standaardberekening). De rechtbank heeft daarnaast de beschikking gehad over het volledige dossier van de strafzaak.
De officier van justitie heeft de voordeelsberekeningen in de rapportages zoals opgemaakt door de politie tot uitgangspunt genomen maar is vervolgens gekomen tot een aangepaste en op onderdelen afwijkende berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel zoals door haar naar voren gebracht ter terechtzitting van 14 augustus 2025. De rechtbank zal de berekening van de officier van justitie hierna bespreken.
5.3.
De beoordeling van de berekening
De rechtbank is van oordeel dat naar aanleiding van de vordering en het onderzoek ter terechtzitting voldoende aannemelijk is dat de veroordeelde wederrechtelijk verkregen voordeel heeft verkregen uit de baten van de hiervoor genoemde onder 1 en 4 (primair) bewezenverklaarde feiten. Dit voordeel moet hem worden ontnomen.
Het wederrechtelijk voordeel van de hennepkwekerij
De officier van justitie heeft het wederrechtelijk voordeel dat de veroordeelde met de hennepkwekerij heeft verkregen, berekend op basis van zes in het pand aan de [adres] aangetroffen kweekruimtes, waarbij tot uitgangspunt wordt genomen dat met de kweekruimtes A, B, D, F en G in de periode van 1 april 2022 tot 8 september 2023 vijf eerdere oogsten zijn gerealiseerd. Het aantal oogsten dat met kweekruimte C is gerealiseerd wordt gesteld op vier, omdat deze kweekruimte bij de ontdekking van de hennepkwekerij op 8 september 2023 nog in bedrijf was.
Voor de berekening van de opbrengst van kweekruimte A gaat de officier van justitie uit van zestien planten per vierkante meter en met betrekking tot kweekruimte B van achttien planten. Deze aantallen leidt de officier van justitie af uit pagina 32 en 33 van het proces-verbaal aantreffen hennepkwekerij. [2] Ten aanzien van kweekruimte C is uitgegaan van 160 hennepplanten per vierkante meter. Omdat informatie over het werkelijke aantal planten per vierkante meter in de kweekruimtes D, F en G ontbreekt, is conform de hiervoor genoemde standaardberekening uitgegaan van een gemiddelde van vijftien planten per vierkante meter.
Voor de gemiddelde opbrengst per hennepplant, de verkoopprijs van een kilogram hennep (€ 4.070,00) en de kosten die per oogst op het voordeel in mindering moeten worden gebracht baseert de officier van justitie zich op de uitgangspunten zoals opgenomen in de standaardberekening. De officier van justitie neemt in het voordeel van de verdachte niet mee in de berekening de geschatte meeropbrengst per kweekruimte van 20% die de veroordeelde zou hebben gehad door het toevoegen van CO2.
Ten slotte brengt de officier van justitie de waarde van de in het pand aan de [adres] in beslag genomen hoeveelheid van 35 kilogram henneptoppen in mindering op het voordeel.
De berekening van de officier van justitie is duidelijk, begrijpelijk en voorzien van verwijzingen naar het dossier en de standaardberekening. Terecht is in deze berekening uitgegaan van zes kweekruimtes. De rechtbank ziet geen reden om te twijfelen aan de vaststelling van de politie dat zes ruimtes zijn gebruikt als kweekruimte. Daarbij speelt ook mee dat er zes CO2-controllers waren aangesloten. [3] De rechtbank neemt de berekening van de officier van justitie als vertrekpunt voor de vaststelling van het wederrechtelijk verkregen voordeel, maar wijkt op onderstaande punten daarvan af.
Wat betreft het aantal oogsten dat als uitgangspunt moet worden genomen voor de berekening van het wederrechtelijk voordeel neemt de rechtbank tot uitgangspunt dat sprake is geweest van vier oogsten in de kweekruimtes A, B, D, F en G en drie oogsten in de kweekruimte C. Dit baseert de rechtbank op hetgeen de verbalisant [naam] en de fraudespecialist van Liander hebben vastgesteld op grond van verschillende indicatoren die duiden op meerdere oogsten (kweekresten, zeer vuile filters) en op basis daarvan tot de slotsom zijn gekomen dat sprake moet zijn geweest van vier oogsten. [4]
Daarnaast is de rechtbank van oordeel dat ook voor kweekruimte A moet worden uitgegaan van een gemiddelde van vijftien planten per vierkante meter, omdat uit het proces-verbaal aantreffen hennepkwekerij [5] niet ondubbelzinnig volgt dat in kweekruimte A zestien hennepplanten per vierkante meter stonden.
Het wederrechtelijk voordeel uit de productie van MDMA
Het wederrechtelijk voordeel dat de veroordeelde met de productie van MDMA heeft verkregen, is berekend aan de hand van in het pand aan de [adres] aangetroffen lege verpakkingen van pre-precursoren. In dat pand zijn acht lege dozen van 20 kilogram PMK-glycidezuur aangetroffen. In het rapport betreffende het wederrechtelijk voordeel verkregen met de productie van MDMA wordt berekend dat dit (160 kilogram) kan worden omgezet in een hoeveelheid van 76,8 liter zuivere PMK en daarmee ten minste een hoeveelheid van 92,16 kilogram MDMA kan worden geproduceerd. Hierop is in het rapport vervolgens een hoeveelheid van 3,026 kilogram in mindering gebracht, omdat de politie in de veronderstelling was dat een dergelijke hoeveelheid aan MDMA in beslag was genomen. Na onderzoek bleek dit echter geen MDMA te zijn. De officier van justitie neemt in de berekening van het voordeel dan ook tot uitgangspunt dat een hoeveelheid van 92,16 kilogram MDMA is geproduceerd.
Daarnaast heeft de officier van justitie in aanvulling op de berekening van de politie een kostenberekening gemaakt voor de productie van de MDMA. Deze kosten moeten op het voordeel in mindering worden gebracht. De officier van justitie ontleent deze berekening aan een uitspraak van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, [6] waarin tot uitgangspunt wordt genomen dat voor de productiekosten van MDMA-kristallen per liter PMK de volgende kosten in mindering kunnen worden gebracht:
Chemicaliën gebruikt bij conversie: € 146,40
Chemicaliën gebruikt bij synthese en kristallisatie: € 190,04
Gebruikte hardware bij de conversie en synthese: € 20,72
Totaal € 357,16
Ook voor deze berekening geldt dat deze duidelijk en begrijpelijk is en dat de berekening is voorzien van verwijzingen naar het dossier en rechtspraak. De rechtbank neemt de berekening van de officier van justitie als vertrekpunt.
5.3.1.
De schatting van het voordeel door de rechtbank
Het wederrechtelijk voordeel van de hennepkwekerij
Kweekruimte A had een oppervlakte van 11,6 vierkante meter met daarin 15 hennepplanten per vierkante meter met een opbrengst van gemiddeld 28,2 gram hennep per plant. De waarde van een kilogram hennep waarvan wordt uitgegaan is € 4.070,00, zodat de opbrengst per oogst is berekend op € 19.970,67.
Kweekruimte B had een oppervlakte van 11,6 vierkante meter met daarin 18 hennepplanten per vierkante meter met een opbrengst van gemiddeld 26,7 gram hennep per plant. De waarde van een kilogram hennep waarvan wordt uitgegaan is € 4.070,00, zodat de opbrengst per oogst is berekend op € 22.690,08.
Kweekruimte C had een oppervlakte van 16 vierkante meter met daarin 10 hennepplanten per vierkante meter met een opbrengst van gemiddeld 30,5 gram hennep per plant. De waarde van een kilogram hennep waarvan wordt uitgegaan is € 4.070,00, zodat de opbrengst per oogst is berekend op € 19.861,60.
Kweekruimte D had een oppervlakte van 12 vierkante meter met daarin 15 hennepplanten per vierkante meter met een opbrengst van gemiddeld 28,2 gram hennep per plant. De waarde van een kilogram hennep waarvan wordt uitgegaan is € 4.070,00, zodat de opbrengst per oogst is berekend op € 20.659,32.
Kweekruimte F had een oppervlakte van 12 vierkante meter met daarin 15 hennepplanten per vierkante meter met een opbrengst van gemiddeld 28,2 gram hennep per plant. De waarde van een kilogram hennep waarvan wordt uitgegaan is € 4.070,00, zodat de opbrengst per oogst is berekend op € 20.659,32.
Kweekruimte G had een oppervlakte van 16 vierkante meter met daarin 15 hennepplanten per vierkante meter met een opbrengst van gemiddeld 28,2 gram hennep per plant. De waarde van een kilogram hennep waarvan wordt uitgegaan is € 4.070,00, zodat de opbrengst per oogst is berekend op € 27.545,76.
Op basis van het voorgaande bedraagt de geschatte opbrengst van de hennepkwekerij:
Kweekruimte Opbrengst per oogst Aantal oogsten Totaal
A € 19.970,67 4 € 79.882,68
B € 22.690,08 4 € 90.760,32
C € 19.861,60 3 € 59.584,80
D € 20.659,32 4 € 82.637,28
F € 20.659,32 4 € 82.637,28
G € 27.545,76 4 € 110.183,04
€ 505.685,40
In het pand aan de [adres] is een hoeveelheid van bijna 35 kilogram henneptoppen aangetroffen en in beslag genomen. De waarde hiervan wordt geschat op (€ 4.070,00 × 35 =) € 142.450,00. Dit bedrag moet in mindering worden gebracht op de opbrengst.
Op basis van het voorgaande wordt het door de veroordeelde verkregen voordeel uit de hennepkwekerij geschat op (€ 505.685,40 – € 142.450,00 =)
€ 363.235,40.
Het wederrechtelijk voordeel van de MDMA
Uit het rapport wederrechtelijk verkregen voordeel uit de productie van MDMA volgt dat ten minste een hoeveelheid van 92,16 kilogram MDMA-kristallen is geproduceerd en dat de groothandelprijs van een kilogram MDMA-kristallen € 1.455,89 is.
Op basis daarvan bedraagt het door de veroordeelde verkregen voordeel met de productie van MDMA (92,16 × € 1.455,89 =)
€ 134.174,82.
Totaal wederrechtelijk verkregen voordeel
Daarmee bedraagt het totaal door de veroordeelde met de hennepteelt en productie van MDMA verkregen voordeel (€ 363.235,40 + € 134.174,82 =)
€ 497.410,22.
5.3.2.
Voor aftrek in aanmerking komende kosten
Kosten van de hennepkwekerij
De in mindering te brengen kosten per oogst voor kweekruimte A zijn als volgt:
Afschrijvingskosten € 150,00
Hennepstekken € 662,94
Variabele kosten € 675,12
Kosten knippers € 36,54
Totaal € 1.524,60
De in mindering te brengen kosten per oogst voor kweekruimte B zijn als volgt:
Afschrijvingskosten € 200,00
Hennepstekken € 795,53
Variabele kosten € 810,14
Kosten knippers € 43,85
Totaal € 1.849,52
De in mindering te brengen kosten per oogst voor kweekruimte C zijn als volgt:
Afschrijvingskosten € 150,00
Hennepstekken € 609,60
Variabele kosten € 620,80
Kosten knippers € 33,60
Totaal € 1.414,00
De in mindering te brengen kosten per oogst voor kweekruimte D zijn als volgt:
Afschrijvingskosten € 150,00
Hennepstekken € 685,80
Variabele kosten € 698,40
Kosten knippers € 37,80
Totaal € 1.572,00
De in mindering te brengen kosten per oogst voor kweekruimte F zijn als volgt:
Afschrijvingskosten € 150,00
Hennepstekken € 685,80
Variabele kosten € 698,40
Kosten knippers € 37,80
Totaal € 1.572,00
De in mindering te brengen kosten per oogst voor kweekruimte G zijn als volgt:
Afschrijvingskosten € 200,00
Hennepstekken € 914,40
Variabele kosten € 931,20
Kosten knippers € 50,40
Totaal € 2.096,00
Op basis van het voorgaande bedragen de kosten van de hennepkwekerij:
Kweekruimte Kosten per oogst Aantal oogsten Totaal
A € 1.524,60 4 € 6.098,40
B € 1.849,52 4 € 7.398,08
C € 1.414,00 3 € 4.242,00
D € 1.572,00 4 € 6.288,00
F € 1.572,00 4 € 6.288,00
G € 2.096,00 4 € 8.384,00
€ 38.698,48
Kosten van de productie van MDMA
Voor de productiekosten van MDMA-kristallen worden per liter PMK de volgende kosten in mindering gebracht:
Chemicaliën gebruikt bij conversie: € 146,40
Chemicaliën gebruikt bij synthese en kristallisatie: € 190,04
Gebruikte hardware bij de conversie en synthese: € 20,72
Totaal € 357,16
Uit het rapport wederrechtelijk verkregen voordeel uit de productie van MDMA volgt dat in deze zaak een hoeveelheid van 76,8 liter PMK is gebruikt om vervolgens MDMA-kristallen te produceren. Op basis hiervan bedragen de gemaakte kosten voor de productie van de MDMA (€ 357,16 × 76,8 =)
€ 27.429,89.
Huurkosten
De huur die de veroordeelde heeft betaald voor het pand aan de [adres] staat naar het oordeel van de rechtbank niet in directe relatie tot de bewezen verklaarde strafbare feiten. De veroordeelde heeft ook zijn autospuiterij gevestigd in het betreffende pand en dus zou de veroordeelde de kosten voor de huur van dit pand ook hebben moeten voldoen als hij geen strafbaar feit zou hebben begaan. De huurkosten komen daarom niet in aanmerking voor aftrek.
Kosten voor water en elektriciteit
Kosten die de veroordeelde zou hebben gemaakt voor water en elektriciteit komen alleen in aanmerking voor aftrek indien is gebleken dat die kosten ook daadwerkelijk door de veroordeelde zijn gemaakt. De enkele stelling van de verdediging dat de veroordeelde een rekening heeft ontvangen voor deze kosten is daarvoor onvoldoende, nu niet vast is komen te staan dat de veroordeelde deze rekening ook heeft betaald.
Totale aftrek kosten
De totale op het voordeel in mindering te brengen kosten bedragen (€ 38.698,48 + € 27.429,89 =)
€ 66.128,37.

6.Vaststelling van het wederrechtelijk verkregen voordeel

De rechtbank is op grond van het bovenstaande van oordeel dat de maatregel ter ontneming van het wederrechtelijk voordeel moet worden opgelegd .
De rechtbank is van oordeel dat vooralsnog niet aannemelijk is geworden dat de veroordeelde nu en in de toekomst over onvoldoende financiële draagkracht zal beschikken om aan een hem op te leggen betalingsverplichting te voldoen.
Ook overigens is niet gebleken van feiten en omstandigheden, op grond waarvan het door veroordeelde te betalen geldbedrag lager zou moeten worden vastgesteld dan op het geldbedrag van het geschatte voordeel.
De rechtbank zal gelet op het vorenstaande het door veroordeelde te betalen geldbedrag vaststellen op
€ 431.281,85.

7.Toepasselijke wettelijke bepaling

De op te leggen maatregel is gegrond op artikel 36e Sr.

8.Beslissing

De rechtbank:
stelt het bedrag, waarop het wederrechtelijk voordeel wordt geschat, vast op
€ 431.281,85(
vierhonderdeenenderdertigduizend tweehonderdeenentachtig euro en vijfentachtig eurocent);
legt aan [veroordeelde] op de verplichting tot betaling aan de staat van een geldbedrag ter grootte van
€ 431.281,85(
vierhonderdeenenderdertigduizend tweehonderdeenentachtig euro en vijfentachtig eurocent), ter ontneming van het geschatte wederrechtelijk verkregen voordeel;
wijst de vordering voor het overige af; en
bepaalt de duur van de gijzeling die met toepassing van artikel 6:6:25 van het Wetboek van Strafvordering ten hoogste kan worden gevorderd op
drie jaren.
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door:
mr. A. Talmricht, voorzitter,
mrs. J.M. Jongkind en D.H. Bakker, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffiers mr. L. Verheul en mr. A.C. ten Klooster,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 28 augustus 2025.

Voetnoten

1.De hierna door de rechtbank in de voetnoten als processen-verbaal aangeduide bewijsmiddelen zijn in de wettelijke vorm opgemaakt door personen die daartoe bevoegd zijn en voldoen ook overigens aan de daaraan bij wet gestelde eisen.
2.Een proces-verbaal aantreffen hennepkwekerij, opgemaakt door de politie Eenheid Noord-Holland d.d. 22 oktober 2024, dossierpagina 31 e.v.
3.Zie het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt door [naam] op 11 augustus 2025 (ongenummerd).
4.Zie het proces-verbaal van aangifte met bijlagen, opgemaakt door de politie Eenheid Noord-Holland d.d. 14 september 2023, dossierpagina 296.
5.Een proces-verbaal aantreffen hennepkwekerij, opgemaakt door de politie Eenheid Noord-Holland d.d. 22 oktober 2024, dossierpagina 31 e.v.
6.Gerechtshof ’s-Hertogenbosch d.d. 7 oktober 2021, ECLI:NL:GHSHE:2021:3046.