Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
gemachtigde: mr. D. Schreurs.
Rechtbank Noord-Holland
Op 3 september 2025 heeft de Rechtbank Noord-Holland, in de wrakingszaak met zaaknummer C/15/367240 / KG RK 25/500, het verzoek tot wraking van de rechter afgewezen. Verzoeker, vertegenwoordigd door mr. D. Schreurs, had de wraking aangevraagd na een incident dat zich op 10 juli 2025 buiten de zittingzaal had voorgedaan. Tijdens de mondelinge behandeling van de hoofdzaak, die aanhangig was bij dezelfde rechtbank, werd verzoeker aangesproken door de rechter naar aanleiding van dit incident. Verzoeker stelde dat deze aanspreking de schijn van partijdigheid wekte, omdat de rechter zich al een oordeel over hem had gevormd op basis van eenzijdige informatie van een bode. De rechter verdedigde haar handelen door te stellen dat het haar verantwoordelijkheid was om de zitting ordelijk te laten verlopen en dat zij verzoeker op de huisregels moest wijzen, vooral gezien zijn betrokkenheid bij het incident. De wrakingskamer oordeelde dat de rechter geen objectieve schijn van partijdigheid had gewekt. De beslissing om verzoeker aan te spreken was niet ongebruikelijk, gezien zijn actieve rol in het incident. De wrakingskamer concludeerde dat er geen feiten of omstandigheden waren die de vrees voor partijdigheid objectief konden rechtvaardigen. Het verzoek tot wraking werd dan ook afgewezen.