Uitspraak
1.[gedaagde 1] ,
2.
[gedaagde 2],
3.
[gedaagde 3],
4.
[gedaagde 4],
5.
[gedaagde 5],
1.De procedure
2.De feiten
“dat is goed”en verzocht om verlaging van het voorschot naar € 2.000,-. De daarop betrekkende factuur van 5 april 2023 is gericht aan [naam 1] en betaald.
“De rechter-commissaris is akkoord met € 30.000,00. Hoor graag van u.”
3.Het geschil
4.De beoordeling
[directeur] niet aan deze verplichting heeft voldaan. De kantonrechter deelt die mening niet. Aan de hand van de door gedaagden aangevoerde klachten wordt het volgende overwogen.
“zo niet dan trek ik het voorstel in!”.De curator schrijft op 26 januari 2024 aan [directeur] :
“De rechter-commissaris is akkoord met € 30.000,00. Hoor graag van u.”Uit voorgaande correspondentie kan niet worden afgeleid dat [directeur] onvoorwaardelijk een bod van € 30.000,- heeft gedaan of heeft geaccepteerd.
“aan dat de [directeur] heeft toegezegd dat € 30.000,- akkoord is en het wel goed zou komen”. Deze – volgens Juridisch Support onjuiste – opmerking van de curator biedt steun voor de stelling dat [directeur] tegen de curator heeft gezegd dat hij zijn cliënten positief zou adviseren over het door de curator genoemde bedrag van € 30.000,-. Omdat het geen rechtstreekse uitlating van [directeur] zelf is en hij de juistheid daarvan gemotiveerd heeft betwist met verwijzing naar de hiervoor aangehaalde correspondentie (zie 4.9.) kan niet worden vastgesteld dat [directeur] namens gedaagden een ongeautoriseerd bod van € 30.000,- heeft gedaan. Het bod is gedaan door de curator en gedaagden zijn hier uiteindelijk zelf mee akkoord gegaan.
“Hallo”of
“Doe maar”. Met het lezen of versturen van dergelijke berichten zal minder tijd zijn gemoeid. Alles overziende ziet de kantonrechter aanleiding de aan de WhatsApps bestede tijd naar redelijkheid te schatten op gemiddeld een halve minuut per bericht, zodat in totaal wordt uitgegaan van afgerond 3 uren. Dit leidt tot een honorarium van (3 x € 175,- = € 525,- + 21% btw =) € 635,25.