ECLI:NL:RBNHO:2025:10616

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
4 september 2025
Publicatiedatum
16 september 2025
Zaaknummer
C/15/355968 / FA RK 24-4254
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging zorgregeling en kinderbijdrage in een complexe familierechtelijke zaak met alcoholproblematiek

Op 4 september 2025 heeft de Rechtbank Noord-Holland in Alkmaar een mondelinge uitspraak gedaan in een zaak betreffende de wijziging van een zorgregeling en de kinderbijdrage tussen ouders van twee minderjarige kinderen. De vader verzocht om de zorgregeling, zoals vastgesteld door het gerechtshof Amsterdam op 18 oktober 2022, te wijzigen en de kinderbijdrage op nihil te stellen. De moeder verzocht om afwijzing van deze verzoeken, maar beide ouders stonden achter een onderzoek door de Raad voor de Kinderbescherming. De rechtbank heeft vastgesteld dat de ouders van 2008 tot februari 2019 een affectieve relatie hebben gehad en dat de kinderen bij de vader wonen. De rechtbank heeft in een eerdere beschikking van 16 december 2024 al een voorlopige zorgregeling vastgesteld, waarbij de omgang met de moeder onder toezicht van een netwerkpersoon plaatsvond vanwege zorgen over haar alcoholgebruik.

In de mondelinge uitspraak heeft de rechtbank de zorgen over de moeder benoemd, maar ook de positieve ontwikkelingen in de omgang tussen de moeder en de kinderen. De rechtbank heeft een startpunt voor de omgang vastgesteld, met de mogelijkheid om dit uit te breiden naar gemiddeld twee dagen per week, afhankelijk van de veiligheid en het belang van de kinderen. De kinderbijdrage van de vader aan de moeder is op nihil gesteld, gezien de zorgverdeling en de inkomens van beide ouders. De rechtbank heeft de beslissing uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders verzochte afgewezen. Een afschrift van de beschikking zal binnen twee weken volgen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Familie en Jeugd
locatie Alkmaar
zaak-/rekestnr.: C/15/355968 / FA RK 24-4254
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak als bedoeld in artikel 29a Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van 4 september 2025.
in de zaak van:
[de vader],
wonende te [plaats] ,
hierna te noemen: de vader,
advocaat mr. B.T.A. Visser, kantoorhoudende te Grootebroek,
tegen
[de moeder],
wonende te [plaats] ,
hierna te noemen: de moeder,
advocaat mr. M. van Espen, kantoorhoudende te Hoorn.
Partijen zijn verschenen. De vader bijgestaan door mr. B.T.A. Visser, en de moeder bijgestaan door mr. M. van Espen. Verder was ter zitting als informant aanwezig [vertegenwoordiger van de raad] namens de Raad voor de Kinderbescherming (hierna te noemen: de Raad).
Na afloop van de mondelinge behandeling heeft de rechter ter zitting mondeling uitspraak gedaan.

1.De gronden van de beslissing

1.1.
De vader verzoekt de zorgregeling, zoals vastgelegd bij beschikking van het gerechtshof Amsterdam van 18 oktober 2022, te wijzigen naar een door hem in zijn verzoek genoemde regeling. Daarnaast verzoekt de vader de door hem aan de moeder te betalen kinderbijdrage op nihil te stellen. De moeder heeft verzocht om afwijzing van de verzoeken van de vader. Beide ouders staan achter een onderzoek door de Raad.
1.2.
Partijen hebben van 2008 tot februari 2019 een affectieve relatie met elkaar gehad. De minderjarige kinderen van partijen zijn:
-
[de minderjarige 1], geboren op [geboortedatum] in de gemeente [gemeente] ,
-
[de minderjarige 2], geboren op [geboortedatum] in de gemeente [gemeente] .
De ouders zijn gezamenlijk belast met het gezag over [de minderjarige 1] en [de minderjarige 2] . De hoofdverblijfplaats van de kinderen is bij de vader.
1.3.
Bij tussenbeschikking van 16 december 2024 heeft de rechtbank bepaald dat [de minderjarige 1] en [de minderjarige 2] voorlopig als volgt bij de moeder verblijven:
gedurende de eerste maand: iedere zondag van 10:00 uur tot 17:00 uur, waarbij de vader de minderjarigen brengt en haalt en er aan het begin en aan het eind van de omgang kort iemand uit het netwerk van de moeder aanwezig is om te controleren of de moeder nuchter is. De rest van de omgang is onbegeleid;
gedurende de tweede maand:iedere zondag van 10:00 uur tot 17:00 uur, waarbij de vader de minderjarigen brengt en haalt en er aan het begin en aan het eind van de omgang kort iemand uit het netwerk van de moeder aanwezig is om te controleren of de moeder nuchter is. De rest van de omgang is onbegeleid. Alsmede eenmaal in de twee weken op zaterdag van 10:00 uur tot 17:00 uur, zonder overnachting, waarbij de vader de minderjarigen brengt en haalt en er aan het begin en aan het eind van de omgang kort iemand uit het netwerk van de moeder aanwezig is om te controleren of de moeder nuchter is. De rest van de omgang is onbegeleid;
gedurende de derde maand:om de twee weken op zaterdag van 10:00 uur tot zondag 17:00 uur, met overnachting, waarbij de vader de minderjarigen brengt en haalt en er aan het begin en aan het eind van de omgang kort iemand uit het netwerk van de moeder aanwezig is om te controleren of de moeder nuchter is, daarbij dient de moeder op zaterdag rond 20:00 uur telefonisch contact te hebben met iemand uit haar netwerk, zodat diegene kan controleren of het goed gaat met de moeder. De rest van de omgang is onbegeleid.
Daarnaast is de door de vader aan de moeder te betalen kinderbijdrage voorlopig, in afwachting van een nadere zorgregeling, op nihil gesteld.
De definitieve beslissing over de zorgregeling en de kinderbijdrage is pro forma aangehouden.
1.4.
De rechtbank heeft op 4 september 2025 ter zitting het volgende overwogen.
Er is sprake van langlopende procedure over de zorgregeling. Gelukkig is het gelukt om met inzet van hulpverlening en van beide ouders weer een goed contact tussen de moeder en de kinderen tot stand te brengen. De vader en de moeder mogen trots zijn dat de kinderen in deze situatie met beide ouders een goede band hebben. De ouders hebben allebei op een andere manier een zware tijd achter de rug en het is een winst dat de kinderen er op dit moment zo in staan.
Uit de verslagen van de begeleide omgang tussen de moeder en de kinderen blijken echter ook zorgen. Dit is ter zitting ook benoemd door Raad. Er zijn zorgen over hoe de moeder onder stress reageert, of er niet ooit een terugval in alcoholgebruik zal plaatsvinden en of haar alcoholgebruik definitief verleden tijd is. Deze zorgen worden niet zomaar weggenomen en zijn ook reëel als je kijkt naar de statistieken bij een alcoholverslaving. Dit maakt dat de vader terechte zorgen heeft of het niet nog een keer mis kan gaan met de moeder. Het is daarom nodig dat beide ouders erop kunnen vertrouwen dat het goed gaat.
De rechtbank legt een startpunt voor de omgang tussen de moeder en de kinderen vast, met waarborgen voor een goed verloop daarvan. Daarnaast legt de rechtbank voor het vervolg een regierol bij de hulpverlening om de omgang tussen de moeder en de kinderen uit te bouwen naar gemiddeld twee dagen in de week, indien dit veilig voor en in het belang van de kinderen wordt geacht voor de kinderen. De rechtbank verwacht dat er binnen afzienbare termijn kan worden opgebouwd naar een omgang van gemiddeld twee dagen in de week. Bij [de minderjarige 1] bestaat namelijk de wens om meer contact te hebben met de moeder en uit de omgangsverslagen blijkt ook dat beide kinderen het leuk hebben bij de moeder. Er moet een punt gezet worden achter deze procedure en een onderzoek door de Raad zal niet kunnen bijdragen aan blijvend vertrouwen tussen de ouders. Een goed lopende en veilige omgang in de praktijk kan daarvoor wel helpend zijn.
Als de omgang van gemiddeld twee dagen in de week goed verloopt, kan er met de hulpverlening – of wellicht in de toekomst in rechtstreeks overleg tussen de ouders – bekeken worden of verdere uitbreiding wenselijk en mogelijk is. Daarbij kan worden begonnen met bijvoorbeeld een weekje vakantie bij de moeder en misschien zelfs uiteindelijk wordt toegewerkt naar een co-ouderschap.
Op maandag 8 september 2025 is er een overleg met de gemeente en met Nicare over de omgang.
Vanwege de beslissing over de zorgregeling wordt de kinderbijdrage op nihil gesteld met ingang van datum indiening van het verzoekschrift (7 augustus 2024). De vader draagt namelijk de meeste zorg. Gelet op de inkomens van beide ouders is het niet reëel dat de vader een kinderbijdrage moet betalen aan de moeder voor twee dagen omgang in de week.

2.De beslissing

De rechtbank:
2.1.
bepaalt, met wijziging in zoverre van de beschikking van het gerechtshof Amsterdam van 18 oktober 2022, dat de minderjarigen:
-
[de minderjarige 1], geboren op [geboortedatum] in de gemeente [gemeente] ,
-
[de minderjarige 2], geboren op [geboortedatum] in de gemeente [gemeente] ,
bij de moeder verblijven:
- om de twee weken op zaterdag van 10:00 uur tot zondag 17:00 uur, met overnachting, waarbij de vader [de minderjarige 1] en [de minderjarige 2] brengt en haalt en er aan het begin en aan het eind van de omgang kort iemand uit het netwerk van de moeder aanwezig is om te controleren of de moeder nuchter is. Daarbij dient de moeder op zaterdag rond 20:00 uur telefonisch contact te hebben met iemand uit haar netwerk, zodat diegene kan controleren of het goed gaat met de moeder. De rest van de omgang is onbegeleid;
- waarbij de omgang onder regie van de betrokken hulpverlening kan worden uitgebreid naar gemiddeld twee dagen per week, onder de voorwaarde dat de betrokken hulpverlening de veiligheid van de kinderen voldoende gewaarborgd acht en de uitbreiding ook in het belang van de kinderen wordt geacht;
2.2.
stelt, met wijziging in zoverre van de beschikking van het gerechtshof Amsterdam van 18 oktober 2022, de door de vader aan de moeder te betalen kinderbijdrage op nihil met ingang van 7 augustus 2024, met dien verstande dat voor zover sinds 7 augustus 2024 tot nu een kinderbijdrage is betaald door de vader en/of een kinderbijdrage op de vader is verhaald, de kinderbijdrage voor die periode wordt vastgesteld op wat door de vader is betaald en/of op hem is verhaald;
2.3.
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
2.4.
wijst het meer of anders verzochte af.
De rechter deelt mede dat een afschrift van het bovenstaande binnen twee weken volgt en sluit de zitting.
Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal dat door de rechter en de griffier is vastgesteld en door de rechter is ondertekend.
mr. W.P. van der Haak
Rechter, tevens kinderrechter