Op 2 september 2025 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in een zaak betreffende de uithuisplaatsing van twee minderjarigen, [de minderjarige 1] en [de minderjarige 2]. De verzoeken tot uithuisplaatsing in een pleeggezin of accommodatie van een jeugdhulpaanbieder zijn ingetrokken, maar de verzoeken tot uithuisplaatsing bij de vader en het vaststellen van een zorgregeling met de moeder zijn toegewezen. De vader heeft zich actief ingezet om de zorg voor de kinderen op zich te nemen, wat door de rechtbank als een positieve ontwikkeling wordt gezien. De rechtbank oordeelt dat, gezien de eerdere zorgen en de problematiek van de ouders, een machtiging tot uithuisplaatsing noodzakelijk is om de veiligheid en stabiliteit van de kinderen te waarborgen. De GI (gecertificeerde instelling) zal de situatie blijven monitoren. De rechtbank heeft ook een zorgregeling vastgesteld, waarbij de kinderen één keer per week begeleide omgang met de moeder hebben, onder toezicht van de GI. De beslissingen zijn uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat ze direct van kracht zijn, ook als er hoger beroep wordt ingesteld.