In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 1 juli 2025 een beschikking gegeven over de beëindiging van het gezag van de moeder over haar minderjarige dochter. De moeder kampt met ernstige persoonlijke problematiek, waaronder een licht verstandelijke beperking, ADHD, PTSS, en een borderline persoonlijkheidsstoornis, evenals alcohol- en drugsmisbruik. Ondanks herhaalde pogingen van de jeugdbescherming om de moeder bij belangrijke beslissingen te betrekken, is het niet gelukt om haar effectief te laten participeren in de zorg voor haar dochter. De rechtbank heeft vastgesteld dat de ontwikkeling van de minderjarige ernstig wordt bedreigd door de situatie van de moeder, die al jaren niet in staat is om haar verantwoordelijkheden als ouder te vervullen. De moeder is dakloos en heeft geen stabiele woonomgeving, wat de situatie voor de minderjarige onveilig maakt. De rechtbank heeft ook overwogen dat de grootouders van de minderjarige, die al acht jaar voor haar zorgen, en de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting, de beste zorg kunnen bieden. De rechtbank heeft daarom besloten het gezag van de moeder te beëindigen en de GI tot voogd te benoemen, met de beslissing uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Deze beslissing is genomen in het belang van de minderjarige, die behoefte heeft aan stabiliteit en duidelijkheid in haar opvoeding.