ECLI:NL:RBNHO:2025:1087

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
11 februari 2025
Publicatiedatum
6 februari 2025
Zaaknummer
C/15/358194 / HA RK 24-154
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot beëindiging registratie in het Schoolleidersregister door de rechtbank

In deze beschikking van de Rechtbank Noord-Holland, uitgesproken op 11 februari 2025, wordt het verzoek van [verzoekster] om haar registratie in het Schoolleidersregister PO te beëindigen afgewezen. [verzoekster], werkzaam als directeur bij [Scholenkoepel], had verzocht om haar registratie te beëindigen op grond van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG), omdat zij en haar werkgever zelf in de professionalisering voorzien. De rechtbank oordeelt dat de Stichting Schoolleidersregister Primair Onderwijs (SPO) een gerechtvaardigd belang heeft bij de registratie van schoolleiders, waaronder [verzoekster]. De rechtbank stelt vast dat de registratie noodzakelijk is voor de waarborging van de kwaliteit van schoolleiders en dat de verwerking van persoonsgegevens van [verzoekster] rechtmatig is. De rechtbank wijst erop dat de registratie in het Schoolleidersregister niet alleen een verplichting is vanuit de CAO Primair Onderwijs, maar ook een voorwaarde voor de bekostiging van professionalisering van schoolleiders. De rechtbank concludeert dat het belang van SPO bij de registratie zwaarder weegt dan de belangen van [verzoekster] om niet geregistreerd te zijn. Het verzoek wordt afgewezen en [verzoekster] wordt veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
Zittingsplaats Haarlem
zaaknummer / rekestnummer: C/15/358194 / HA RK 24-154
Beschikking van 11 februari 2025
in de zaak van
[verzoekster],
wonende te [plaats 1],
verzoekster,
gemachtigde mr. V.G.A. Kellenaar,
tegen
de stichting
STICHTING SCHOOLLEIDERSREGISTER PRIMAIR ONDERWIJS,
gevestigd te [plaats 2],
verweerster,
advocaat mr. W. Brussee.
Partijen zullen hierna [verzoekster] en SPO worden genoemd.
De zaak in het kort
In de CAO Primair Onderwijs (CAO PO) is de verplichting opgenomen voor schoolleiders in het primair onderwijs om zich te registreren in het Schoolleidersregister PO. [verzoekster] is ook geregistreerd, maar zij wil uit het Schoolleidersregister, vooral omdat zij zelf met haar werkgever op eigen wijze voorziet in de professionalisering als schoolleider die met het register wordt beoogd. SPO heeft dit geweigerd. [verzoekster] verzoekt de rechtbank om SPO te bevelen haar registratie in het Schoolleidersregister alsnog te beëindigen, onder meer omdat de verwerking van haar persoonsgegevens onrechtmatig is. De rechtbank wijst het verzoek van [verzoekster] af, omdat SPO – met name in de door sociale partners afgesproken waarborging van kwaliteit – een gerechtvaardigd belang heeft bij de registratie van [verzoekster].

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift met producties
  • het verweerschrift d.d. 5 december 2024 met producties
  • de brief van mr. Kellenaar d.d. 3 januari 2025 met producties
  • het aanvullende verweerschrift d.d. 7 januari 2025 met producties
  • de e-mail van mr. Kellenaar d.d. 12 januari 2025 met producties
  • de mondelinge behandeling op 14 januari 2025, waarbij namens [verzoekster] pleitaantekeningen zijn overgelegd en waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
2. De feiten
2.1.
[verzoekster] is als directeur werkzaam voor [Scholenkoepel] (hierna: [Scholenkoepel]) die openbaar basisonderwijs op meerdere scholen in de gemeente [plaats 1] verzorgt. [verzoekster] heeft de functie van Directeur en is ingeschaald in Directeurschaal D13. [verzoekster] werkt op het Stafbureau van [Scholenkoepel]. Zij kan indien nodig tijdelijk als schoolleider op een van de scholen van [Scholenkoepel] worden ingezet.
2.2.
SPO is in 2013 ontstaan vanuit de beroepsgroep. De taken van SPO zijn: het bewaken, stimuleren en borgen van de kwaliteit van schoolleiders en de registratie van schoolleiders in het primair onderwijs op grond van bekwaamheidseisen en bekwaamheidsonderhoud. Onderdeel daarvan is dat SPO beoordeelt of schoolleiders voldoen aan de (her-)registratiecriteria. De registratie in het Schoolleidersregister laat zien dat schoolleiders beschikken over de basiskwalificaties uit de beroepsstandaard voor schoolleiders in het primair onderwijs en of zij voldoen aan de gestelde voorwaarden van (verdere) professionalisering.
2.3.
In de Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 14 maart 2013 [1] heeft de staatssecretaris – kort gezegd – extra financiële middelen ter beschikking gesteld voor de bekostiging van de professionalisering van schoolleiders. In de toelichting op deze regeling staat het volgende:
TOELICHTING
Algemeen
Het kabinet trekt € 29,5 mln. uit voor de verdere professionalisering van schoolleiders in het primair onderwijs. Dit bedrag komt bovenop de middelen die eerder via de prestatiebox zijn verstrekt voor professionalisering van schoolleiders. De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft met de PO-Raad, AVS, AOb en CNV-Onderwijs afgesproken dat deze nieuwe middelen aan de lumpsum worden toegevoegd, als voor 1 februari 2013 voldaan is aan de volgende voorwaarden:
  • in de cao PO moet worden afgesproken dat de middelen worden besteed aan de professionalisering van schoolleiders; en
  • bekwaamheidsonderhoud en registratie van schoolleiders mag niet langer vrijblijvend zijn.
De sociale partners zijn erin geslaagd om binnen de gestelde termijn deze afspraken te maken over professionalisering van schoolleiders. De gemaakte afspraken in de cao PO luiden als volgt:
Professionalisering schoolleider
1. De werkgever en directieleden benoemd of aangesteld in schaal AB tot en met AE en DA tot en met DC+ maken in het kader van de gesprekkencyclus afspraken over de professionele ontwikkeling van het directielid.
2. Deze afspraken hebben betrekking op deskundigheidsbevordering in het kader van de door het Schoolleidersregister PO vastgestelde bekwaamheidseisen én zijn gericht op het kunnen realiseren van de ontwikkelingsdoelen van de organisatie.
3. Het directielid genoemd in lid 1 heeft, naast de bestaande scholingsbudgetten, recht op een professionaliseringsbudget van € 2000,- per jaar. Dit budget wordt in overleg met de werkgever ingezet in de vorm van studieverlof en/of studiekostenvergoeding. Tevens kan dit budget worden besteed aan andere professionaliseringsactiviteiten.
(…)
Schoolleidersregister
1. Zodra het schoolleidersregister is opengesteld (naar verwachting in het voorjaar van 2013) zijn alle directieleden verplicht zich te registreren in dit register. De werkgever vergoedt de kosten van deze verplichte registratie.
2. De verplichte herregistratie vindt eenmaal per vier jaar plaats. De nadere regels voor en de eisen aan de herregistratie worden op een later moment door sociale partners vastgesteld.
3. Het directielid dat niet voldoet aan de bekwaamheidseisen komt niet in aanmerking voor herregistratie. Het niet geregistreerd zijn heeft rechtspositionele gevolgen. Hiervoor zullen nadere regels worden vastgelegd in de volgende cao PO. Tevens worden afspraken gemaakt over het tijdsbestek waarin het directielid de mogelijkheid krijgt zich te ontwikkelen en verbeteren om alsnog aan de bekwaamheidseisen te voldoen.
(…)
De sociale partners hebben met deze cao-afspraken een grote en betekenisvolle stap gezet, waardoor professionalisering is verankerd in het personeelsbeleid voor schoolleiders. Op basis van deze cao-afspraken worden de middelen voor professionalisering van schoolleiders voor twee jaar (2013 en 2014) dan ook aan de lumpsum toegevoegd.
Deze afspraken zijn echter op zichzelf nog niet afdoende. Op drie punten moeten ze nog worden geconcretiseerd om te verzekeren dat schoolleiders ook daadwerkelijk extra aan hun professionalisering kunnen werken:
De bekwaamheidseisen en de eisen aan de herregistratie zijn nog niet vastgesteld.
Het schoolleidersregister is nog niet gereed, waardoor schoolleiders zich nog niet kunnen registreren.
De nadere regels rondom de rechtspositionele gevolgen van het niet geregistreerd zijn worden vastgelegd in de volgende cao PO (2014).
Indien aan de volgende voorwaarden wordt voldaan, ben ik voornemens de middelen ook in de jaren na 2014 via de lumpsum aan de scholen toe te kennen:
  • In de eerste helft van 2013 wordt het schoolleidersregister operationeel.
  • In 2013 worden ambitieuze bekwaamheidseisen en (her)registratie-eisen afgesproken voor het nieuwe schoolleidersregister.
  • In 2014 is de nieuwe cao PO van kracht, waarin is geconcretiseerd wat de rechtspositionele gevolgen zijn als een schoolleider niet aan de bekwaamheidseisen en daarmee niet aan de eisen voor herregistratie voldoet. Deze rechtspositionele gevolgen moeten zodanig zijn, dat er civiele werking uitgaat van het register.
Eind 2014 zal worden beoordeeld of aan deze voorwaarden is voldaan. Op basis van deze beoordeling kunnen de middelen ofwel structureel aan de lumpsum worden toegevoegd, ofwel vanaf schooljaar 2015–2016 op een andere manier worden ingezet als niet aan de voorwaarden is voldaan.
De bedragen en betaling voor 2013
Vanaf 2013 is er jaarlijks € 29,5 miljoen beschikbaar voor de verdere professionalisering van schoolleiders in het primair onderwijs.
In mei 2013 vindt een aparte toekenning plaats voor de eerste 7 maanden (65,45%) van het budget voor professionalisering schoolleiders PO. Vanaf de publicatie van de Regeling personele bekostiging PO 2013–2014 zal het budget beschikbaar gesteld worden via een verhoging van de directietoeslag.
(…)
2.4.
In de op dit moment geldende CAO PO 2045-2025 zijn in hoofdstuk 9 bepalingen opgenomen over professionalisering. In artikel 9.7 van de CAO PO staat het volgende:
9.7
Professionaliseringsbudget en registratie directie
Het directielid werkzaam in schaal A11 t/m A13 en D12 t/m D15 maakt, in aanvulling op het genoemde in artikel 9.1 en 9.5, afspraken met de werkgever over deskundigheidsbevordering in het kader van de door het Schoolleidersregister PO vastgestelde bekwaamheidseisen én zijn in lijn met de ontwikkelingsdoelen van de organisatie.
Elk directielid genoemd in lid 1 heeft recht op een professionaliseringsbudget directie van € 3.000,- per jaar. Dit budget wordt in overleg met de werkgever ingezet voor studieverlof en/of studiekostenvergoeding. Tevens kan dit budget worden besteed aan de bestedingsdoeleinden genoemd in artikel 9.4 lid 5. Met ingang van 1 januari 2025 bedraagt het professionaliseringsbudget directie € 3.150,-.
(…)
Alle directieleden zijn verplicht zich in te schrijven, te registreren en te herregistreren in het Schoolleidersregister PO, conform het registerreglement van Schoolleidersregister PO. De werkgever vergoedt de jaarlijkse bijdrage aan het Schoolleidersregister PO.
Indien het directielid niet is geregistreerd, kan hij zijn directiefunctie niet meer vervullen. Het ontbreken van (her)registratie kan een grond zijn voor ontslag op basis van artikel 3.6. De werkgever is in dit geval verplicht de werknemer een andere functie aan te bieden waarvoor hij wel gekwalificeerd is, mits deze functie beschikbaar is.
Als de schoolleider als gevolg van verwijtbaar handelen door de werkgever niet in staat is gesteld te voldoen aan de onderhoudsplicht op grond van dit artikel en de schoolleider hierdoor schade lijdt binnen of direct aansluitend aan zijn dienstverband, is de werkgever die in gebreke is gebleven, aansprakelijk.
2.5.
In de arbeidsovereenkomst tussen [verzoekster] en [Scholenkoepel] is de CAO PO van toepassing verklaard. [Scholenkoepel] is lid van de PO-Raad, de sectorvereniging voor het primair onderwijs. De PO-raad heeft namens de werkgevers met de werknemersorganisaties (vakbonden) de CAO PO gesloten. [verzoekster] is geen lid van een vakbond.
2.6.
Het Registerreglement Schoolleidersregister PO (hierna: “het Registerreglement) bevat – voor zover van belang – de volgende bepalingen:
Artikel 1 Begripsbepalingen
In dit reglement wordt verstaan onder:
(…)
16. Schoolleider: een persoon (al dan niet in dienstbetrekking) werkzaam als directeur of adjunct-directeur binnen het primair onderwijs en als zodanig door het bevoegd gezag belast met leidinggevende taken in de onderwijsinstelling. Dit met uitzondering van personen die statutair bestuurder van de onderwijsinstelling zijn en uit dien hoofde werkgeversverantwoordelijkheid dragen;
(…)
III.INSCHRIJVING, REGISTRATIE, HERREGISTRATIE EN BEËINDIGING REGISTRATIE
Artikel 5 Inschrijving en persoonsgegevens
1. Inschrijving in het register vindt plaats via de website www.schoolleidersregisterpo.nl.
2. Teneinde toetsing aan de (her-)registratiecriteria mogelijk te maken, verstrekt de kandidaat naar waarheid de volgende gegevens:
a. naam, adres, woonplaatsgegevens;
b. persoonlijk e-mailadres;
c. telefoonnummer;
d. naam van de werkgever/het bevoegd gezag van de instelling waar men werkzaam is als directielid en diens bestuursnummer;
e. naam of namen van de school of scholen waarvan de kandidaat schoolleider is;
f. gegevens waaruit blijkt dat de kandidaat voldoet aan de registratiecriteria.
(…)
Artikel 6 Registratie en herregistratie
1. De Commissie neemt kennis van de gegevens die door de kandidaat zijn ingediend en toetst deze aan de (her)registratiecriteria. (…)
2. De Commissie beslist op zo kort mogelijke termijn ter zake van (her)registratie of afwijzing en stelt de kandidaat schriftelijk van haar besluit in kennis. Daarbij wordt gewezen op de mogelijkheid bezwaar aan te tekenen tegen de afwijzing. Een afwijzing gaat vergezeld van een toelichting.
Artikel 7 Registratietermijn en beëindiging registratie
A) Registratie onder voorwaarden
1. Registratie vindt plaats voor een periode van vijf jaar vanaf de datum waarop de Commissie besluit tot registratie.
(…)
7. Een geregistreerde die binnen deze vijf jaar niet of in onvoldoende mate heeft aangetoond dat hij/zij voldoet aan de criteria voor herregistratie en ook geen herregistratie naar rato heeft aangevraagd wordt automatisch voor de duur van zes maanden geregistreerd met de toevoeging ‘onder voorwaarden’.
(…)
B) Verlopen registratie
1. Na zes maanden vervalt de voorwaardelijke registratie en krijgt de geregistreerde de status ‘verlopen registratie’ tenzij de Commissie alsnog besluit tot herregistratie of een andere (latere) herregistratiedatum vaststelt.
2. Het Schoolleidersregister PO stelt de geregistreerde schriftelijk in kennis van het besluit tot het toekennen van de status ‘verlopen registratie’.
3. Het Schoolleidersregister PO bericht de werkgever/het bevoegd gezag waar een geregistreerde als schoolleider werkzaam is over het besluit tot de status ‘verlopen registratie’ toe te kennen.
4. Zijn of haar gegevens worden bewaard en de geregistreerde kan gebruik maken van het register voor zover dat nodig is voor zijn of haar professionalisering.
5. De geregistreerde met een verlopen registratie kan alsnog herregistreren. (…)
C) Einde vermelding in het register
Vermelding in het register eindigt ten gevolge van de volgende omstandigheden:
- door het overlijden van geregistreerde;
- op schriftelijk verzoek van geregistreerde in het geval de geregistreerde niet als directielid verbonden is aan een of meer scholen in het primair onderwijs.
2.7.
Op 14 november 2018, 28 maart 2019 en op 30 september 2020 heeft [verzoekster] met een beroep op de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) aan SPO verzocht haar uit te schrijven uit het Schoolleidersregister. SPO heeft die verzoeken niet gehonoreerd.
2.8.
Met een brief van 4 oktober 2021 heeft de voorzitter van het College van bestuur van [Scholenkoepel] namens [verzoekster] en twaalf andere directeuren (hierna ook: “de directeuren”) aan SPO verzocht hun registratie in het Schoolleidersregister te beëindigen. Daarbij deed hij onder meer een beroep op artikel 17 van de AVG. Bij brief van 19 november 2021 heeft SPO dit verzoek afgewezen. Bij brief van 13 december 2021 hebben de directeuren bezwaar gemaakt tegen de afwijzing. Op 20 januari 2022 heeft SPO laten weten dat de beslissing van 19 november 2021 geen voor bezwaar vatbare beslissing in de zin van de Algemene wet bestuursrecht is en dat zij overigens bij haar standpunt blijft.
2.9.
Op 23 februari 2022 hebben [verzoekster] en de andere directeuren een klacht tegen SPO ingediend bij de Autoriteit Persoonsgegevens (AP). Nadat op aangeven van de AP eerst met de Functionaris Gegevensbescherming van het Ministerie van OCW is gecorrespondeerd, hebben de directeuren de AP op 2 augustus 2022 verzocht om de klacht verder in behandeling te nemen. Op 6 april 2023 heeft de AP, na vragen aan SPO, laten weten dat zij de klacht niet verder zal onderzoeken, omdat daar uitgebreider (juridisch) onderzoek voor nodig is en dat onderzoek onevenredig veel inspanning van de AP zal vergen en de klacht geen groot maatschappelijk belang dient.
2.10.
Bij brief van 22 augustus 2024 hebben [verzoekster] en de directeuren van [Scholenkoepel] SPO verzocht om hen in 2024 niet meer te registreren. Bij brief van 9 september 2024 heeft SPO dit verzoek afgewezen.
2.11.
[verzoekster] staat inmiddels ingeschreven in het Schoolleidersregister met de omschrijving “verlopen registratie”.
3. Het verzoek
3.1.
[verzoekster] verzoekt de rechtbank SPO te bevelen haar verzoek van 22 augustus 2024 om haar niet meer te registreren alsnog toe te wijzen als bedoeld in artikel 35 lid 1 van de Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming (UAVG), met veroordeling van SPO in de proceskosten.
3.2.
[verzoekster] stelt dat haar verzoek tot verwijdering uit het Schoolleidersregister op grond van artikel 17 van de AVG moet worden toegewezen. Registratie van haar persoonsgegevens in het Schoolleidersregister is niet langer nodig voor de doeleinden waarvoor de gegevens zijn verzameld (artikel 17 lid 1 onder a), omdat [verzoekster] en [Scholenkoepel] zelf voorzien in adequate professionalisering. [verzoekster] geeft ook geen toestemming voor registratie van haar persoonsgegevens (artikel 17 lid 1 onder b). [verzoekster] heeft verder vanwege met haar specifieke omstandigheden verband houdende redenen bezwaar gemaakt tegen registratie die volgens SPO nodig is voor de behartiging van de gerechtvaardigde belangen van SPO en er zijn geen prevalerende dwingende gerechtvaardigde gronden voor de verwerking (artikel 17 lid 1 onder c). Tot slot zijn de persoonsgegevens onrechtmatig verwerkt, omdat voor die verwerking geen grond als genoemd in artikel 6 lid 1 AVG bestaat. De uitzonderingen op het recht op gegevenswissing genoemd in artikel 17 lid 3 AVG zijn niet van toepassing. SPO moet de registratie van [verzoekster] in het Schoolleidersregister daarom stoppen en haar persoonsgegevens verwijderen.

4.Het verweer

4.1.
SPO stelt zich ten eerste op het standpunt dat [verzoekster] niet-ontvankelijk is in haar verzoek. [verzoekster] heeft de afgelopen jaren meerdere keren een verzoek gedaan haar registratie te stoppen. Hoewel het mogelijk is om een herhaald verzoek te doen, is het in dit geval buitensporig, omdat [verzoekster] er geen belang bij heeft. Volgens haar eigen LinkedIn-pagina is [verzoekster] inmiddels stafdirecteur kwaliteit bij [Scholenkoepel]. Omdat zij geen schoolleider meer is, hoeft zij niet meer geregistreerd te staan en kan zij een verzoek tot uitschrijving doen. Daarom is deze procedure niet nodig.
Voor het geval [verzoekster] wel ontvankelijk is in haar verzoek, stelt SPO zich op het standpunt dat [verzoekster] geen aanspraak kan maken op wissing van haar gegevens, omdat niet is voldaan aan de voorwaarden die artikel 17 AVG daarvoor stelt. De persoonsgegevens van [verzoekster] zijn nog steeds nodig voor de doeleinden waarvoor ze zijn verwerkt, want [verzoekster] moet als schoolleider in het primair onderwijs op grond van artikel 9.7 CAO PO geregistreerd staan in het Schoolleidersregister (artikel 17 lid 1 onder a AVG). Dat zij daar zelf geen behoefte aan zegt te hebben doet daar niet aan af. Er is geen sprake van een juridisch houdbaar bezwaar van [verzoekster] (artikel 17 lid 1 onder c) en ook niet van onrechtmatige verwerking (artikel 17 lid 1 onder d), want voor de verwerking van de persoonsgegevens van [verzoekster] zijn meerdere gronden als bedoeld in artikel 6 lid 1 AVG aan te wijzen. De registratie van [verzoekster] in het Schoolleidersregister is nodig voor de uitvoering van haar arbeidsovereenkomst waar de CAO PO op van toepassing is verklaard. Verder is de registratie in het Schoolleidersregister noodzakelijk voor de vervulling van een taak van algemeen belang door SPO. Tot slot is de verwerking noodzakelijk voor de behartiging van de gerechtvaardigde belangen van SPO die als taak heeft het bewaken, stimuleren en borgen van kwaliteit van schoolleiders en de registratie van schoolleiders op grond van bekwaamheidseisen en bekwaamheidsonderhoud.
5. De beoordeling
[verzoekster] is ontvankelijk in haar verzoek
5.1.
Het beroep van SPO op niet-ontvankelijkheid van [verzoekster] slaagt niet. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat als een verzoek tot gegevenswissing is afgewezen en daartegen vervolgens niet binnen de daarvoor geldende termijn van zes weken een verzoekschrift als bedoeld in artikel 35 lid 1 UAVG bij de rechtbank is ingediend, opnieuw een verzoek aan de verwerkingsverantwoordelijke kan worden gedaan. Wordt dit herhaalde verzoek opnieuw afgewezen, dan kan de betrokkene op grond van artikel 35 lid 1 UAVG de rechtbank in beginsel vragen om de verwerkingsverantwoordelijke te bevelen het verzoek alsnog toe te wijzen. Een herhaald verzoek is niet reeds kennelijk ongegrond of buitensporig op de enkele grond dat het verzoek al eerder is gedaan en toen door de verwerkingsverantwoordelijke is afgewezen, en aan het herhaalde verzoek geen gewijzigde feiten of omstandigheden ten grondslag zijn gelegd ten opzichte van het eerdere (afgewezen) verzoek. [2] Dat de afgelopen jaren meerdere verzoeken van [verzoekster] door SPO zijn afgewezen en [verzoekster] zich toen niet tot de rechtbank heeft gewend, betekent dan ook niet dat [verzoekster] zich nu niet meer tot de rechtbank kan wenden.
5.2.
Ter zitting heeft SPO zich op het standpunt gesteld dat het verzoek van [verzoekster] buitensporig is, omdat [verzoekster] geen belang heeft bij haar verzoek. De registratie van [verzoekster] in het Schoolleidersregister kan op grond van artikel 7 sub c van het Registerreglement worden beëindigd als zij daartoe een verzoek doet, omdat [verzoekster] geen schoolleider meer is, maar stafdirecteur kwaliteit zonder gekoppeld te zijn aan een school. Volgens SPO geldt de verplichting tot inschrijving alleen voor schooldirecteuren die zijn gekoppeld aan een school. [verzoekster] heeft tijdens de zitting aangegeven dat haar vestigingsplaats weliswaar het stafbureau van [Scholenkoepel] is, maar dat zij indien nodig inzetbaar is als directeur op alle scholen van [Scholenkoepel]. Volgens [verzoekster] is zij – afhankelijk van de vraag – enkele maanden per jaar werkzaam als schooldirecteur op een of meer scholen van [Scholenkoepel] en is zij primair dus nog steeds schoolleider. Zij zegt dat zij van september tot de kerstvakantie 2024 nog als schoolleider werd ingezet op een school van [Scholenkoepel]. In reactie hierop heeft SPO tijdens de zitting gezegd dat [verzoekster] uitgeschreven kan worden als zij erkent dat zij geen schoolleider meer is. [verzoekster] heeft aangegeven dat niet te kunnen en willen erkennen, omdat zij feitelijk nog steeds schoolleider is. Op de vraag of [verzoekster] als zij uitgeschreven is nog als schoolleider kan invallen op scholen heeft SPO geantwoord dat dat dan niet meer mogelijk is.
5.3.
De rechtbank stelt vast dat [verzoekster] op dit moment nog steeds geregistreerd staat in het Schoolleidersregister en zij dus nog steeds een belang heeft bij haar verzoek. Daar komt bij dat SPO tijdens de zitting niet onvoorwaardelijk heeft willen toezeggen dat zij [verzoekster] zal uitschrijven. SPO stelt daarvoor de voorwaarde dat [verzoekster] erkent dat zij geen schoolleider meer is, hetgeen zij niet wil (en kan) erkennen. De rechtbank kan op grond van de tekst van de CAO PO en het Registerreglement niet vaststellen dat de registratieplicht niet geldt voor de functie die [verzoekster] nu heeft. Volgens artikel 9.7 lid 1 in samenhang met lid 4 van de CAO PO geldt de verplichting (in ieder geval) voor directieleden werkzaam in schaal A11 t/m A13 en D12 t/m D15 en daar valt [verzoekster] onder. Zij is directeur en ingeschaald in D13. De door SPO genoemde beperking tot directeuren die zijn gekoppeld aan een school volgt (ook) niet uit het Registerreglement. Daarin wordt een schoolleider omschreven als: een persoon (al dan niet in dienstbetrekking) werkzaam als directeur of adjunct directeur binnen het primair onderwijs en als zodanig door het bevoegd gezag belast met leidinggevende taken in de onderwijsinstelling. Dit met uitzondering van personen die statutair bestuurder zijn. [verzoekster] is geen statutair bestuurder. De rechtbank kan dan ook niet vaststellen dat [verzoekster]
geenschoolleider is in de zin van de CAO PO en het Registerreglement en dus om die reden uitgeschreven kan worden. Omdat [verzoekster] niet al om deze reden moet worden uitgeschreven, heeft zij er belang bij dat de rechtbank haar verzoek beoordeeld. Er zijn geen redenen te oordelen dat het laatste verzoek van [verzoekster] aan SPO buitensporig was. [verzoekster] is dus ontvankelijk in haar verzoek.
Toetsing van het verzoek aan artikel 17 AVG
5.4.
[verzoekster] stelt dat SPO haar verzoek om haar persoonsgegevens te verwijderen en dus haar registratie uit het Schoolleidersregister te stoppen had moeten toewijzen, omdat meerdere gevallen als bedoeld in artikel 17 lid 1 AVG van toepassing zijn. Het meest verstrekkende argument van [verzoekster] is dat haar persoonsgegevens door SPO onrechtmatig worden verwerkt, omdat voor de registratie geen grond als bedoeld in artikel 6 lid 1 AVG bestaat.
(On)rechtmatige verwerking (artikel 17 lid 1 onderdeel d)
5.5.
Op grond van artikel 17 lid 1 aanhef en onder d heeft de betrokkene het recht van de verwerkingsverantwoordelijke wissing van de hem betreffende gegevens te verkrijgen en is de verwerkingsverantwoordelijke verplicht de gegevens te wissen wanneer de persoonsgegevens onrechtmatig zijn verwerkt. Artikel 6 lid 1 onder a tot en met f AVG geeft zes gronden voor (rechtmatige) verwerking van persoonsgegevens. SPO beroept zich op de gronden onder b, e en f. [verzoekster] betwist dat de daarin genoemde verwerkingsgrondslagen zich voordoen.
Uitvoering van een overeenkomst (onderdeel b)
5.6.
Volgens SPO is de verwerking van de persoonsgegevens van [verzoekster] noodzakelijk voor de uitvoering van haar arbeidsovereenkomst met [Scholenkoepel], zodat grond b zich voordoet. Op de arbeidsovereenkomst is de CAO PO van toepassing verklaard, zodat ook verwerkingen die voor de uitvoering van de CAO PO noodzakelijk zijn onder deze grond vallen. De in artikel 9.7 van de CAO PO genoemde verplichte registratie is daarmee volgens SPO nodig voor de uitvoering van de arbeidsovereenkomst.
5.7.
[verzoekster] betwist dat. Zij stelt dat deze verwerkingsgrond ziet op contracten en niet op een cao. Van een overeenkomst tussen [verzoekster] en SPO is geen sprake. Registratie is ook niet noodzakelijk om een specifieke overeenkomst met [verzoekster] uit te voeren en het is ook niet zo dat het belangrijkste onderwerp van de arbeidsovereenkomst feitelijk niet kan worden uitgevoerd als registratie niet plaatsvindt.
5.8.
De rechtbank overweegt dat de verwerking van persoonsgegevens rechtmatig kan zijn als deze naar objectieve maatstaven noodzakelijk is om een specifieke overeenkomst uit te voeren waarbij de betrokkene partij is. Om als noodzakelijk te kunnen worden beschouwd, moet de verwerking van persoonsgegevens objectief onontbeerlijk zijn voor de uitvoering van de overeenkomst. De verwerkingsverantwoordelijke moet dus kunnen aantonen hoe het belangrijkste onderwerp van de specifieke overeenkomst met de betrokkene feitelijk niet kan worden uitgevoerd als de specifieke verwerking van de betreffende persoonsgegevens niet plaatsvindt.
5.9.
De rechtbank is van oordeel dat de verwerking van persoonsgegevens in het Schoolleidersregister niet kan worden gebaseerd op de grondslag “uitvoering van een overeenkomst”. Daarbij is allereerst van belang dat er geen overeenkomst bestaat tussen SPO en [verzoekster]. SPO is immers geen partij bij de arbeidsovereenkomst tussen [verzoekster] en [Scholenkoepel]. Hoewel de CAO PO van toepassing is verklaard op de arbeidsovereenkomst van [verzoekster], is het niet zo dat SPO daardoor partij is geworden bij die arbeidsovereenkomst. Voor zover SPO bedoelt dat zij de persoonsgegevens van [verzoekster] registreert ten behoeve van [Scholenkoepel], die wel partij is bij de arbeidsovereenkomst, overweegt de rechtbank dat het niet zo is dat registratie van [verzoekster] noodzakelijk is om die overeenkomst uit te voeren. [Scholenkoepel] maakt er zelf ook geen probleem van dat [verzoekster] niet in het Schoolleidersregister staat en steunt [verzoekster] zelfs in haar bezwaar tegen registratie. [Scholenkoepel] verzoekt SPO zelf dus niet om registratie van de persoonsgegevens van [verzoekster]. Ook daarom kan SPO zich er niet op beroepen dat zij de persoonsgegevens van [verzoekster] verwerkt ter uitvoering van een overeenkomst. Daarbij komt dat de onder b genoemde grondslag niet kan worden opgerekt door in de tekst van een overeenkomst een verwerking van persoonsgegevens op te nemen. Dat is hier wel gebeurd. De verwerking van de persoonsgegevens van [verzoekster] kan dan ook niet op deze grondslag worden gebaseerd.
Taak van algemeen belang (onderdeel e)
5.10.
SPO stelt dat de registratie in het Schoolleidersregister noodzakelijk is voor de vervulling van een taak van algemeen belang. Deze taak blijkt volgens SPO uit het feit dat de verplichte registratie een uitwerking is van de ministeriele regeling van 14 maart 2013 (zie 2.3) die op haar beurt is gebaseerd op de Wet op het primair onderwijs. [verzoekster] betwist dat sprake is van een taak van algemeen belang. Zij brengt naar voren dat de ministeriële regeling uit 2013 geen verplichting tot registratie bevat en dat de looptijd van die regeling al lang is verlopen.
5.11.
De rechtbank overweegt dat persoonsgegevens (onder voorwaarden) mogen worden verwerkt als dit noodzakelijk is voor de vervulling van een taak in het algemeen belang of voor de uitoefening van het openbaar gezag. De verwerking moet in deze gevallen altijd een grondslag hebben in het recht van de EU of dat van de betreffende lidstaat waarin de taak is omschreven. De publieke taak hoeft niet uitputtend geregeld te zijn in een wet in formele zin. Voldoende is dat de hoofdlijnen kenbaar zijn uit de sectorspecifieke wetgeving die op de verwerkingsverantwoordelijke van toepassing is. De rechtbank oordeelt dat de taak van SPO niet op deze wijze grondslag heeft in het recht van de EU of het Nederlandse recht. De ministeriële regeling [3] waar SPO naar verwijst bevat alleen een bepaling over de bijzondere bekostiging ten behoeve van de professionalisering van schoolleiding. Het Schoolleidersregister wordt daarin niet genoemd. Uit de toelichting bij de ministeriele regeling blijkt dat de minister de sociale partners heeft opgedragen in de CAO PO te regelen dat bekwaamheidsonderhoud en registratie van schoolleiders niet langer vrijblijvend is. De in dat kader in de CAO PO gemaakte afspraak (het huidige artikel 9.7) is in de toelichting opgenomen. Het Schoolleidersregister is dus uitsluitend in de CAO PO vermeld en een cao is geen wetgeving als hiervoor bedoeld. Uit het feit dat de minister de sociale partners heeft opgedragen om het register te regelen blijkt juist dat het Schoolleidersregister uit het publieke domein is gehaald. Het Schoolleidersregister is dus geen taak van algemeen belang als bedoeld in artikel 6 lid 1 onder e AVG. De verwerking van de persoonsgegevens van [verzoekster] kan dan ook niet op deze grondslag worden gebaseerd.
Behartiging gerechtvaardigde belangen (onderdeel f)
5.12.
SPO stelt dat de verwerking van de persoonsgegevens van [verzoekster] in het Schoolleidersregister noodzakelijk is voor de behartiging van de gerechtvaardigde belangen van SPO. SPO is opgericht vanuit de beroepsgroep zelf met als taken het bewaken, stimuleren en borgen van de kwaliteit van schoolleiders en de registratie van schoolleiders in het primair onderwijs op grond van bekwaamheidseisen en bekwaamheidsonderhoud. SPO heeft dan ook een gerechtvaardigd belang voor het verwerken van persoonsgegevens in het Schoolleidersregister voor het uitoefenen van de taken waarvoor zij is opgericht. De verwerking van de persoonsgegevens van individuele schoolleiders is noodzakelijk voor het behalen van doel van het register. Zonder openbare publicatie van gegevens per schoolleider zou het Schoolleidersregister doelloos zijn en gedoemd om te mislukken. De openbaarmaking is vereist om het uitdrukkelijke doel van de staatssecretaris, te weten een einde aan de vrijblijvendheid bij de registratie, en de uitwerking daarvan door de cao-partijen te verwezenlijken.
SPO heeft een formele belangenafweging gemaakt tussen haar gerechtvaardigde belang en de belangen, rechten en vrijheid van betrokkenen (de schoolleiders). In het algemeen toegankelijke deel van het Schoolleidersregister staan de naam en de school waaraan de schoolleider is verbonden en de registratiestatus. Hiermee wordt voldaan aan de kern van de functie van het beroepsregister: het voorkomen van vrijblijvendheid en het realiseren van civiel effect. Zo kunnen ouders die op zoek zijn naar een school voor hun kinderen zien of de school beschikt over een belangrijke voorspellende factor voor de kwaliteit van het onderwijs dat op een school wordt gegeven: een gekwalificeerde schoolleider die blijft werken aan zijn/haar ontwikkeling. Het belang van het terugbrengen van de vrijblijvendheid en het bewerkstelligen van dit civiel effect weegt zwaar. In de afweging heeft SPO meegenomen dat het bij beroepsregisters bestendig gebruik is dat bepaalde persoonsgegevens in een algemeen toegankelijk register worden getoond. Voor het registreren en herregistreren is het noodzakelijk dat persoonsgegevens van de individuele schoolleiders worden verwerkt. Schoolleiders die over een arbeidsovereenkomst beschikken weten dat de CAO PO onderdeel uitmaakt van hun arbeidsovereenkomst. Zij weten of behoren te weten dat er een registratieplicht is en dat zij geen schoolleider kunnen zijn als zij zich niet registreren of herregistreren. Om deze redenen is er geen sprake van ernstige inbreuk op de privacy en zijn er geen ongewenste gevolgen. Het belang van SPO bij de verwerking van de persoonsgegevens weegt daarom zwaarder dan het belang van de schoolleider om deze gegevens niet te verwerken, aldus SPO.
5.13.
[verzoekster] betwist dat SPO een gerechtvaardigd belang heeft bij het vermelden van haar persoonsgegevens in het register, omdat professionalisering van schoolleiders ook op andere wijze bereikt kan worden. [verzoekster] en haar collega’s voorzien samen met [Scholenkoepel] namelijk zelf in een adequate professionalisering en daarom heeft [verzoekster] geen belang bij het register. Zij wil zelf kunnen bepalen welke opleidingen zij volgt. Het staat [verzoekster] tegen dat SPO haar gegevens bewaart, omdat zij geen vertrouwen heeft in SPO.
5.14.
De rechtbank overweegt het volgende. De gerechtvaardigde belangen van een verwerkingsverantwoordelijke of van een derde kunnen een rechtsgrond zijn voor de verwerking van persoonsgegevens. Een verwerking op deze grondslag is alleen rechtmatig als is voldaan aan de volgende drie voorwaarden:
het moet gaan om behartiging van de gerechtvaardigde belangen van de verwerkingsverantwoordelijke,
de verwerking van persoonsgegevens moet noodzakelijk zijn voor deze behartiging van gerechtvaardigde belangen, en
de fundamentele rechten en vrijheden van de bij de gegevensbescherming betrokken persoon mogen niet zwaarder wegen dan de belangen van de verwerkingsverantwoordelijke.
Gerechtvaardigde belangen:
5.15.
Het Schoolleidersregister is door de beroepsgroep zelf ingesteld om professionalisering en kwaliteit schoolleiders te bevorderen, nadat de staatssecretaris in 2013 (verplichte) registratie als voorwaarde stelde voor het ter beschikking stellen van extra geld voor professionalisering. Een en ander is door de sociale partners uitgewerkt in de CAO PO. Daarin is de verplichting opgenomen voor schoolleiders om zich te registreren. Daarmee wordt bewerkstelligd dat zij bepaalde opleidingen volgen om aan de basiskwalificatie te voldoen en om zich te blijven ontwikkelen zodat zij in aanmerking komen voor herregistratie. Hiermee wordt bewerkstelligd dat schoolleiders voldoende gekwalificeerd zijn. Dat is een door de staatssecretaris en de sociale partners herkend en erkend belang. De taak van registratie en de verantwoordelijkheid voor het register is door de sociale partners neergelegd bij SPO. De registratie in het Schoolleidersregister dient daarmee een gerechtvaardigd belang van SPO.
Noodzaak:
5.16.
De rechtbank oordeelt dat ook wordt voldaan aan de voorwaarde dat de registratie noodzakelijk is voor de behartiging van het hiervoor genoemde belang. Registratie zorgt ervoor dat professionalisering van schoolleiders niet vrijblijvend is. Het is daarmee een kwaliteitsborg. Dat is bevestigd door de Onderwijsraad. In de bijlagen bij het verweerschrift heeft SPO geciteerd uit een advies van de Onderwijsraad [4] . In dat advies schrijft de Onderwijsraad onder verwijzing naar wetenschappelijke bronnen dat registratie van ontwikkeling, implementatie en onderhoud van beroepsstandaarden een belangrijk onderdeel is van de professionalisering van beroepsgroepen: het is een kwaliteitswaarborg. De Onderwijsraad concludeert vervolgens dat registratie betekenisvol is en een impact heeft op de kwaliteit van schoolleiderschap en daarmee op de kwaliteit van onderwijs. De rechtbank overweegt dat registratie in het Schoolleidersregister bovendien noodzakelijk is voor de transparantie. Zonder openbaar register kunnen ouders niet controleren of de schoolleider van de (toekomstige) school van hun kind voldoet aan de kwaliteitseisen. Tot slot is duidelijk geworden dat registratie noodzakelijk is voor de bekostiging van de professionalisering. Registratie teneinde de vrijblijvendheid van professionalisering tegen te gaan is uitdrukkelijk als voorwaarde gesteld voor bekostiging van professionalisering vanuit het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Het bijhouden van het register is niet mogelijk zonder de verwerking van persoonsgegevens van de schoolleiders. Daarmee is registratie noodzakelijk voor de behartiging van het gerechtvaardigde belang van SPO.
Belangenafweging:
5.17.
Het belang van SPO bij registratie weegt naar het oordeel van de rechtbank tot slot zwaarder dan het belang van [verzoekster] om niet in het Schoolleidersregister geregistreerd te staan. [verzoekster] stelt dat zij niet wil dat SPO haar gegevens verwerkt, omdat zij geen vertrouwen heeft in SPO. Waarom zij geen vertrouwen in SPO heeft, heeft zij niet verder toegelicht of onderbouwd. Het belangrijkste bezwaar van [verzoekster] tegen de registratie is ook niet dat haar persoonsgegevens in een register zijn verwerkt, maar het feit dat zij door de verplichte registratie gedwongen wordt om door SPO geaccrediteerde opleidingen te volgen. [verzoekster] is het daar niet mee eens. Zij wil (samen met [Scholenkoepel]) kunnen bepalen hoe zij haar professionalisering vormgeeft en welke opleidingen zij in dat kader volgt. Dat is echter een ander belang dan bescherming van haar persoonsgegevens. Het belang van [verzoekster] om niet gebonden te zijn aan het huidige systeem van professionalisering weegt dan ook niet op tegen het belang van SPO bij het in stand houden van het systeem van kwaliteitsborging en de financiering daarvan en dus bij het registreren van de persoonsgegevens van [verzoekster] en andere schoolleiders. Daar komt nog bij dat de persoonsgegevens die geregistreerd zijn, (minder gevoelige) beroepsgegevens betreffen. Alleen de naam van de schoolleider, de school waar de schoolleider werkt en de registratiestatus worden vermeld, waarbij de naam van de schoolleider en de school ook op de websites van de betreffende scholen zijn te vinden. Ook om die reden wegen de vrijheden en belangen van [verzoekster] niet op tegen het gerechtvaardigde belang van SPO bij registratie van de persoonsgegevens in het Schoolleidersregister.
5.18.
De rechtbank komt dan ook tot de conclusie dat SPO voldoet aan de drie voorwaarden voor verwerking van persoonsgegevens op de grondslag van een gerechtvaardigd belang als bedoeld in artikel 6 lid 1 onder f AVG. Dat betekent dat sprake is van een rechtmatige verwerking van de persoonsgegevens van [verzoekster] door SPO. Het beroep van [verzoekster] op artikel 17 lid 1 onderdeel d AVG (onrechtmatige verwerking) slaagt daarom niet.
Andere door [verzoekster] genoemde gevallen van artikel 17 lid 1 AVG
5.19.
[verzoekster] beroept zich ook op enkele andere in artikel 17 lid 1 AVG genoemde gevallen die volgens haar meebrengen dat haar persoonsgegevens door SPO moeten worden verwijderd.
Bezwaar gemaakt (artikel 17 lid 1 onderdeel c jo. artikel 21 AVG)
5.20.
Als persoonsgegevens rechtmatig worden verwerkt, omdat sprake is van de behartiging van een gerechtvaardigd belang, heeft de betrokkene het recht om daartegen bezwaar te maken vanwege met zijn specifieke situatie verband houdende redenen. In dat geval moet de verwerkingsverantwoordelijke stoppen met de verwerking, tenzij er dwingende gerechtvaardigde gronden zijn die zwaarder wegen dan de belangen, rechten en vrijheden van de betrokkene. Zijn die gronden er niet, dan heeft de betrokkene op grond van artikel 17 lid 1 onder c AVG ook recht op wissing van de gegevens.
5.21.
[verzoekster] voert aan dat zij bezwaar tegen de registratie heeft gemaakt vanwege met haar specifieke omstandigheden verband houdende redenen en dat er geen prevalerende dwingende gerechtvaardigde gronden voor verwerking zijn. Over haar specifieke situatie heeft [verzoekster] echter alleen maar gesteld dat zij zelf al in haar professionaliteit voorziet en zij daarom geen belang heeft bij registratie in het Schoolleidersregister. Dat belang heeft SPO echter al meegewogen bij de algemene belangenafweging in het kader van de grondslag “gerechtvaardigd belang” (artikel 6 lid 1 onderdeel f) en is dus geen specifieke omstandigheid die zou moeten leiden tot een individuele belangenafweging in het voordeel van [verzoekster]. Daarbij overweegt de rechtbank dat [verzoekster] geen (voor haar individueel geldende) nadelen van de registratie zelf naar voren heeft gebracht. Zij richt zich voor alles tegen de wijze waarop SPO en de sociale partners de professionalisering hebben ingericht. De rechtbank heeft hiervoor onder 5.17 in het kader van het gerechtvaardigde belang al geoordeeld dat het belang van SPO bij registratie zwaarder weegt dan het belang van [verzoekster] bij verwijdering uit het Schoolleidersregister. Het bezwaar van [verzoekster] hoeft dan ook niet te leiden tot het staken van de verwerking en geeft daarom geen recht op verwijdering uit het Schoolleidersregister.
Geen toestemming (artikel 17 lid 1 onderdeel b):
5.22.
Duidelijk is dat [verzoekster] voor de verwerking van haar persoonsgegevens in het Schoolleidersregister geen toestemming geeft. SPO baseert de verwerking echter niet op deze verwerkingsgrond, maar op de grond van gerechtvaardigd belang. Dat [verzoekster] geen toestemming geeft, betekent dan ook niet dat haar persoonsgegevens verwijderd moeten worden.
Persoonsgegevens zijn niet langer nodig (artikel 17 lid 1 onderdeel a):
5.23.
[verzoekster] stelt dat haar persoonsgegevens niet langer nodig zijn voor de doeleinden waarvoor deze zijn verzameld (artikel 17 lid 1 onder a AVG), omdat [verzoekster] en haar collega’s samen met [Scholenkoepel] zelf voorzien in een adequate professionalisering. SPO betwist dat de persoonsgegevens niet langer noodzakelijk zijn voor de doeleinden waarvoor zij zijn verwerkt.
5.24.
De rechtbank overweegt allereerst dat SPO de persoonsgegevens nog steeds verwerkt voor het doel waarvoor zij deze heeft verzameld. Niet gesteld of gebleken is dat SPO de gegevens voor andere doeleinden gebruikt. Daarbij heeft SPO voldoende duidelijk gemaakt dat registratie van de persoonsgegevens van [verzoekster] nog steeds nodig is voor het doel van het Schoolleidersregister. De rechtbank sluit niet uit dat [verzoekster] op dit moment inderdaad voldoende in haar professionaliteit voorziet, maar die beoordeling kan – volgens de staatssecretaris en sociale partners – niet worden overgelaten aan individuele schoolleider of schoolbesturen. [verzoekster] gaat er in haar betoog aan voorbij dat als zij de mogelijkheid krijgt om zelf (samen met [Scholenkoepel]) te beoordelen of zij voldoende in haar professionaliteit voorziet, dat een bredere werking heeft en ook geldt voor alle andere schoolleiders. Dat zou het hele systeem van professionalisering inclusief de financiering daarvan teniet doen, omdat professionalisering daarmee weer vrijblijvend wordt. De rechtbank heeft hiervoor al overwogen dat SPO voldoende heeft onderbouwd dat registratie in het Schoolleidersregister onder meer nodig is om ervoor te zorgen dat professionalisering niet vrijblijvend is. Anders dan [verzoekster] stelt, is registratie dus nog steeds noodzakelijk voor het doel waarvoor zij verzameld zijn.
Geen recht op verwijdering persoonsgegevens
5.25.
De rechtbank komt tot de conclusie dat SPO de persoonsgegevens van [verzoekster] rechtmatig verwerkt en dat de gronden van artikel 17 lid 1 AVG waar [verzoekster] zich op beroept allemaal niet slagen. SPO hoeft de persoonsgegevens van [verzoekster] dus niet te verwijderen en mag doorgaan met het registreren van [verzoekster] in het Schoolleidersregister. Dat betekent dat het verzoek van [verzoekster] dat erop neerkomt SPO te bevelen haar persoonsgegevens te verwijderen wordt afgewezen.
Proceskosten
5.26.
[verzoekster] wordt in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van SPO worden begroot op:
- griffierecht
688,00
- salaris advocaat
1.228,00
(2 punten × € 614,00)
- nakosten
178,00
(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
2.094,00

6.De beslissing

De rechtbank
6.1.
wijst het verzoek af,
6.2.
veroordeelt [verzoekster] in de proceskosten van 2.094,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met € 92,00 plus de kosten van betekening als [verzoekster] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en de beschikking daarna wordt betekend,
6.3.
verklaart deze beschikking wat de proceskostenveroordeling betreft uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.A. Hoogkamer en in het openbaar uitgesproken op 11 februari 2025. [5]

Voetnoten

1.Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, van 14 maart 2013, nr. PO/F&V/ 487627, tot wijziging van de Regeling bekostiging personeel PO 2012-2013 en aanpassing bedragen leerlinggebonden budget VO 2012-2013, in verband met de vaststelling van de bedragen professionalisering schoolleiders PO, Staatscourant 2013, 9091
2.Hoge Raad 15 september 2023, ECLI:NL:HR:2023:1216
3.Zie voetnoot 1
4.Onderwijsraad (2018) Een krachtige rol voor schoolleiders
5.Conc.: 977