ECLI:NL:RBNHO:2025:11078

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
29 september 2025
Publicatiedatum
29 september 2025
Zaaknummer
C/15/369964 / KG ZA 25-612
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beperkingen aan het recht op collectieve actie van vakbonden in verband met aangekondigde staking bij KLM

Op 29 september 2025 heeft de Rechtbank Noord-Holland in Haarlem uitspraak gedaan in een kort geding tussen Koninklijke Luchtvaart Maatschappij N.V. (KLM) en de vakbonden FNV en CNV. De zaak betreft een aangekondigde staking op 1 oktober 2025 door het grondpersoneel van KLM. De voorzieningenrechter heeft bepaald dat de staking alleen mag doorgaan als de vakbonden uiterlijk op 29 september om 12:00 uur toezeggen dat er voldoende personeel beschikbaar is om de aankomende vluchten van partnerairlines veilig en met de gebruikelijke snelheid af te handelen. Dit personeel kan bestaan uit werkwillenden, leidinggevenden en, indien nodig, stakers. Indien de vakbonden deze toezegging niet doen, moeten zij hun leden oproepen om niet te staken.

De voorzieningenrechter heeft in zijn vonnis aangegeven dat er onvoldoende aanknopingspunten zijn om te veronderstellen dat KLM redelijkerwijs kan worden verplicht om ervoor te zorgen dat de vluchten van partnerairlines niet op Schiphol aankomen. De rechter heeft ook vastgesteld dat KLM en Schiphol voldoende aannemelijk hebben gemaakt dat een gebrek aan personeel kan leiden tot onaanvaardbare risico's voor de veiligheid en gezondheid van passagiers en crew. Daarom is een beperking van het recht op collectieve actie noodzakelijk geacht.

De voorzieningenrechter heeft verder aangegeven dat de door Schiphol voorgestelde inschakeling van een bemiddelaar op dit moment prematuur is, maar dat een 'klein gesprek' tussen partijen mogelijk tot een nieuw inzicht kan leiden. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de kosten van de procedure zijn gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt.

Uitspraak

RECHTBANK Noord-Holland
Civiel recht
Zittingsplaats Haarlem
Zaaknummer: C/15/369964 / KG ZA 25-612

Vonnis in kort geding van 29 september 2025

In de zaak van

KONINKLIJKE LUCHTVAART MAATSCHAPPIJ N.V.,

gevestigd te Amstelveen,
eiseres in de hoofdzaak, verweerster in de incidenten,
hierna te noemen: KLM,
advocaat: mr. J.M. van Slooten en mr. M. Jovović,
tegen
1.
FEDERATIE NEDERLANDSE VAKBEWEGING,
2.
CNV,
beide gevestigd te Utrecht,
gedaagden in de hoofdzaak, verweersters in de incidenten,
hierna samen te noemen: FNV en CNV,
advocaat: mr. R. van der Stege en mr. P.H. Burger.
en

ROYAL SCHIPHOL GROUP N.V.

gevestigd te Schiphol (gemeente Haarlemmermeer),
eiseres in incident, tussenkomende partij in de hoofdzaak,
hierna: Schiphol,
advocaten mr. S.F. Sagel en mr. N.D. Volmer
en

[eiser in het incident] ,

wonende te [plaats] , gemeente [gemeente]
eiser in incident,
hierna: [eiser in het incident] ,
in persoon verschenen.
Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting van 26 september 2025 wordt spoedshalve een verkort vonnis gewezen. Een uitwerking van het vonnis, waarin de nadere motivering van de beslissing zal worden weergegeven, volgt zo spoedig mogelijk.
De essentie daarvan zal zijn dat de voorzieningenrechter bij de huidige stand van het debat onvoldoende aanknopingspunten ziet voor de opvatting dat van KLM redelijkerwijze kan worden verlangd dat deze bewerkstelligt dat de na te noemen vluchten van partnerairlines niet op Schiphol zullen arriveren, omdat vooralsnog aannemelijk is dit niet volledig in haar macht ligt. Die aankomsten en de daarmee samenhangende afhandelingsbehoefte moeten in dit geding dan ook als een feitelijk gegeven worden beschouwd.
Dat in aanmerking genomen ziet de voorzieningenrechter in de stand van het debat ook onvoldoende aanknopingspunten om de door KLM gespecificeerde en door Schiphol bevestigde noodzaak van een minimumbezetting om de afhandeling van de betrokken vliegtuigen op de gebruikelijke, niet disruptieve, wijze gestalte te geven, feitelijk toereikend weerlegd te achten. Weliswaar is de meest recente actie van FNV en CNV (van 24 september 2025) zonder incidenten verlopen, maar dit hield volgens KLM en Schiphol juist verband met het gegeven dat FNV en CNV tijdens die actie vrijwillig een voldoende minimumbezetting beschikbaar hadden gesteld om de arriverende vluchten van Delta Airlines af te handelen.
Aan FNV en CNV kan worden toegegeven dat een grondiger evaluatie van de laatste actie en, in het licht daarvan, een grondiger reflectie op de genoemde minimumbezetting wenselijk is, maar dat die er niet is gekomen is mede het gevolg van de door FNV en CNV gekozen actie-frequentie, en kan ook overigens aan het primaat van de zorg voor een veilige operatie niet afdoen.
KLM en Schiphol hebben voldoende aannemelijk gemaakt dat indien de arriverende vluchten van de partnerairlines niet (tijdig) worden afgehandeld omdat daarvoor onvoldoende bezetting beschikbaar is, de kans aanzienlijk is dat passagiers en crew gedurende langere periodes opgesloten zullen raken in de betreffende vliegtuigen. Hiermee ontstaat een onaanvaardbaar risico voor de veiligheid en de gezondheid van de mensen aan boord van die vliegtuigen. Daarom is de voorzieningenrechter van oordeel dat een beperking aan het recht van FNV en CNV op collectieve actie, op de wijze zoals vermeld in de beslissing, maatschappelijk gezien dringend noodzakelijk is.
De voorzieningenrechter gaat ervan uit dat het door partijen afgesproken geplande ‘kleine gesprek’ wellicht tot een nieuw en meer gedeeld inzicht leidt, waarmee bij de planning van volgende acties dan rekening kan worden gehouden.
Zoals ter zitting reeds is meegedeeld acht ook de voorzieningenrechter de door Schiphol voorgestelde inschakeling van een bemiddelaar op zichzelf, binnen zeker randvoorwaarden, zinvol. Het geven van een bevel om daartoe over te gaan is echter, zeker in dit stadium, prematuur.
Met een dergelijke interventie in de context van het onderhavige arbeidsconflict waarin de rechter voordat het tot acties is kunnen komen al tot tweemaal toe een voorgenomen staking heeft verboden, zou de voorzieningenrechter bovendien de schijn kunnen wekken dat hij van opvatting is dat de door KLM in het conflict ingenomen positie moet worden beschouwd als een voldoende basis voor de hervatting van het overleg, waarmee dan impliciet een oordeel over die positie zou worden gegeven.
Er wordt als volgt beslist:
De voorzieningenrechter
In de incidenten
a. verstaat dat ter zitting de vordering tot tussenkomst van [eiser in het incident] is afgewezen en de vordering tot tussenkomst van Schiphol is toegewezen;
compenseert de kosten van de procedure in het incident tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt;
In de hoofdzaak
verbiedt FNV en CNV met onmiddellijke ingang door te gaan met het in enigerlei vorm, direct of indirect, organiseren, oproepen tot of verlenen van medewerking aan de aangekondigde collectieve actie bij KLM op 1 oktober 2025, tenzij FNV en CNV toezeggen ervoor zorg te dragen dat de minimale bezetting zodanig wordt bemenst dat de vliegtuigen van de partnerairlines (Delta Airlines, Air France, China Airlines, China Southern en Georgian Airways) met de gebruikelijke snelheid veilig afgehandeld kunnen worden, welke bemensing is omschreven in de e-mail van KLM aan (onder meer) FNV en CNV van 25 september 2025, 12.07 uur, waarbij partijen beide binnen de redelijke grenzen van hun mogelijkheden ervoor zorgen dat (mede in aanmerking genomen de behoefte aan specifiek noodzakelijke vaardigheden en kennis) eerst de werkwillenden worden ingezet, vervolgens de leidinggevenden en tot slot, en voor zover nog nodig, stakers;
gebiedt FNV en CNV om uiterlijk 29 september 2025 om 12.00 uur aan KLM te laten weten of zij de sub c. vermelde toezegging doen en, wanneer zij die toezegging niet doen, uiterlijk op 29 september 2025 om 12.01 uur hun leden en anderen op te roepen af te zien van het in enigerlei vorm, direct of indirect, deelnemen aan, organiseren of steun verlenen aan de aangekondigde collectieve actie bij KLM op 1 oktober 2025, ten minste door het plaatsen van een daartoe strekkend bericht op de startpagina van hun beider websites;
verklaart dit vonnis in de hoofdzaak tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
compenseert de kosten van de procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H. Schotman en in het openbaar uitgesproken op 29 september 2025.
1538