Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.procedure
[betrokkene] van 3 februari 2025 ontvangen.
10 maart 2025 ontvangen.
2.uitgangspunten
CAK. Op 1 juli 2024 heeft het CAK een boete opgelegd van € 496,74 omdat [betrokkene] geen zorgverzekering had en op
8 oktober 2024 heeft het CAK een tweede boete opgelegd van € 496,74;
Belastingdienstvan € 445,00 voor teveel ontvangen zorgtoeslag in 2022;
RAV Haaglandenvan
€ 915,16 en een rekening van het
Haga Ziekenhuisvan € 1.169,60;
gemeente Den Haagvan € 3.310,76 door het te lang laten doorlopen van de bijstandsuitkering van [betrokkene] in 2022 wat de verantwoordelijkheid was van CAV.
[betrokkene] per 18 juli 2022 niet meer ingeschreven stond op een adres in Nederland, dat hij niet meer verzekerd zou zijn als hij zich niet ergens in zou schrijven en dat zijn uitkering ook teruggevorderd zou worden. Begin oktober 2022 ontving CAV bericht van [betrokkene] dat hij bezig was met zich inschrijven. CAV heeft [betrokkene] een aantal keren gebeld en gemaild. Op 21 november 2022 heeft CAV aan [betrokkene] telefonisch uitgelegd dat hij een daklozenuitkering kan krijgen wanneer hij zich inschrijft op het postbusadres voor daklozen. [betrokkene] gaf aan dit niet te willen waarop CAV aangaf dat zijn uitkering en zorgverzekering dan stopgezet worden. In april 2023 kreeg CAV een melding dat [betrokkene] in de gemeente Den Helder ingeschreven stond op het adres van zijn vriendin. In 2023 heeft CAV geen inkomen ontvangen op de beheerrekening. [betrokkene] werkte af en toe en liet de ontvangsten op zijn leefgeldrekening storten. CAV heeft [betrokkene] ook meerdere keren gewezen op het aanvragen van een uitkering. CAV kon geen uitkering aanvragen omdat zij geen gegevens van de partner van [betrokkene] had in verband met de gezamenlijke huishouding. Dit heeft CAV ook bij [betrokkene] aangegeven. In 2024 ontving CAV wel een regelmatig inkomen een heeft zij [betrokkene] geprobeerd aan te melden voor een zorgverzekering via de gemeente Den Helder. Ook hier had CAV weer gegevens van zijn partner nodig. CAV heeft [betrokkene] verzocht zelf de inschrijving op te pakken, maar daar is geen reactie op gekomen.
4.beoordeling
[betrokkene] een zorgverzekering kunnen afsluiten.
Belastingdienst heeft dit bedrag teruggevorderd van [betrokkene]. De kantonrechter is gelet op het voorgaande van oordeel dat de bewindvoerder niet verantwoordelijk kan worden gehouden voor deze vordering. Op dit punt acht de kantonrechter CAV dan ook niet tekortgeschoten in de zorg van een goed bewindvoerder. Geen sprake is van schade. Het verzoek om schadevergoeding met betrekking tot dit punt zal dan ook worden afgewezen.
RAV Haaglandenvan
Haga Ziekenhuisvan € 1.169,60. De kosten voor ambulancevervoer en onderzoek in het ziekenhuis moeten door [betrokkene] worden voldaan. De kantonrechter is gelet op het voorgaande van oordeel dat de bewindvoerder niet verantwoordelijk kan worden gehouden voor deze vordering. Op dit punt acht de kantonrechter CAV dan ook niet tekortgeschoten in de zorg van een goed bewindvoerder. Geen sprake is van schade. Het verzoek om schadevergoeding met betrekking tot dit punt zal dan ook worden afgewezen.
CAKà € 496,74. Op [betrokkene] rust een stelplicht. [betrokkene] heeft niet gesteld en uit de stukken is ook niet gebleken dat
[betrokkene] de brief van het CAK van 22 maart 2024 heeft doorgestuurd naar CAV met het verzoek om hem te helpen met het afsluiten van een zorgverzekering. Ook heeft [betrokkene] niet gesteld dat hij de facturen van het CAK van 1 juli 2024 en
8 oktober 2024 heeft doorgestuurd naar CAV met het verzoek om deze te betalen. De kantonrechter is van oordeel dat de boetes niet te wijten zijn aan de bewindvoerder. Op dit punt acht de kantonrechter CAV dan ook niet tekortgeschoten in de zorg van een goed bewindvoerder. Geen sprake is van schade. Het verzoek om schadevergoeding met betrekking tot dit punt zal dan ook worden afgewezen.
gemeente Den Haagheeft een bedrag van € 3.310,76 teruggevorderd van [betrokkene]. De kantonrechter is van oordeel dat deze vordering niet is te wijten aan de bewindvoerder. Op dit punt acht de kantonrechter CAV dan ook niet tekortgeschoten in de zorg van een goed bewindvoerder. Geen sprake is van schade. Het verzoek om schadevergoeding met betrekking tot dit punt zal dan ook worden afgewezen.