ECLI:NL:RBNHO:2025:11239

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
29 augustus 2025
Publicatiedatum
1 oktober 2025
Zaaknummer
C/15/368737
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering van moeder tot ontruiming van woning door volwassen zoon en oplegging van gebiedsverbod

In deze zaak heeft een moeder haar volwassen zoon aangeklaagd in een kort geding, waarbij zij vorderingen heeft ingesteld om hem te veroordelen te vertrekken uit haar woning en schuur, een gebiedsverbod op te leggen en hem te laten uitschrijven van haar adres. De moeder heeft aangegeven dat haar zoon, die lijdt aan een persoonlijkheidsstoornis en een (game)verslaving, zich vijandig gedraagt en professionele hulp afwijst. Na een periode van samenwonen heeft de moeder hem de toegang tot haar woning ontzegd, maar hij is zonder toestemming in de schuur gaan verblijven. De voorzieningenrechter heeft de vorderingen van de moeder toegewezen, met inachtneming van de omstandigheden van de zoon. De voorzieningenrechter heeft in zijn vonnis een persoonlijke brief aan de zoon gericht, waarin hij het belang van zelfinzicht en verandering benadrukt. De moeder heeft de situatie als onhoudbaar ervaren, wat heeft geleid tot deze juridische stappen. De voorzieningenrechter heeft de zoon een week de tijd gegeven om zich aan de nieuwe situatie aan te passen en heeft voorwaarden gesteld aan de vervangende toestemming voor uitschrijving van het adres.

Uitspraak

RECHTBANK Noord-Holland

Civiel recht
Zittingsplaats Haarlem
Zaaknummer: C/15/368737 / KG ZA 25-543
Vonnis in kort geding van 29 augustus 2025
in de zaak van
[eiser],
te [plaats],
eisende partij,
hierna te noemen: de moeder,
advocaat: mr. M.C. Tijsterman,
tegen
[gedaagde],
te [plaats],
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde],
niet verschenen.
De zaak in het kort
Een volwassen zoon die tijdelijk bij zijn moeder inwoont gedraagt zich vijandig tegenover haar en slaat professionele hulp voor zijn mentale problemen af. De moeder heeft hem inmiddels de toegang tot de woning geweigerd, waarna hij zonder haar toestemming in de schuur bij de woning is getrokken. De moeder kan de situatie niet meer aan en vraagt de voorzieningenrechter haar zoon te veroordelen te vertrekken. De zoon heeft geen verweer gevoerd.
De voorzieningenrechter wijst de vordering toe en richt zich in een persoonlijke brief tot de zoon. De brief is opgenomen in dit vonnis.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de dagvaarding van 22 augustus 2025 met producties 1-5 en aanvullende producties 6-9 van de moeder.
1.2.
Op 26 augustus 2025 is de zaak tijdens een mondelinge behandeling besproken. De griffier heeft daarvan aantekeningen gemaakt. De moeder, bijgestaan door haar advocaat, is verschenen. [gedaagde] is niet verschenen.
1.3.
Vervolgens heeft de voorzieningenrechter de datum voor vonnis bepaald op vandaag.

2.De feiten

2.1.
[gedaagde] is de zoon van de moeder en is op dit moment 23 jaar oud.
2.2.
Van januari 2023 tot januari 2024 heeft [gedaagde] met zijn toenmalige vriendin samengewoond. Na het einde van die relatie is hij teruggekeerd naar de woning van de moeder aan [adres] in [plaats] (hierna: de woning). Ook zijn zus [betrokkene] woont bij de moeder in.
2.3.
[gedaagde] lijdt aan een persoonlijkheidsstoornis en een (game)verslaving waarvoor hij onder behandeling is, althans was, bij een psycholoog en een psychiater via GGZ.
Daarnaast kampt hij met schulden.
2.4.
In november 2024 heeft de moeder aan [gedaagde] gezegd dat hij eigen woonruimte moet zoeken en binnen een half jaar de woning moet hebben verlaten. [gedaagde] heeft nog geen andere woonruimte gevonden.
2.5.
Op 23 juli 2025 is de moeder met [gedaagde] bij de huisarts geweest. [gedaagde] heeft er toen mee ingestemd dat de moeder informatie over zijn behandeltraject bij de psycholoog en psychiater zou ontvangen.
2.6.
Op 12 augustus 2025 stond een afspraak bij de psycholoog en psychiater van [gedaagde] voor zijn moeder en hem gepland. Kort voor de afspraak heeft [gedaagde] aan zijn moeder laten weten dat hij toch niet zou meegaan. De moeder, die wel is gegaan, hoorde daar van de psycholoog en psychiater dat [gedaagde] kort daarvoor telefonisch had laten weten dat zij de moeder geen informatie over zijn behandeling mochten geven. De moeder begreep van de psycholoog en psychiater dat [gedaagde] zich niet of nauwelijks houdt aan de afspraken die hij met hen heeft gemaakt over de behandeling.
2.7.
Diezelfde dag heeft de moeder [gedaagde] de toegang tot de woning ontzegd en andere sloten op de deuren van de woning geplaatst. [gedaagde] is vervolgens zonder toestemming van de moeder in de schuur bij de woning getrokken.
2.8.
In een whatsappbericht van 22 augustus 2025 heeft [gedaagde] de moeder onder meer geschreven dat hij overal staat ingeschreven en er op het moment geen plek is bij het Leger des Heils.
2.9.
De vader van [gedaagde] is op dit moment niet bij hem betrokken.

3.Het geschil

3.1.
De moeder vordert - samengevat - bij vonnis, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, te bepalen dat:
i. [gedaagde] binnen twee dagen na de datum van dit vonnis, dan wel vanaf een door de voorzieningenrechter te bepalen moment, niet meer in de woning, de voor- en achtertuin en de schuur van de woning mag wonen/ verblijven en daarin niet mag terugkeren,
[gedaagde] zich niet in de buurt van de woning mag ophouden, meer speciaal het pad c.q. de steeg achter de achtertuinen van de woningen aan [adres], [nummer 1] en [nummer 2] in [plaats] en evenmin op/ nabij het pleintje c.q. speeltuin aan de voorzijde van deze woningen,
[gedaagde] zich binnen twee dagen na afgifte van dit vonnis moet uitschrijven van het adres van de woning en, bij gebreke daarvan, dat de voorzieningenrechter aan de moeder vervangende toestemming verleent om [gedaagde] bij de gemeente Haarlemmermeer te laten uitschrijven van voornoemd adres.
3.2.
De moeder legt aan haar vorderingen ten grondslag dat zij de situatie niet meer aankan. Ze maakt zich ook zorgen om haar dochter, die door [gedaagde] onder druk wordt gezet. [gedaagde] is begin 2024 tijdelijk weer bij haar komen wonen en sloot zich vervolgens veelal op in zijn toenmalige kamer. In het contact met de moeder werd hij steeds dominanter en bij aanvaringen reageerde hij soms agressief. Zowel de moeder als de zus hebben geconstateerd geld te missen. Door een en ander voelen ze zich onveilig in hun eigen woning. De moeder en de zus openen nu geen ramen of deuren meer, omdat ze bang zijn dat [gedaagde] dan terugkeert in de woning. De gezondheid van de moeder lijdt onder de situatie. Ze heeft zich inmiddels ziek moeten melden van haar werk.
3.3.
[gedaagde] is op de mondelinge behandeling van 26 augustus 2025 niet verschenen.
3.4.
De voorzieningenrechter zal hierna, voor zover van belang, nader op de stellingen van de moeder ingaan.

4.De beoordeling

Verstek [gedaagde]
4.1.
Uit de dagvaarding blijkt dat [gedaagde] correct voor de zitting is opgeroepen en dat ook de overige bij wet voorgeschreven formaliteiten zijn in acht genomen. Daarom wordt verstek verleend tegen [gedaagde].
Spoedeisend belang
4.2.
Een procedure bij de voorzieningenrechter is een spoedprocedure. Een voorlopige voorziening kan alleen worden getroffen als er een spoedeisend belang is, waardoor iemand niet kan wachten op een beslissing op een bodemprocedure.
4.3.
Het spoedeisend belang is naar het oordeel van de voorzieningenrechter gelet op de aard van de vorderingen gegeven, zodat aan een inhoudelijke beoordeling wordt toegekomen.
Onhoudbare situatie
4.4.
[gedaagde] is volwassen. Weliswaar woont hij bij de moeder in, inmiddels zonder haar toestemming in de schuur van de woning, maar hij heeft geen huurrechten waaraan hij aanspraken kan ontlenen.
4.5.
Op grond van de omschrijving van het gedrag van [gedaagde] en de gevolgen daarvan voor de moeder en zijn zus (zie hiervoor onder 3.2) is het zonneklaar dat hij als inwonende bij zijn moeder en zus niet te handhaven is. Langer in de schuur verblijven is ook geen houdbare optie. Duidelijk is dat de moeder bij haar beslissing [gedaagde] de toegang tot de woning te weigeren niet over één nacht ijs is gegaan. In januari 2024 is [gedaagde] tijdelijk teruggekeerd naar de woning van zijn moeder. De moeder heeft hem in november 2024 gemaand uit te zien naar een eigen woonruimte en heeft daarbij een termijn van een half jaar gesteld. [gedaagde] heeft geen eigen woonruimte gevonden. Weliswaar schrijft hij aan zijn moeder dat hij overal staat ingeschreven, maar hij heeft kennelijk niet ingezien hoe ernstig het met hem is gesteld want hij heeft zijn gedrag niet aangepast en komt de afspraken met zijn psycholoog en psychiater niet of nauwelijks na. Daar moet hij nu de gevolgen van ondervinden. Dit betekent de vordering onder i. zal worden toegewezen, met dien verstande dat [gedaagde] een week krijgt om zich op de nieuwe situatie in te stellen.
4.6.
De voorzieningenrechter zal ook het onder ii. gevorderde gebiedsverbod toewijzen, want [gedaagde] heeft geen omstandigheden aangevoerd waaruit volgt dat het gebiedsverbod in deze situatie niet passend of niet proportioneel zou zijn.
4.7.
De voorzieningenrechter heeft op zitting besproken dat het gevorderde onder iii, ambtshalve uitschrijving van [gedaagde] van het adres van de woning van de moeder, een aantal buitengewoon nadelige gevolgen voor [gedaagde] heeft (onder meer stopzetten van uitkering, geen zorgverzekering). Hij heeft de moeder voorgehouden dat het op dit moment misschien niet nodig is daartoe over te gaan. De moeder heeft te kennen geven bereid te zijn onder nader door de voorzieningenrechter te stellen voorwaarden, gericht op het sturend effect van e.e.a., haar woonadres als briefadres aan [gedaagde] ter beschikking te stellen. De voorzieningenrechter zal conform beslissen, waarbij de volgende voorwaarden hem dienstig lijken:
1. [gedaagde] voldoet en blijft voldoen aan de beslissingen onder 5.2. en 5.3. van dit vonnis ,
2. [gedaagde] hervat en continueert zijn behandelingen bij de psycholoog en psychiater zolang deze oordelen dat hij die nodig heeft en daar baat bij heeft. Hij houdt zijn moeder geïnformeerd over bij wie hij onder behandeling staat en geeft zijn moeder binnen een week na ontvangst van dit vonnis schriftelijk toestemming om één keer per drie maanden van deze behandelaars informatie op te vragen en te ontvangen over de voortgang van zijn behandeltraject,
3. [gedaagde] geeft aan de moeder een adres waarnaar zij desgewenst de post kan doorsturen die voor [gedaagde] is bestemd.
4.8.
De voorzieningenrechter zal de vordering onder iii. dan ook beperkt en onder deze voorwaarden toewijzen.
4.9.
Om [gedaagde] in staat te stellen zich in te schrijven op het briefadres bij de moeder moet zij hem een schriftelijke ondertekende toestemming en een kopie van haar identiteitsbewijs geven.
4.10.
Tot slot richt de voorzieningenrechter zich in de hieronder opgenomen brief tot [gedaagde].
Keerpunt - brief aan de niet verschenen gedaagde
Beste [gedaagde],
Het is jammer dat je niet op de zitting aanwezig was. Ik had graag met je willen praten om je duidelijk te maken hoe belangrijk het is dat je beseft dat het anders moet. Ik heb als rechter ervaringen die mij tot de overtuiging hebben gebracht dat een indringend gesprek van de rechter met iemand in jouw situatie een startpunt kan zijn voor ander gedrag. Het zal nu moeten komen van goede - en dat is in jouw geval: indringende - raad in de vorm van deze brief.
Ik heb van je moeder begrepen dat je goed contact hebt met je grootvader. Die kan het navolgende wellicht gebruiken om je te helpen nadenken over de situatie waarin je je nu bevindt. Dat nadenken is hard nodig: waar gaat het met mij naartoe?
Een woning verliezen is niet niks. Toch is dat nu onvermijdelijk. In de eerste plaats omdat je moeder heeft aangegeven dat zij jouw aanwezigheid in de woning niet langer meer kan verdragen. Maar ook om je duidelijk te maken dat je nu bent aanbeland op een punt waarop het erop of eronder is. Vandaar het woord keerpunt.
Ik hoop dat je in staat bent om het ook zo te zien en te gebruiken.
Iedere verandering begint met zelfinzicht - het besef dat verandering nodig is - en met het bij elkaar rapen van alles wat er aan wilskracht te vinden is om daarmee aan de slag te gaan. Het tonen van ambitie - wíllen veranderen - is een noodzakelijke voorwaarde om hulpverlening te aanvaarden en te laten slagen. Die ambitie kan ertoe leiden dat hulpverleners meer aanknopingspunten vinden om je succesvol te behandelen. Ambitie om te veranderen heeft ook tot gevolg dat de wijdere maatschappelijke omgeving behulpzamer is om je, als het even niet gaat, overeind te helpen en om je, als het wel gaat, overeind te houden.
Op den duur zal het ervaren van de verandering zelf een stimulans zijn om vol te houden en het traject af te maken. Dan kan een volgende fase aanbreken: werk zoeken, meedoen, een zinvolle bijdrage leveren.
Ook wat dat betreft is er van alles mogelijk - als je wilt.
Een keerpunt dus. Daar sta je nu. Wordt het erop of eronder?
De gevolgen van het laatste zijn bekend. Wie kent niet de beelden van types die langs vuilnisbakken scharrelen op zoek naar een hap eten of een aantal lege blikjes om te verkopen. De portiekslapers en havelozen die met doffe, holle ogen de wereld inkijken en de schaamte van hun uiterlijk allang voorbij zijn. Maar daar kiest [gedaagde] niet voor.Toch?
De rechter
Proceskosten
4.11.
De familieband tussen de moeder en [gedaagde] is voor de voorzieningenrechter aanleiding de proceskosten compenseren, zodat partijen hun eigen kosten dragen.
5. De beslissing
De voorzieningenrechter
5.1.
verleent verstek tegen [gedaagde],
5.2.
gebiedt [gedaagde] om binnen een week na de datum van dit vonnis uit de woning en schuur van de woning aan [adres] in [plaats] te vertrekken en niet meer in de woning, de voor- en achtertuin en de schuur van de woning terug te keren,
5.3.
gebiedt [gedaagde] om vanaf een week na de datum van dit vonnis zich niet in de buurt van de woning op te houden, meer specifiek het pad c.q. de steeg achter de achtertuinen van de woningen aan [adres], [nummer 1] en [nummer 2] in [plaats] en evenmin op/ nabij het pleintje c.q. speeltuin aan de voorzijde van deze woningen,
5.4.
verleent de moeder vervangende toestemming om [gedaagde] bij de gemeente Haarlemmermeer van het adres van de woning uit te laten schrijven, doch alleen:
  • nadat de moeder [gedaagde] op de in dit vonnis onder 4.9 omschreven wijze in de gelegenheid heeft gesteld om haar adres met haar toestemming als briefadres te gebruiken, en
  • indien de moeder niet binnen een maand na het verlenen van de genoemde toestemming bevestiging heeft ontvangen dat de inschrijving van [gedaagde] als wonend op haar adres is veranderd in een inschrijving als briefadres, dan wel,
  • na gebruik van het adres als briefadres:
indien de moeder blijkt dat [gedaagde] niet of niet langer voldoet aan de voorwaarden die zoals opgenomen in rechtsoverweging 4.7 van dit vonnis voor het gebruik van het briefadres bij de moeder,
5.5.
compenseert de kosten van de procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
5.6.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
5.7.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H. Schotman en in het openbaar uitgesproken op 29 augustus 2025.
1680