ECLI:NL:RBNHO:2025:11356
Rechtbank Noord-Holland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Toewijzing verzoek voorlopige voorziening inzake afwijzing aanvraag uitkering Participatiewet
Op 15 september 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Alkmaar, uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening van een verzoekster tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een uitkering op grond van de Participatiewet (Pw). De aanvraag was door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hollands Kroon afgewezen op 19 augustus 2025, omdat verzoekster volgens het college op geld waardeerbare werkzaamheden had verricht. Verzoekster was op de kermis aan het werk gezien, wat leidde tot bezwaar en het verzoek om een voorlopige voorziening.
Tijdens de zitting op 15 september 2025 heeft de voorzieningenrechter het verzoek behandeld, waarbij zowel verzoekster als haar gemachtigde, alsook de gemachtigden van het college aanwezig waren. De voorzieningenrechter heeft het verzoek toegewezen, waarbij hij de belangenafweging heeft gemaakt tussen de noodzaak van verzoekster voor een uitkering en de belangen van het college om gemeenschapsgeld verantwoord te besteden. De voorzieningenrechter oordeelde dat de belangen van verzoekster zwaarder wogen, gezien haar bestaanszekerheid.
De voorzieningenrechter heeft het besluit van 19 augustus 2025 geschorst tot zes weken na de bekendmaking van de beslissing op bezwaar. Tevens is bepaald dat het college het griffierecht van € 53,- aan verzoekster moet vergoeden en dat verzoekster recht heeft op een vergoeding van haar proceskosten, die in totaal € 1.814,- bedraagt. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.