In deze zaak heeft AirHelp Germany GmbH, vertegenwoordigd door mr. D.E. Lof, een vordering ingesteld tegen American Airlines Inc., vertegenwoordigd door mr. M. Lustenhouwer, wegens compensatie voor een geannuleerde vlucht. De vlucht, die op 1 juli 2024 van Amsterdam-Schiphol naar Dallas/Fort Worth International Airport zou vertrekken, werd geannuleerd door de vervoerder. AirHelp, die de vorderingsrechten van de passagiers had gecedeerd gekregen, vorderde een schadevergoeding van € 1.200,00, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten, op basis van de Verordening (EG) nr. 261/2004. De vervoerder voerde aan dat de annulering het gevolg was van buitengewone omstandigheden en dat zij alle redelijke maatregelen had genomen om de passagiers te compenseren. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de annulering inderdaad te wijten was aan buitengewone omstandigheden en dat de vervoerder voldoende had aangetoond dat er geen alternatieve vlucht beschikbaar was die de passagiers eerder had kunnen vervoeren. De vordering van AirHelp werd afgewezen, en zij werd veroordeeld in de proceskosten. Het vonnis is uitgesproken op 1 oktober 2025.