ECLI:NL:RBNHO:2025:11445

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
3 september 2025
Publicatiedatum
7 oktober 2025
Zaaknummer
11490931 \ CV EXPL 25-292
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Verstek
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van een vordering tot betaling met betrekking tot precontractuele informatieplichten en vernietiging van een oneerlijk beding in algemene voorwaarden

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 3 september 2025 een eindvonnis gewezen in een bodemzaak tussen Sierbestrating- en hovenierscentrum Oosteinde B.V. en een gedaagde partij die niet is verschenen. De eisende partij, vertegenwoordigd door Armaere B.V., had een vordering ingesteld die onder andere betrekking had op de precontractuele informatieplichten zoals vastgelegd in artikel 6:230l van het Burgerlijk Wetboek. In een eerder tussenvonnis van 11 juni 2025 was de eisende partij in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over de (on)eerlijkheid van een beding in de Algemene Voorwaarden van Garden Stones & Basics. De kantonrechter heeft in het eindvonnis geoordeeld dat de eisende partij voldoende heeft aangetoond dat voldaan is aan de informatieplichten en heeft het beding dat betrekking heeft op rente en incassokosten als oneerlijk vernietigd.

De kantonrechter heeft de gevorderde hoofdsom van € 1.238,52 toegewezen, maar de buitengerechtelijke incassokosten en de wettelijke rente zijn afgewezen. De gedaagde partij is grotendeels in het ongelijk gesteld en is veroordeeld tot betaling van de proceskosten, die zijn vastgesteld op een totaalbedrag van € 633,54. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de vordering voor het overige is afgewezen. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. W.S.J. Thijs in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 11490931 \ CV EXPL 25-292
Uitspraakdatum: 3 september 2025
Verstekvonnis van de kantonrechter in de zaak van:
Sierbestrating- en hovenierscentrum Oosteinde B.V.
te Hillegom
de eisende partij
gemachtigde: Armaere B.V.
tegen
[gedaagde]
te [plaats]
de gedaagde partij
niet verschenen

1.De verdere procedure

1.1.
Bij tussenvonnis van 11 juni 2025 (hierna: het tussenvonnis) heeft de kantonrechter de eisende partij in de gelegenheid gesteld om zich bij akte uit te laten over de precontractuele informatieplichten en de (on)eerlijkheid van een in de Algemene Voorwaarden Garden Stones & Basics (hierna: de algemene voorwaarden
)opgenomen beding die verband houdt met de vordering. Ter uitvoering van het tussenvonnis heeft de eisende partij op 9 juli 2025 een akte genomen (hierna: de akte).

2.De verdere beoordeling

Ambtshalve toetsing van de precontractuele informatieplichten
2.1.
De kantonrechter is van oordeel dat de eisende partij in haar akte voldoende heeft toegelicht en onderbouwd dat is voldaan aan de precontractuele informatieplichten van artikel 6:230l van het Burgerlijk Wetboek (BW).
Ambtshalve toetsing van de algemene voorwaarden
2.2.
Daarnaast heeft de eisende partij zich in de akte uitgelaten over het voornemen om artikel 14.2 van de algemene voorwaarden te vernietigen, voor zover dit betrekking heeft op de verschuldigde rente en de buitengerechtelijke incassokosten.
2.3.
De eisende partij heeft in de akte aangegeven dat zij zich refereert aan het oordeel van de kantonrechter.
Wat is hiervan het gevolg?
2.4.
Het voorgaande heeft tot gevolg dat artikel 14.2 van de algemene voorwaarden wordt vernietigd. De buitengerechtelijke incassokosten en de wettelijke rente zullen worden afgewezen.
2.5.
De gevorderde hoofdsom (€ 1.238,52) is toewijsbaar.
Conclusie en proceskosten
2.6.
De vordering wordt gedeeltelijk toegewezen.
2.7.
De gedaagde partij wordt grotendeels in het ongelijk gesteld en zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
veroordeelt de gedaagde partij tot betaling aan de eisende partij van € 1.238,52;
3.2.
veroordeelt de gedaagde partij tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van de eisende partij tot en met vandaag vaststelt op:
dagvaarding € 113,54;
griffierecht € 385,00;
salaris gemachtigde € 135,00;
3.3.
verklaart de veroordeling(en) in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
3.4.
wijst de vordering voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.S.J. Thijs en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter