Uitspraak
RECHTBANK Noord-Holland
1.De procedure
- de mondelinge behandeling van 12 september 2025
- de pleitnota van [eisers]
- de pleitnota van [gedaagde].
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
€ 178,00
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak vorderen de gezamenlijke eigenaren van een bedrijfsgebouw, een stichting en een besloten vennootschap, dat de andere partij wordt veroordeeld om mee te werken aan de verkoop van het bedrijfsgebouw. De samenwerking tussen de partijen verloopt niet goed, en de stichting wil de samenwerking ontbinden. De besloten vennootschap is echter niet bereid om het gebouw aan een derde te verkopen, maar biedt aan het aandeel van de stichting over te nemen. Na een mondelinge behandeling is de zaak aangehouden om partijen de kans te geven tot overeenstemming te komen, maar dit is niet gelukt. De stichting vraagt nu om een vonnis. De voorzieningenrechter oordeelt dat de stichting niet kan afdwingen dat de besloten vennootschap meewerkt aan de verkoop aan een derde, omdat de partijen gezamenlijk eigenaar zijn en de besloten vennootschap bereid is het aandeel van de stichting over te nemen voor dezelfde prijs als het bod van een derde. De vordering van de stichting wordt afgewezen, en zij wordt veroordeeld in de proceskosten.