AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Afwijzing van verzoek om voorlopige voorziening tegen omgevingsvergunning voor bouwactiviteit in Zwanenburg
Op 1 september 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoeker, een inwoner van Zwanenburg, een voorlopige voorziening vroeg tegen de verleende omgevingsvergunning aan vergunninghouder voor het bouwen van een opbouw op een bestaand bouwwerk. De voorzieningenrechter heeft het verzoek afgewezen, omdat er geen sprake was van een evidente civielrechtelijke belemmering die de vergunning in de weg staat. De voorzieningenrechter overwoog dat de stelling van verzoeker, dat de opbouw gerealiseerd zou worden op een mandelige muur zonder toestemming, niet voldoende onderbouwd was. Ook de claim dat er een erfdienstbaarheid rustte op de muur, werd niet als een evidente belemmering gezien. De voorzieningenrechter concludeerde dat de belangen van vergunninghouder om de bouw te kunnen aanvangen zwaarder wogen dan de belangen van verzoeker bij schorsing van het besluit. De uitspraak is gedaan in het openbaar en partijen zijn erop gewezen dat tegen deze mondelinge uitspraak geen hoger beroep of verzet openstaat.
Voetnoten
1.Zie artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet in samenhang met artikel 4.6, eerste lid, van de Invoeringswet Omgevingswet.
2.Artikel 22 van het bestemmingsplan “Zwanenburg”.
3.Artikel 18 van het bestemmingsplan “Zwanenburg”.
4.Artikel 19 van het bestemmingsplan “Zwanenburg”.
5.Dit volgt uit bijlage A behorend bij artikel 1.1 van de Omgevingswet, waarin het begrip ‘omgevingsplanactiviteit’ en ‘buitenplanse omgevingsplanactiviteit’ is gedefinieerd.
6.Artikel 5.21, tweede lid, aanhef en onder b en c, van de Omgevingswet.
7.Op grond van artikel 22.26 en 22.27 van het (tijdelijk deel van het) omgevingsplan, in samenhang met artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet.
8.Artikel 8.0 van het Bkl.
9.Dit volgt uit bijlage A behorend bij artikel 1.1 van de Omgevingswet, waarin het begrip ‘bouwactiviteit’ is gedefinieerd.
10.Hoofdstuk 5 van het Bbl.
11.Afdeling 7.1 van het Bbl.
12.Op grond van artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet.
13.Artikel 8.3a van het Bkl.