Uitspraak
RECHTBANK Noord-Holland
1.[gedaagde 1],
[gedaagde 2],
3.3. [gedaagde 3],
[gedaagde 4],
1.De procedure
- de akte ex artikel 225 Rv (schorsing) van 27 maart 2024 [gedaagden 1]
2.De verdere beoordeling
De verkoop en levering hebben inmiddels plaatsgehad. De netto verkoopopbrengst van € 11.987.915,92 berust onder notaris [betrokkene 1].
[gedaagden 1] en [gedaagden 2] hebben zich verzet tegen verrekening van deze posten. Zij voeren aan dat het in strijd met de goede procesorde is om nu nog nieuwe verdeelposten op te voeren, omdat de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling van 23 februari 2023 al heeft verzocht om opgave te doen van de verdeelposten en [eiser] dat toen heeft nagelaten.
Dit verweer slaagt niet. Aangezien [gedaagden 1] in hun akte van 19 april 2023 al hebben vastgesteld dat [eiser] geen opgave had gedaan van alle verdeelposten tussen partijen en daar toen de conclusie aan hebben verbonden dat [eiser] het ook van belang acht om eerst het standpunt van de nieuwe deskundigen te vernemen omtrent de waardering van de panden en de invloed hiervan op het advies voor de verdeling en de uiteindelijke verdeling van de panden en dat partijen
hiernaeen opgave van alle verdeelposten aan de Rechtbank doen toekomen [1] , kan zij zich nu niet in redelijkheid alsnog op het standpunt stellen dat [eiser] destijds haar beurt voorbij heeft laten gaan. [gedaagden 2] zijn op grond van artikel 227 Wetboek van Burgerlijke rechtsvordering (Rv) aan dit standpunt gebonden. De procedure wordt immers hervat in de stand waarin deze zich ten tijde van de schorsing bevond. Omdat de panden niet zijn verdeeld maar verkocht en geleverd mocht [eiser] bij akte van 30 juli 2025 de door haar gewenste verdeelposten aandragen. Van strijd met de goede procesorde is geen sprake. De rechtbank zal daarom moeten beoordelen in hoeverre de door beide partijen opgevoerde verdeelposten voor verrekening in aanmerking komen. Het betreft de volgende posten.
- Kosten uitzetting illegale bezetters [adres 1] € 9.945,89
- Huuropbrengsten [adres 2] (geschat) € 85.000,00
- Huuropbrengsten [adres 3] en [adres 4] sinds 2018 € 187.818,00
- Kosten nieuw onderzoek bodemverontreiniging € 6.050,00
- Kosten deskundigen aanvullend onderzoek € 13.075,56
- Kosten technische keuring € 24.208,47
- Kosten schoonmaken [adres 5] € 3.335,36
dezeverdeelposten en de wijze van verrekening uit te laten. Vervolgens mogen zij nog op elkaars akte reageren. De zaak wordt daarvoor naar de rol verwezen.
Voor zover [eiser] heeft willen betogen dat [gedaagden 1] en/of [gedaagden 2] ook voor andere panden huurpenningen buiten de beheerder om hebben geïnd, heeft zij dat onvoldoende onderbouwd. [gedaagden 1] en [gedaagden 2] hebben zelf de [adres 3] en [adres 4] al als te verrekenen verdeelpost genoemd. Die post zal wel worden beoordeeld.
Uitbreiding van het debat naar nieuwe verdeelposten is in dit stadium van de procedure niet meer toegestaan.
tezamen met de verdeling van de gemeenschap casu quo binnen het kader van de verdelingsprocedure dient te worden behandeld [2] , zal de rechtbank de vordering zo lezen dat toerekening wordt gevraagd van deze vordering op het aandeel van [eiser] in de nalatenschap [3] .
- het bewust tegen elkaar uitspelen van erfgenamen
- het niet willen bijdragen aan beheer van de nalatenschap en het frustreren en onmogelijk maken van het beheer
- het wijzigen van haar standpunt ten aanzien van verhuur van de leegstaande woningen
- het weigeren van het melden van leegstand bij de gemeente Amsterdam
- het bewust schade toebrengen aan de nalatenschap
- het weigeren van het verhuren van leegstaande woningen en bedrijfsruimten.
“voor zover daarin de vordering van [gedaagden 2] uit hoofde van onrechtmatige daad is afgewezen”.Van enig gezag van gewijsde op dit punt is dus geen sprake.
3.De beslissing
5 november 2025voor akte aan de zijde van beide partijen als bedoeld in rechtsoverweging 2.5, vervolgens zullen partijen op een termijn van vier weken op elkaars akte mogen reageren,