Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
2.Voorvragen
3.Beoordeling van het bewijs
4.Kwalificatie en strafbaarheid van het feit
5.Strafbaarheid van de verdachte
6.Motivering van de sanctie
403 dagenmoet worden opgelegd.
7.Vorderingen benadeelde partijen en schadevergoedingsmaatregel
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Beslissing
403 (vierhonderd drie) dagen;
[slachtoffer 1]geleden schade tot een bedrag van
€ 4.000,-, als vergoeding voor de immateriële schade, en veroordeelt de verdachte tot betaling van dit geldbedrag vermeerderd met de wettelijke rente over dit geldbedrag vanaf 29 juli 2024 tot aan de dag van volledige betaling, aan [slachtoffer 1], voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting;
[slachtoffer 2]geleden schade tot een bedrag van
€ 6.798,-, bestaande uit € 798,- als vergoeding voor de materiële en € 6.000,- als vergoeding voor de immateriële schade, en veroordeelt de verdachte tot betaling van dit geldbedrag vermeerderd met de wettelijke rente over dit geldbedrag vanaf 29 juli 2024 tot aan de dag van volledige betaling, aan [slachtoffer 2], voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting;