2.8.Tussen 18 maart en 18 juli 2018 hebben drie gesprekken plaatsgevonden over de winstdeling. Bij het gesprek op 18 maart 2018 waren [erflater], [eiser], [gedaagde] en [betrokkene 2] (hierna: [betrokkene 2]) aanwezig. Van dit gesprek is een verslag gemaakt dat is ondertekend door [eiser] en [betrokkene 2]. In dit verslag staat voor zover van belang het volgende:
“(…)
[gedaagde] (de rechtbank: [gedaagde]): ik ben door [erflater] (de rechtbank: [erflater]) gevraagd om als bewindvoerder en later als executoir testamentair op te treden (…).
(…)
[eiser] (de rechtbank: [eiser]): hier op de lijst van berekende facturen staat er een totaalbedrag van €105.500,00. Als ik een vergoeding van € 183.000,00 (zoals opgelegd op 2 April 2016) dan moet ik nog € 77.500,00 ontvangen
[erflater]: maar je krijgt ook wat we zijn overeengekomen, de grond aan de Groningerstraat is namelijk verkocht met een winst van € 720.000,00 en daar krijgt [betrokkene 1] (de rechtbank: [betrokkene 1]) 50% van (€ 360.000,00) en wij gezamenlijk 50%. Dat bedrag moeten wij delen dus 25% voor mij en 25% voor jou dus € 180.000,00
[eiser]: nu uitgaande van jouw bedrag € 180.000,00 dan moet ik nog € 74.500,00 berekenen en factureren. In de loop der jaren heb ik cq R.Q. Kristaltechniek aan [erflater] geleend een bedrag van € 90.000,00 hiervan moet in mindering worden gebracht € 35.000,00 voor de hypotheek die [betrokkene 3] heeft verstrekt en € 5.000,00 achterstallige betaling van compagnon [gedaagde]. Resteert een openstaand bedrag van € 50.000,00.
[gedaagde]: stelt dat we wederzijds geen rente berekenen over de openstaande bedragen, dit komen we gezamenlijk overeen
(…)
[eiser]: (…) Ik vraag daarna nogmaals aan [erflater] waarom ik zo weinig geld ontvang € 180.000,00. De stukken grond met opbouw zijn verkocht en het te realiseren gebouw bestaat uit 103 appartementen met op de begane grond een restaurant, daar zit toch wel veel meer winst in als dit gerealiseerd is.
[erflater]: maar nogmaals je krijgt ook wat we zijn overeengekomen nl 25% van de winst, de grond is namelijk verkocht met een winst van € 720.000,00 en daar krijgt [betrokkene 1] 50% van (…) en wij gezamenlijk ook 50%. Dat bedrag moeten wij gezamenlijk delen dus 25% voor mij en 25% voor jou (€ 180.000,00)
[eiser]: wij hebben overeengekomen dat ik 25% van de totaal winst zou ontvangen. Maar de cijfers die je net opgeeft zijn gebaseerd op de verkoop van gronden met de bestaande gebouwen daarvan moet ik maar aannemen dat dit klopt. Waarom geen openheid van zaken, laat maar cijfers zien. [erflater] je weet dat het anders is gelopen, je belde me eind maart 2016 op of we een vergadering konden beleggen met ons drie ([betrokkene 2], jij en ik) bij [betrokkene 2] (de rechtbank: [betrokkene 2]) thuis In de vergadering deelde je me mede dat ik € 183.000,00 zou ontvangen en gaf tegelijk een voorbeeld hoe ik een factuur moest maken en overhandigde deze aan mij (…). Tijdens deze vergadering overlegde je niet maar “kreeg ik de mededeling “dat ik hiermee genoegen moest nemen en ik niets meer zou ontvangen. Hierop reageerde ik dat dit niet kon accepteren omdat er veel meer winst in het project zit en ik wil dat betaald hebben
[erflater]: maar het gebouw wordt gerealiseerd met een Koop/Aannemingsovereenkomst en de winst kan pas opgemaakt worden nadat het gebouw gerealiseerd is en opgeleverd is.
[erflater]: tot nog toe hebben we veel meerwerk op het project Ahrend State en we hebben ook nog het project Bolsward daardoor kan ik je makkelijk betalen. (…)
[eiser]: waarom dat gedraai (eerst is er niet meer winst en moet ik genoegen nemen met €180.000,00) dan kan er weer meer betaald worden uit het vele meerwerk van de nieuwbouw en de winst wat uit Ahrendhorst komt, we hebben ook nog Bolsward (waar ik al een vergoeding krijg van 25%) dan kan ik daar een hogere vergoeding voor krijgen dan als afgesproken. (…)
(…)
[eiser]: nogmaals je weet dat ik recht heb op meer geld dan alleen 25% van de verkoop van de grond en je weet dat ik ook 25% van de wint van de bouw van Ahrend state. (…)”