ECLI:NL:RBNHO:2025:11951

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
16 oktober 2025
Publicatiedatum
17 oktober 2025
Zaaknummer
15/228493-20 (P)
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verkoop van valse merkkleding en accessoires door verdachte gedurende een periode van twintig maanden

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 16 oktober 2025 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die gedurende twintig maanden bedrijfsmatig handelde in valse merkkleding, -schoenen en -accessoires. De verdachte is beschuldigd van het opzettelijk verkopen van valse, vervalste of wederrechtelijk vervaardigde merken, waaronder bekende merken zoals ADIDAS, BALENCIAGA, en GUCCI. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat de officier van justitie ontvankelijk was in de vervolging. De rechtbank heeft het bewijs beoordeeld en kwam tot de conclusie dat het ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen was, met uitzondering van het medeplegen. De verdachte is vrijgesproken van enkele andere tenlasteleggingen.

De rechtbank heeft de overschrijding van de redelijke termijn van meer dan drie jaren in aanmerking genomen bij de strafoplegging. De officier van justitie had een gevangenisstraf van 79 dagen geëist, maar de rechtbank legde uiteindelijk een gevangenisstraf van 19 dagen op, met aftrek van de tijd die de verdachte in voorarrest had doorgebracht, en daarnaast een taakstraf van 100 uren. De rechtbank heeft ook bepaald dat de in beslag genomen telefoons van de verdachte verbeurd worden verklaard, omdat deze zijn gebruikt bij het plegen van het misdrijf. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken op de zitting.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Team Straf, zittingsplaats Alkmaar
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 15/228493-20 (P)
Uitspraakdatum: 16 oktober 2025
Verstek
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van
2 oktober 2025 in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1990 te [geboorteplaats] ,
zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland,
hierna te noemen: de verdachte.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie, mr. R. Klein.

1.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij in of omstreeks de periode van 14 december 2018 tot en met 10 september 2020 te Rotterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk
a. valse, vervalste of wederrechtelijk vervaardigde merken, en/of
b. waren, die zelf of op hun verpakking valselijk waren voorzien van de handelsnaam van een ander of van het merk waarop een ander recht had, en/of
c. waren, die ter aanduiding van herkomst, valselijk van de naam van een bepaalde plaats, met bijvoeging van een verdichte handelsnaam, waren voorzien, en/of
d. waren, waarop of op de verpakking waarvan een handelsnaam van een ander of een merk waarop een ander recht had, zij het dan ook met een geringe afwijking, was nagebootst, en/of
e. waren of onderdelen daarvan die valselijk hetzelfde uiterlijk vertoonden als een tekening of model waarop een ander recht had, dan wel daarmede slechts ondergeschikte verschillen vertoonden,
te weten (een) hoeveelhe(i)d(en) kledingstukken en/of riemen en/of schoenen valselijk voorzien van het beschermd woord- en/of beeldmerk ADIDAS, BALENCIAGA, BURBERRY, CALVIN KLEIN, CANADA GOOSE, CHRISTIAN DIOR, DOLCE & GABBANA, GIVENCHY, GUCCI, LOUIS VUITTON, MONCLER, NIKE, STONE ISLAND en/of VERSACE
en/of andere beschermde woord- en/of beeldmerken, in elk geval een of meer wa(a)r(en), valselijk voorzien van (een) vals(e) en/of vervalst(e) merk(en) dan wel valselijk voorzien van een andere handelsnaam en/of van een merk waar (een) ander(en) recht op heeft/hebben, heeft/hebben ingevoerd, doorgevoerd, uitgevoerd, verkocht, te koop heeft/hebben aangeboden en/of heeft/hebben afgeleverd, uitgedeeld en/of in voorraad heeft/hebben gehad, zulks terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) van het plegen van dit misdrijf zijn beroep heeft/hebben gemaakt en/of het plegen van dit misdrijf/misdrijven als bedrijf heeft/hebben uitgeoefend.

2.Voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

3.Beoordeling van het bewijs

3.1
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit, met uitzondering van het ten laste gelegde medeplegen.
3.2
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit op grond van de bewijsmiddelen die in de bijlage bij dit vonnis zijn opgenomen.
3.3
Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan, met dien verstande dat
hij in de periode van 14 december 2018 tot en met 10 september 2020 te Rotterdam, in elk geval in Nederland, opzettelijk
a. valse, vervalste of wederrechtelijk vervaardigde merken, en
b. waren, die zelf of op hun verpakking valselijk waren voorzien van de handelsnaam van een ander of van het merk waarop een ander recht had, en
d. waren, waarop of op de verpakking waarvan een handelsnaam van een ander of een merk waarop een ander recht had, zij het dan ook met een geringe afwijking, was nagebootst,
te weten kledingstukken en riemen en schoenen valselijk voorzien van het beschermd woord- en/of beeldmerk ADIDAS, BALENCIAGA, CALVIN KLEIN, CANADA GOOSE, CHRISTIAN DIOR, DOLCE & GABBANA, GIVENCHY, GUCCI, LOUIS VUITTON, MONCLER, NIKE, STONE ISLAND of VERSACE of andere beschermde woord- en/of beeldmerken, heeft verkocht, te koop heeft aangeboden, heeft afgeleverd en/of in voorraad heeft gehad, zulks terwijl verdachte het plegen van dit misdrijf als bedrijf heeft uitgeoefend.
Hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.

4.Kwalificatie en strafbaarheid van het feit

Het bewezenverklaarde levert op:
opzettelijk valse, vervalste of wederrechtelijk vervaardigde merken, en waren, die zelf of op hun verpakking valselijk zijn voorzien van de handelsnaam van een ander of van het merk waarop een ander recht heeft, en waren, waarop of op de verpakking waarvan een handelsnaam van een ander of een merk waarop een ander recht heeft, zij het dan ook met een geringe afwijking, is nagebootst,
verkopen, te koop aanbieden, afleveren en/of in voorraad hebben, terwijl de schuldige het plegen van dit misdrijf als bedrijf uitoefent, meermalen gepleegd.
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden waardoor de wederrechtelijkheid aan het bewezenverklaarde zou ontbreken. Het bewezenverklaarde is dus strafbaar.

5.Strafbaarheid van de verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

6.Motivering van de sanctie

6.1
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 79 dagen waarvan 60 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren, met aftrek van de tijd die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht en een taakstraf van 180 uren, subsidiair 90 dagen hechtenis.
6.2
Oordeel van de rechtbank
Bij de beslissing over de sanctie die aan de verdachte moet worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede de persoon, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Ernst van het feit
Verdachte heeft gedurende twintig maanden bedrijfsmatig gehandeld in valse merkkleding,
-schoenen en -accessoires. Met de handel in valse merkgoederen wordt aan de rechthebbenden van intellectuele eigendomsrechten schade toegebracht. In deze zaak zijn veel merkhouders gedupeerd geraakt. Deze merkhouders hebben hun merken en designs, ten koste van grote marktinspanningen, tot bekende producten gemaakt, die garant staan voor een constante hoge kwaliteit en veel goodwill vertegenwoordigen. Door merkvervalsing wordt het vertrouwen beschaamd dat gesteld moet kunnen worden in het beschermde merk, omdat de valse merkgoederen vaak kwalitatief ver achter blijven bij de echte merkproducten. Ook wordt aan bonafide bedrijven, die zich wel aan hun verplichtingen houden, oneerlijke concurrentie aangedaan. De verdachte heeft zich hierbij enkel laten leiden door persoonlijk financieel gewin. Dit rekent de rechtbank de verdachte aan.
Persoon van de verdachte
Met betrekking tot de (actuele) persoonlijke omstandigheden van de verdachte beschikt de rechtbank alleen over het op naam van de verdachte staand Uittreksel Justitiële Documentatie van 6 september 2025. Daaruit blijkt dat hij niet eerder is veroordeeld voor een soortgelijk feit, zodat het noch in zijn voordeel noch in zijn nadeel meeweegt.
Redelijke termijn
In artikel 6, eerste lid, van het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de
Mens en de fundamentele vrijheden is het recht van iedere verdachte gewaarborgd
om binnen een redelijke termijn te worden berecht. Als uitgangspunt geldt dat de behandeling van een zaak ter terechtzitting moet zijn afgerond met een eindvonnis binnen twee jaren nadat de op zijn redelijkheid te beoordelen termijn is aangevangen, tenzij sprake is van bijzondere omstandigheden. Van zodanige omstandigheden is in deze zaak niet gebleken.
De rechtbank is van oordeel dat de op zijn redelijkheid te beoordelen termijn is aangevangen
op 10 september 2020, omdat de verdachte op die datum in verzekering is gesteld. Het eindvonnis wordt op 16 oktober 2025 gewezen. De overschrijding van de redelijke termijn bedraagt dus ruim drie jaren en een maand. Regel is dat overschrijding van de redelijke termijn wordt gecompenseerd door vermindering van de straf die zou zijn opgelegd, als de redelijke termijn niet zou zijn overschreden. De rechtbank betrekt de overschrijding van de redelijke termijn daarom in strafmatigende zin bij de strafoplegging.
De op te leggen straf
De rechtbank acht, gelet op de aard en de ernst van het bewezen verklaarde feit, en rekening houdend met de landelijke oriëntatiepunten voor straftoemeting bij fraude, in beginsel een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van enkele maanden passend. Echter, gelet op de forse overschrijding van de redelijke termijn, komt de rechtbank in deze zaak tot een lagere straf.
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat een gevangenisstraf voor de duur van negentien dagen moet worden opgelegd, met aftrek van de tijd (negentien dagen) die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht, en daarnaast een taakstraf van honderd uur.

7.Bijkomende straf

De rechtbank is van oordeel dat de onder verdachte in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerpen, te weten twee telefoontoestellen van het merk Apple Iphone, moeten worden verbeurd verklaard. Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat het bewezen verklaarde feit met behulp van die telefoons, die aan verdachte toebehoren, is begaan.

8.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:
Artikelen 9, 22c, 22d, 33, 33a, 57 en 337 van het Wetboek van Strafrecht.

9.Beslissing

De rechtbank:
Verklaart bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan zoals hiervoor onder 3.3 weergegeven.
Verklaart niet bewezen wat aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt hem daarvan vrij.
Bepaalt dat het bewezen verklaarde feit het hierboven onder 4. vermelde strafbare feit oplevert.
Verklaart de verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van
negentien (19) dagen.
Bepaalt dat de tijd die de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Veroordeelt de verdachte tot het verrichten van
honderd (100) urentaakstraf die bestaat uit het verrichten van onbetaalde arbeid, bij het niet of niet naar behoren verrichten daarvan te vervangen door vijftig (50) dagen hechtenis.
Verklaart verbeurd:
  • 1 STK Telefoontoestel (Omschrijving: Goednummer: 143991, Apple Iphone);
  • 1 STK Telefoontoestel (Omschrijving: Goednummer: 143992, Apple Iphone).
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. G.M.G. Hink, voorzitter,
mr. C.H. de Jonge van Ellemeet en mr. C.M.A.V. van Kleef, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier mr. J. Dommershuijzen,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 16 oktober 2025.