Uitspraak
RECHTBANK Noord-Holland
1.De zaak in het kort
2.De procedure
- de pleitnota van de man.
3.De feiten
Uw cliënt stort maandelijks voldoende geld op de gezamenlijke rekening om daarmee alle vaste lasten te kunnen betalen die (automatisch) worden afgeschreven van de gezamenlijke rekening. Dit zijn alle kosten voor het woonhuis en het appartement, maar ook de kosten voor de hond (zoals de uitlaatservice en dierenarts), als ook orthodontie kosten voor [betrokkene]. Daarnaast stort uw cliënt maandelijks AUTOMATISCH, zodra het KLM arbeidsongeschiktheidspensioen is gestort, een bedrag van € 1.000,-- op de privé rekening van cliënte. Van dit geld kan zij voorlopig in haar eigen levensonderhoud voorzien. Voor de duidelijkheid wordt hierbij aangeven dat dit geen enkele indicatie is voor een definitieve partneralimentatie. Voor de bepaling hiervan zal ik mijn berekening, zoals in het verzoekschrift opgenomen, aanhouden.
Uw cliënt betaalt de woonlasten van [naam] voor [betrokkene], en stort daarnaast C 250,-- per maand op zijn rekening zodat daar de kosten voor kleding, kapper, pedicure etc. van kunnen worden voldaan.
4.Het geschil
5.De beoordeling
- ofwel: haar medewerking moeten verlenen aan de verkoop en levering van de onroerende zaak die zij
- ofwel, indien zij niet tijdig een keuze maakt of die keuze verder uit wenst te stellen: uit de onder haar bestuur staande gemeenschappelijke gelden € 35.000 aan de man moeten uitkeren als bijdrage ter voldoening van de belastingschuld.
6.De beslissing
- uiterlijk 1 maart 2026 aan de man uitsluitsel moet geven over de vraag voor welke huisvestingsoptie zij kiest,
- indien zij kiest voor toescheiding van één van beide onroerende zaken aan haar, haar medewerking moeten verlenen aan de verkoop en levering van de onroerende zaak die zij
- indien zij op 1 maart 2026 niet kiest, uit de onder haar bestuur staande gemeenschappelijke gelden uiterlijk 2 maart 2026 € 35.000 aan de man moet uitkeren als bijdrage ter voldoening van de belastingschuld aan de Amerikaanse fiscus, behoudens wanneer de man dit geld met een beroep op de veroordeling onder 6.1 ontvangt,