ECLI:NL:RBNHO:2025:12074
Rechtbank Noord-Holland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening Participatiewet wegens gebrek aan spoedeisend belang
In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 10 oktober 2025, wordt het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoeker afgewezen. Verzoeker had beroep ingesteld tegen de intrekking van zijn uitkering op grond van de Participatiewet door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Schagen. Het college had op 6 augustus 2024 besloten de uitkering met ingang van 11 juni 2024 in te trekken, omdat verzoeker zijn medewerkingsverplichting had geschonden. Verzoeker had niet tijdig de gevraagde bankafschriften overgelegd, wat leidde tot onduidelijkheid over zijn financiële situatie.
Verzoeker verzocht om een voorlopige voorziening, waarbij hij een bedrag van € 1.000,- aan een supermarkt en vier maanden huur wilde laten betalen. De voorzieningenrechter beoordeelt of er sprake is van een spoedeisend belang. Ondanks de bewering van verzoeker dat hij in acute financiële nood verkeert, concludeert de voorzieningenrechter dat er geen voldoende spoedeisend belang is. Verzoeker heeft een aanspraak op een erfenis van € 94.000,-, maar heeft geen duidelijkheid verschaft over zijn financiële situatie en was niet aanwezig op de zitting. Hierdoor is zijn verzoek afgewezen en zijn er geen gronden voor vergoeding van griffierecht of proceskosten.
De uitspraak benadrukt het belang van het aantonen van spoedeisend belang bij verzoeken om voorlopige voorzieningen en de noodzaak voor verzoekers om transparant te zijn over hun financiële situatie.