ECLI:NL:RBNHO:2025:12238

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
22 oktober 2025
Publicatiedatum
22 oktober 2025
Zaaknummer
11539959
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Verstek
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van een gedeeltelijke vordering in een civiele procedure met betrekking tot oneerlijke bedingen in algemene voorwaarden

In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Noord-Holland, heeft de kantonrechter op 22 oktober 2025 een eindvonnis uitgesproken in een zaak tussen [eiser] B.V. en [gedaagde]. De eisende partij, vertegenwoordigd door LAVG BV uit Groningen, had een vordering ingesteld die onder andere betrekking had op een rente- en incassokostenbeding in de algemene voorwaarden. In een eerder tussenvonnis van 6 augustus 2025 werd de eisende partij in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over deze bedingen en het ontbreken van een rekeningnummer in de veertiendagenbrief. De eisende partij heeft op 3 september 2025 een akte ingediend waarin zij haar voornemen om bepaalde artikelen van de algemene voorwaarden te vernietigen, heeft toegelicht.

De kantonrechter heeft ambtshalve de algemene voorwaarden getoetst en geconcludeerd dat de artikelen 6.05.3 en 6.05.4, die betrekking hebben op de verschuldigde rente en buitengerechtelijke incassokosten, oneerlijk zijn. Hierdoor werden de gevorderde wettelijke rente en incassokosten afgewezen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er een bedrag van € 37,29 aan hoofdsom toewijsbaar is, maar heeft de eisende partij in de proceskosten belast, omdat de vordering voor een aanzienlijk deel werd afgewezen. In de beslissing werd de gedaagde partij veroordeeld tot betaling van het toewijsbare bedrag en werd de veroordeling uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Dit vonnis is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, en de kantonrechter heeft de zaak met zorg behandeld, waarbij de belangen van beide partijen zijn afgewogen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknr./rolnr.: 11539959 \ CV EXPL 25-549
Uitspraakdatum: 22 oktober 2025
Verstekvonnis van de kantonrechter in de zaak van:
[eiser] B.V.
te [plaats 1]
de eisende partij
gemachtigde: LAVG BV (Groningen)
tegen
[gedaagde]
te [plaats 2]
de gedaagde partij
niet verschenen

1.De verdere procedure

1.1.
Bij tussenvonnis van 6 augustus 2025 (hierna: het tussenvonnis) heeft de kantonrechter de eisende partij in de gelegenheid gesteld om zich bij akte uit te laten over de bedingen in de algemene voorwaarden die verband houden met de vordering en het gevolg van het ontbreken van het rekeningnummer in de veertiendagenbrief. Ter uitvoering van het tussenvonnis heeft de eisende partij op 3 september 2025 een akte genomen (hierna: de akte).

2.De verdere beoordeling

Ambtshalve toetsing van de algemene voorwaarden
2.1.
De eisende partij heeft zich in de akte uitgelaten over het voornemen om artikel 6.05.3 en artikel 6.05.4 van de algemene voorwaarden te vernietigen, voor zover dit betrekking heeft op de verschuldigde rente en de buitengerechtelijke incassokosten.
2.2.
De eisende partij heeft in de akte aangegeven dat zij zich refereert aan het oordeel van de kantonrechter.
2.3.
Het voorgaande heeft tot gevolg dat artikel 6.05.3 en artikel 6.05.4 van de algemene voorwaarden worden vernietigd. De buitengerechtelijke incassokosten en de wettelijke rente zullen om die reden worden afgewezen. De eisende partij heeft op zich voldoende toegelicht hoe het komt dat het rekeningnummer op de overgelegde veertiendagenbrief ontbreekt, maar dat doet aan de oneerlijkheid van het incassobeding niet af.
Wat is toewijsbaar?
2.4.
Voor het overige blijft de kantonrechter bij wat in het tussenvonnis is overwogen en beslist. Gelet hierop is een bedrag van € 37,29 aan hoofdsom toewijsbaar (€ 93,22 x 0.4).
Conclusie en proceskosten
2.5.
De vordering wordt gedeeltelijk toegewezen.
2.6.
Nu de vordering voor een aanzienlijk deel wordt afgewezen, ziet de kantonrechter aanleiding te bepalen dat de eisende partij haar eigen proceskosten draagt.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
veroordeelt de gedaagde partij tot betaling aan de eisende partij van € 37,29;
3.2.
verklaart de veroordeling(en) in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
3.3.
wijst de vordering voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.S.J. Thijs en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter