ECLI:NL:RBNHO:2025:12238
Rechtbank Noord-Holland
- Verstek
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van een gedeeltelijke vordering in een civiele procedure met betrekking tot oneerlijke bedingen in algemene voorwaarden
In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Noord-Holland, heeft de kantonrechter op 22 oktober 2025 een eindvonnis uitgesproken in een zaak tussen [eiser] B.V. en [gedaagde]. De eisende partij, vertegenwoordigd door LAVG BV uit Groningen, had een vordering ingesteld die onder andere betrekking had op een rente- en incassokostenbeding in de algemene voorwaarden. In een eerder tussenvonnis van 6 augustus 2025 werd de eisende partij in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over deze bedingen en het ontbreken van een rekeningnummer in de veertiendagenbrief. De eisende partij heeft op 3 september 2025 een akte ingediend waarin zij haar voornemen om bepaalde artikelen van de algemene voorwaarden te vernietigen, heeft toegelicht.
De kantonrechter heeft ambtshalve de algemene voorwaarden getoetst en geconcludeerd dat de artikelen 6.05.3 en 6.05.4, die betrekking hebben op de verschuldigde rente en buitengerechtelijke incassokosten, oneerlijk zijn. Hierdoor werden de gevorderde wettelijke rente en incassokosten afgewezen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er een bedrag van € 37,29 aan hoofdsom toewijsbaar is, maar heeft de eisende partij in de proceskosten belast, omdat de vordering voor een aanzienlijk deel werd afgewezen. In de beslissing werd de gedaagde partij veroordeeld tot betaling van het toewijsbare bedrag en werd de veroordeling uitvoerbaar bij voorraad verklaard.
Dit vonnis is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, en de kantonrechter heeft de zaak met zorg behandeld, waarbij de belangen van beide partijen zijn afgewogen.